De Achttiende Eeuw. Jaargang 2001
(2001)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Schillings
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
volgende vier delen toevertrouwd aan Isaac Beauregard in Den Haag en verscheen het blad met een gewijzigde naam: Journal littéraire d'Allemagne, de la Suisse et du Nord, ouvrage quipeut aussi servir de suite à la Bibliothèque germanique. Na een onderbreking van drie jaren ten slotte, werd weer in zee gegaan met een Amsterdamse uitgever. Vanaf 1746 verzorgden Pierre Mortier en zijn medewerker Jean Schreuder de laatste zes en twintig afleveringen die tot aan de opheffing van het blad in 1756 als titel droegen: Nouvelle Bibliothèque germanique, ou Histoire littéraire de l'Allemagne, de la Suisse et des pays du Nord. De namen van de redactieleden werden niet openbaar gemaakt. De initiatiefnemer van het blad was de Berlijnse hofpredikant Jacques Lenfant. Tot zijn dood in 1728 voerde hij ook de directie. Hij werd opgevolgd door Isaac de Beausobre en Paul-Emile de Mauclerc, beiden eveneens hofpredikant, respectievelijk te Berlijn en te Stettin. Na het overlijden van Beausobre in 1738 liet Mauclerc zich bijstaan door Jean Henri Samuel Formey, de toekomstige secretaris van de Berlijnse Academie van Wetenschappen. Bij de dood van Mauclerc in 1742 nam Formey de gehele eindverantwoordelijkheid op zich. In deze bijdrage zal worden onderzocht met welke doelstelling tot de onderbreking van 1743-1746 aan Bibliothèque germanique en Journal littéraire d'Allemagne werd gewerkt, in hoeverre de plannen ten uitvoer werden gebracht en welke plaats het tijdschrift zich in de geleerdenpers van de eerste helft van de achttiende eeuw wist te verwerven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het geformuleerde redactiebeleidIn het openingswoord van de Bibliothèque germanique lieten de initiatiefnemers er geen onduidelijkheid over bestaan wat zij met dit nieuwe geleerdentijdschrift beoogden. Het anonieme Berlijnse redactieteam zou aan de verschillende takken van wetenschap zoals deze in de Duitse landen werden beoefend, die aandacht schenken die ze in de Europese Republiek der Letteren weliswaar ten volle verdienden, maar waarvan ze om uiteenlopende redenen tot dan toe verstoken waren gebleven. In zijn woord vooraf schetste Jacques Lenfant, de leider van het project, een beeld van het geestelijk leven dat in de vijftiende eeuw in de Duitse wereld tot ontwikkeling was gekomen en dat sindsdien, zij het met een hapering in het midden van de eeuw daaropvolgend, een hoge vlucht had genomen. Lenfant liet de verschillende wetenschappen de revue passeren en roemde vooral de onbetwiste hoofdrol die de Duitse rechtsgeleerden in Europa hadden weten op te eisen. Dit gold met name het natuurrecht, maar ook het publiek recht en de studie van het Romeins recht hadden een hoge graad van perfectie bereikt. Daarnaast werden ook de grote verdiensten van Duitse geleerdenwereld op het terrein van de geschiedenis, de moderne zowel als de oude, door Lenfant voor het voetlicht gehaald. Rechtsgeleerdheid en geschiedenis, dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren de twee disciplines waar men zich in het bijzonder op toelegde en waarmee de meeste eer werd ingelegd, meer dan bijvoorbeeld met de exacte wetenschappen, die overigens eveneens heel verdienstelijk werden beoefend. Omdat deze wetenschappelijke ontwikkelingen elders in Europa onbekend waren gebleven, heersten daar nogal wat vooroordelen en de Duitse geleerden werden er gewoonlijk slechts geprezen om hun verdiensten als compilatoren. En door de terugval van de Duitse beschaving tegen het midden van de zestiende eeuw aan de opkomst van het lutheranisme toe te schrijven, had zelfs een man als Erasmus de plank flink misgeslagen.Ga naar voetnoot2. Als reden voor deze onbekendheid wees Lenfant onder meer op het verschijnsel dat er in de pers onvoldoende aandacht werd geschonken aan genoemde wetenschappelijke prestaties en dat het, de keren dat het wel gebeurde, jammer genoeg alleen maar in het Latijn of in het Duits geschiedde. Door de uitgave van een Franstalig tijdschrift verwachtte de nieuwe redactie beter tot het Europese publiek door te dringen. Hiermee hoopte zij het isolement te helpen doorbreken waarin de Duitse landen verkeerden door het ontbreken van contact tussen de Duitse boekhandel en die van