Drie schandaleuse spelen
(1937)–Anoniem Drie schandaleuse spelen– Auteursrecht onbekendII. De clerus4. Waar leeken zoo schitterend voorgingen, kon de geestelijkheid onmogelijk achterwege blijven, al was zij nog zoo verbitterd wegens de krasse fiscale maatregelen, door Keizer Karel tegen haar genomen. Nu immers werden o.m. de twee oudste kerkelijke gebouwen der stad, nl. St. Gueriks en St. Gudula, aanzienlijk verbouwd resp. versierd.Ga naar voetnoot(9) Voorts stelde men nieuwe processiën in: de H. Sacramentsprocessie (1532), de processie van O.L.V. van den Royen (1538), de pro- | |
[pagina IV]
| |
cessie van St. Rochus (1557), om niet te spreken van den sensationeelen uitgang der geeselaars (1549): ‘Opden witten donderdach tsnacht voere paesschen anno xlviij voirscreuen van omtrint des auonts vanden ix vren Soe waeren omtrint j3.c spaennaerden gaende van kercken te kercken de welcke hen seluen al gaende waeren ghesellende ende smytende Daer van de ennighe van hen seere waeren bloeyende / dwelck sy hen seluen waeren aendoende Meynende daer mede god almachtich groote sacreficie ende penitentie te doene’Ga naar voetnoot(10) . 5. Intusschen werden de oude godsdienstige spelen allerminst verwaarloosd. Zoo voerde men elk jaar, met Pinksteren, het Spel van Sinte Wyen te Anderlecht op,Ga naar voetnoot(11) terwijl Tspel vanden heylighen sacramente van miraculen te Brussel op het kerkhof van St. Gudula vertoond werd op 17 en 23 Juli 1524, alsook, maar ‘opde merct’, op 15 en 16 Juli 1548 en Tspel van sint janne baptista op 't kerkhof van St. Jans, te Molenbeek, tot tweemaal toe de menigte boeide (Aug. 1548).Ga naar voetnoot(12) Eindelijk was, in Mei 1551, ‘thuysken van den ommegange daermen te bruessele jaerlycx onser lieuer vrouwen spel spelende es / al nyeuwe gemaect.’Ga naar voetnoot(13) 6. Voorts waren de priesters er niet weinig trotsch op, dat een Turk en een Jood (ondersch. in 1535 en 1541) zich openlijk tot den R.-K. eeredienst hadden bekeerd.Ga naar voetnoot(14) Hunnerzijds waren de orden onverzoenlijk op het stuk van het asylrecht: de Minderbroeders gingen daarbij zelfs de dienaars van den amman te lijf (1513), doch de Karmelieten, die hetzelfde wilden beproeven, hadden minder geluk (1542)Ga naar voetnoot(15) . Menigvuldige aflaten werden verleend, o.a. in 1535, 1537, 1541, 1552 en vooral in 1553 (51bis). 7. Populair ten slotte maakten zich: de kranige deken van | |
[pagina V]
| |
St. Gudula, Philippus Nigri, door volk en hof betreurd;Ga naar voetnoot(16) de plebaan der hoofdkerk, Merten Coels, in de wandeling: de paus van Brussel;Ga naar voetnoot(17) de krachtdadige pastoor van St. Guericx, Pontius Cooman;Ga naar voetnoot(18) de dichtende kanunnik, Jakob CammaertGa naar voetnoot(19) en de gestrenge librorum censor, Laurentius De Mets.Ga naar voetnoot(20) |
|