Droom en Daad. Jaargang 1(1923)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Mijn ziel gaat uit naar groote liefdedaden door Lien de Vries Mijn ziel gaat uit naar groote liefdedaden; Zij hunkert naar 't zich geven voor het al. Zij wil in bitt're smart zichzelve baden, Om and'ren op te heffen in hun val. Mijn ziel droomt van de rijk-te-strooien zaden In harten van 't beproefde menschental; Zij vreest geen tegenwerking of verraden; Zij voelt zich stralend, als een rein kristal. Maar ach! Mijn ziel droomt en denkt niet aan 't heden, Aan 't arbeidsveld, dat nu reeds voor haar ligt. Ze ziet niet rondom zich het kleine leed en De tranen in een lief, bekend gezicht. Zij ziet niet meen'gen strijd, in stilt' gestreden; Zij droomt - en ziet niet, wat er voor haar ligt. Vorige Volgende