het buitenland. Een paar jaar eerder had de redacteur van de Bibliothèque angloise, Michel de la Roche, in Engeland eenzelfde verschijnsel gesignaleerdGa naar voetnoot3. en om daar verbetering in te brengen was hij met de uitgave begonnen van zijn geleerdentijdschrift. Het succes van deze onderneming met betrekking tot de situatie in Engeland was voor de leden van de Berlijnse ‘Société des Anonymes’ de beslissende stimulans geweest om voor hun land op dezelfde wijze te werk te gaan. Ter concretisering van zijn betoog gaf Lenfant in negen punten een overzicht van de plannen van de redactie:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan het eind van zijn Voorwoord nodigde Lenfant de geleerden uit hun steentje bij te dragen aan het welslagen van de onderneming: toezending van interessante bijdragen werd op prijs gesteld en voor al hun adviezen hield hij zich ten zeerste aanbevolen. In het Journal des Sçavans van februari 1721Ga naar voetnoot4. werd mededeling gedaan van de verschijning van het nieuwe tijdschrift en ter kennisgeving werden de plannen van de nieuwe redactie nagenoeg letterlijk overgenomen uit het Voorwoord. Deze presentatie werd gevolgd door enkele kritische opmerkingen. Van de nieuwe redacteuren was niet meer bekend dan dat ze de drie talen beheersten. Maar klaarblijkelijk bevonden zich onder hen geen wiskundigen en medici. Hoe was anders te verklaren dat er geen aandacht zou worden geschonken aan deze zo interessante en nuttige takken van wetenschap? Vreemd was ook dat grammatica hetzelfde lot beschoren was. Dat zou toch zeker niet mogen gelden voor de Franse spraakkunst. Juist in de refugelanden verdiende deze immers alle aandacht! De journalist betwijfelde voorts dat Lenfant er werkelijk in geloofde dat hij zijn tijdschrift verschoond zou kunnen houden van godsdienstige polemieken en hij stond ervan te kijken dat de nieuwe redactie voornemens was de Franstalige inzendingen ongewijzigd te plaatsen. Dit laatste moest een vergissing zijn. Dat kon je de lezers toch niet aandoen!Ga naar voetnoot5. Afrondend moest de journalist vaststellen dat de eerste aflevering van het nieuwe periodiek hem niet was meegevallen. Men had zich de Biblio- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
thèque angloise ten voorbeeld gesteld, maar dat niveau werd niet gehaald. Het was te hopen dat de volgende afleveringen interessanter zouden worden. Om deze kritiek te pareren opende de jonge Berlijnse redactie de derde aflevering van de Bibliothèque germanique met een ‘Avertissement’. Kritiek was altijd welkom en men was ook bereid er zijn voordeel mee te doen. Bijvoorbeeld in reactie op de opmerkingen over wiskunde en medicijnen. In de eerste twee afleveringen was hier inderdaad geen enkel artikel aan gewijd, aangezien van verschillende kanten was opgemerkt dat daarop absoluut geen prijs zou worden gesteld. Maar dat betekende niet dat het beleid op dat punt ook in de toekomst zo moest blijven. Overigens had de redactie zich nooit voorgenomen beide onderwerpen geheel uit te sluiten. Met betrekking tot de grammatica zat de redactie op dezelfde lijn als de criticus. Natuurlijk verdiende het Frans in de refuge extra aandacht en zorg. In de praktijk kreeg het die echter ook. Meer dan in het moederland zelfwaar daar immers geen reden voor was. De redactie weigerde echter zich te laten leiden door een schoolse grammaticaleer die het purisme in de hand werkt en de natuurlijke ontwikkeling van de taal in de weg staat. De redactie zou het onjuist vinden het tijdschrift te vullen met godsdienstige polemieken. Het zou beslist niet moeilijk zijn om bijvoorbeeld de vele dogma's van de Kerk van Rome eens flink onder vuur te nemen. Welbewust zag men daar echter van af. Het ging er niet om de hartstochten en de partijgeest aan te wakkeren, het ging erom de smaak van de weldenkende mensen te respecteren en gematigdheid te betrachten. Het sprak vanzelf dat het niet de bedoeling was de Franse inzendingen klakkeloos over te nemen: waar nodig, zouden ze worden aangepast of zelfs geweigerd. Over het niveau van het tijdschrift ten slotte en het verschil met de Bibliothèque angloise was de redactie van de Bibliothèque germanique juist positief gestemd. En, te oordelen bijvoorbeeld naar de berichten die haar op dit punt uitgerekend uit Engeland bereikten, achtte zij deze overtuiging niet van grond ontbloot.
