voelen we meteen, waar de weg ligt tot verbetering. En zoo constateeren we met groote blijdschap, dat men in socialistische kringen gaat inzien, hoe men heel goed religieus en godsdienstig kan zijn, zonder dat dat automatisch met zich brengt een vijandigheid tegen krachtig maatschappelijk hervormingswerk.
En we merken, dat de kerk zich zelf verplaatst naar het woelige drukke leven. We zien, hoe de kampen van N.C.S.V. en V.C.S.B. het bewijs leveren, dat je religieus besef een stuk praktijk van tintelende levensliefde kan zijn.
Reeds bijna een jaar geleden is het, dat in den Haag werd opgericht de Religieuse Jeugdgemeenschap, een zustergemeente naast de Vrijzinnige Jeugdkerken in Haarlem, Baarn, Enschede en meerdere plaatsen, een zusterkerk, die echter niet, als sommige andere specifiek Vrijzinnig-Christelijk is, omdat deze Jeugdgemeenschap tot zich trekken wil niet-orthodoxe of niet gematigd-orthodoxe jongeren uit kringen, genuanceerd van vrijzinnig-christelijk tot religieus-anarchistisch. Dat lijkt een zware taak, maar als we de oplossing zien in den Haag, dan juicht het in ons, omdat blijkt, dat met een beetje tolerantie en samenwerking bij sprekers en hoorders in eenheid iets prachtigs te bereiken valt. Jongens en meisjes, nooit in de kerk geweest, komen en buigen 't hoofd voor 't Groote, dat tot hen komt en ze gaan met het heerlijk-sterkend gevoel, dat iets, wat ze reeds in zich wisten, vaster vorm gekregen heeft. Alle sprekers, hoe verschillend ook van aanleg, temperament en richting hebben den jongeren iets meegegeven, waarvoor zij zèlf, hun ouders en opvoeders niet anders dan dankbaar zullen zijn. Wat de groote ‘men’ tegen de kerk heeft, was aan deze leiders ten eenenmale vreemd.
Een vaste kern van ongeveer 150 jongeren met een gemiddelden leeftijd van 16½ jaar bezoekt de diensten, die Zondags om de veertien dagen 's ochtends half elf in de Aula van het 1e Stedelijk Gymnasium worden gehouden.
Als om half elf het ons zoo vertrouwd geworden zaaltje is ‘vol’ geloopen - er kunnen er altijd nog méér bij! - speelt de organist, een jongere, een preludium. Dan treedt de spreker of spreekster, voorgegaan door den voorzitter van het Jeugdbestuur, door 't middenpad en bestijgt het podium. Er komt over de hoofden van de wachtende meisjes en jongens iets warms van eerbied en overgave. De stem, die