Meer dan twintig jaar is het redactiebeleid zoals geformuleerd in het Voorwoord van deel 1 en toegelicht in het ‘Avertissement’ van deel 3, gehandhaafd gebleven. Toen in 1741 van uitgever werd gewisseldGa naar voetnoot6., moest er een nieuwe titel worden gekozen, maar voor het overige kwamen er geen wijzigingen. In het ‘Avertissement’ bij de eerste aflevering van dit Journal litteraire d'Allemagne werd dit uitdrukkelijk bevestigd: ‘Ce titre est presque tout ce qu'il aura de nouveau. Nous nous conformerons au plan de la Bibliothèque Germanique; sur lequel il suffit de renvoïer à la | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Préface qui est à la tête de cette Bibliothèque et à l'Avertissement du Tome III.’ Wel zou meer nog dan voorheen accent worden gelegd op Geschiedenis en speciale aandacht werd in het vooruitzicht gesteld voor ‘les pays du Nord’.Ga naar voetnoot7. Het is voorts niet verwonderlijk dat de auteur van dit nieuwe ‘Avertissement’, vermoedelijk Formey, ook op de verschijningsfrequentie wees. Van de aangekondigde vier afleveringen per jaar was tot dan toe in ieder geval slechts de helft gehaald. Het is niet duidelijk wat daarvan de reden was. Zeker is wel dat de traagheid van Humbert de reden was om op zoek te gaan naar een andere drukker.Ga naar voetnoot8. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitvoering van het beleidMet behulp veelal van het elektronisch telraam zal onder dit hoofdje worden nagegaan of en in hoeverre het hierboven geschetste redactiebeleid ten uitvoer is gebracht. Of er zich in de loop der jaren misschien ontwikkelingen hebben voorgedaan en of er (andere) accenten zijn aangebracht. Om inhou- delijke en methodologische redenen zal hierbij onderscheid worden gemaakt tussen drie soorten bijdragen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Nouvelles LittérairesGedurende de gehele verschijningsduur van de Bibliothèque germanique heeft de redactie duidelijk voor ogen gehouden dat het tijdschrift bestemd was voor de buitenlanders die geïnformeerd moesten worden over de ‘Histoire litteraire de l'Allemagne et des pays du Nord’. Met grote regelmaat werd gesproken van de ‘Etrangers’ die de doelgroep vormden tot wie men zich richtte.Ga naar voetnoot9. Op dit punt was zeker sprake van een consistent beleid en hierbij had | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men niet uitsluitend de geleerden op het oog. Meermaals werden ook de geïnteresseerde leken genoemd, zoals bijvoorbeeld in aflevering 7, artikel 1, waar de journalist op pp. 2-3 opmerkt dat hij niet slechts schrijft voor ‘les Savans’, maar evenzeer voor ‘[...] un grand nombre de Lecteurs qui, sans se piquer d'une profonde Erudition, ne laissent pas d'être bien aises de s'instruire sur des sujets interessans [...]’. De berichtgeving diende zo actueel mogelijk te zijn. Zelfs was de redactie bereid het risico van fouten door overhaaste meldingen voor lief te nemen.Ga naar voetnoot10. Het streven van de redactie naar een uitvoerige nieuwsvoorziening en haar zorg om het gehele gebied te bestrijken, moeten hebben geleid tot de vorming van een wijdvertakt netwerk van correspondenten. Niet alleen vanuit een menigte plaatsen en plaatsjes van de Duitse landen, maar ook uit de grotere steden van de andere betrokken landen stroomden de berichten binnen. Dat leidde tot een rijkdom aan literair nieuws die de overige geleerdenpers niet kende. In de Bibliothèque germanique en in het Journal littéraire d 'Allemagne besloeg de rubriek ‘Nouvelles Litteraires’ gemiddeld per aflevering tegen de dertig bladzijden. Niet minder dan een tiende gedeelte van beide periodieken werd eraan besteed. Voor twee derde gedeelte betroffen deze literaire meldingen de publicaties die in de verschillende steden van de persen waren gekomen of op het punt stonden te verschijnen. De berichtgeving hierover geschiedde niet alleen door de correspondenten, ook de boekhandelaren en uitgevers ter plaatse waren hier actief. De overige meldingen boden voornamelijk academisch nieuwsGa naar voetnoot11. en overlijdensberichten van geleerden, geestelijken en kunstenaars uit het gehele gebied. Een literair bericht bestond gewoonlijk uit een paar regels, maar afhankelijk van de importantie van de gebeurtenis of de persoon, afhankelijk ook van de betrokkenheid van de correspondent kon het heel wel meerdere bladzijden beslaan. De aankondiging van een nieuwe publicatie kon zich beperken tot de vermelding van de titel, hetgeen meestal het geval was, maar meer gedetailleerde inhoudsbeschrijvingen, al dan niet gepaard gaande met hartelijke aanbevelingen, kwamen ook voor. Ook bij de berichtgeving over het academisch leven deed zich dat verschijnsel voor. Wie bijvoorbeeld geïnformeerd wilde worden over de gebeurtenissen aan de jonge Academie van Wetenschappen van St. Petersburg, trof in de Bibliothèque germanique een dertigtal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
interessante berichten aan. Beperkten deze zich gewoonlijk tot een enkele alinea of een enkele bladzijde, zeven keer was de verslaggeving uiterst volledig en gedetailleerd.Ga naar voetnoot12. Het academisch nieuws speelde een centrale rol in de rubriek ‘Nouvelles litteraires’. Niet alle universiteiten genoten overigens evenveel belangstelling. Verreweg de meeste aandacht ging uit naar de universiteiten van Leipzig, Halle, Frankfurt a.d. Oder, Jena, Helmstedt en Wittenberg (hier in aflopende volgorde gepresenteerd). De nieuwe universiteit van Göttingen trok reeds vanaf 1733 eveneens veel aandacht. De meeste andere universiteiten haalden, de een meer de ander minder, ook geregeld het nieuws. Van de (katholieke) universiteiten van Bamberg, Keulen, Dillingen, Fulda, Mainz, Paderborn en Trier werd echter niets vernomen, terwijl vanuit de buitenlandse universiteiten of academies van Genève, Lausanne, Uppsala, Kopenhagen, Bazel, Åbo, Bern, Stockholm, Wenen en Breslau (de volgorde is wederom aflopend) wel met enige regelmaat werd bericht.Ga naar voetnoot13. Het is niet verwonderlijk dat de aankondigingen van nieuwe publicaties voornamelijk uit deze universiteitssteden stamden. Steden zonder universiteit, maar met een gymnasium of een illustere school binnen de muren, waren op dit gebied echter eveneens behoorlijk vertegenwoordigd. Zeer geregeld werd bericht over Neurenberg, Hamburg, Frankfurt a.d. Main, Dresden, Augsburg, Berlijn, Lübeck, Wolfenbüttel, Zürich, Brunswijk, Bremen, Hannover, Dantzig, Maagdenburg, Quedlinburg en Ansbach (volgorde zoals in vorige alinea). Deze zee aan berichten (het zijn er meer dan 2500) werd gepresenteerd volgens een vast geografisch stramien, waarschijnlijk om het gemak van de lezers te dienen. Daarbij kwam eerst het buitenland aan de orde. Via Groot-Rusland (Moskou, St. Petersburg, Riga), Zweden (Stockholm, Uppsala, Åbo, Norrköping, Lund), Denemarken (Kopenhagen, Flensburg), Polen (Krakau, Torun, Elblag), Pruisen (Königsberg, TorunGa naar voetnoot14., Dantzig), Zwitserland (Bazel, Bern, Luzern, Genève, Lausanne, Zürich, Neuchâtel, Schaffhausen, Sankt Gallen) en Hongarije (Pressburg, Ödenburg), kwam Duitsland zelfuiteindelijk in zicht. In het Duitse rijk aangekomen werd de lezer langs talrijke plaatsen en plaatsjes geleid (we telden er in totaal meer dan honderd vijftig). Begonnen werd in Wenen, Praag en Breslau om het zuiden vanuit Beieren in westelijke richting te doorlopen, vervolgens het midden te bezoeken in een minder strikte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
volgorde en tenslotte het noorden steeds in het westen binnen te komen, vanwaar het langs vele etappen richting het einddoel Berlijn ging of, als daar niets te melden viel, naar Frankfurt a.d. Oder of Stettin. Met deze royale afbakening van haar ‘voedingsgebied’ bepleitte de redactie van de Bibliothèque germanique niet alleen voor Duitsland een plaats in de Republiek der Letteren. Ook werden de antennes gericht op ‘de landen van het Noorden’, zoals de ondertitels van Bibliothèque germanique en Journal littéraire d'Allemagne duidelijk aangaven. De landen ten oosten van Duitsland werden in deze titels niet genoemd, maar het was voor het eerst dat met enige regelmaat uit de geleerdenwereld van Polen en Rusland berichten naar het Westen doordrongen. Ondanks de gebrekkige communicatie met het buitenland was Duitsland zelf, daar was de redactie vast van overtuigd, reeds lang een volwaardig lid van de Europese Republiek der Letteren. Even volwaardig als Zwitserland en Genève. De andere landen daarentegen stonden aan het begin van een lange weg. Zij moesten een handje worden geholpen. Zweden was achterop geraaktGa naar voetnoot15. en Polen zou het moeilijk krijgen.Ga naar voetnoot16. Ook Rusland was er nog lang nietGa naar voetnoot17., maar met de oprichting van de Academie van St. Petersburg en de hulp daarbij van de geleerdenwereld van het Westen had het wel reeds een flinke stap gezet in de goede richting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. BoekbesprekingenDe publicaties waarover in de ‘Nouvelles litteraires’ werd bericht, betroffen alle takken van wetenschap. Gezien de vaak summiere berichtgeving hebben we niet onderzocht hoe de uitgeversactiviteiten erover verspreid waren. Het lijkt zinvoller dat te doen aan de hand van die publicaties die in het eigenlijke corpus van het tijdschrift een volwaardige bespreking verkregen.Ga naar voetnoot18. Vooral met het oog op de lezers in het buitenland werd het gemiddeld aantal pagina's van deze boekbesprekingen hoog gehouden. Het liep tegen de 25.Ga naar voetnoot19. Deze recensies vormden het hoofdbestanddeel van het tijdschrift: iets meer dan de helft was eraan gewijd. Niet geheel duidelijk is welke de uitwendige kenmerken waren waaraan een uitgave moest voldoen om voor een bespreking in het tijdschrift in aanmerking te komen. In het Voorwoord was sprake van werken die in Duitsland waren gedrukt, maar een vereiste was dit klaarblijkelijk niet. Boeken uitgegeven in de andere landen van het hierboven geschetste ‘voedingsgebied’ bleken eveneens in aanmerking te komen.Ga naar voetnoot20. Dit gold zelfs voor een aanzienlijk aantal publicaties van elders. Aan niet minder dan 31 uitgaven in de Verenigde Provinciën werden besprekingen gewijd!Ga naar voetnoot21. Bij deze laatste betrof het werken van Franstalige auteurs die in Duitsland of in Zwitserland resideerden en die contacten hadden met Hollandse uitgevers.Ga naar voetnoot22. Bij de keuze van deze boeken speelde de inhoud geen enkele rol. De woonplaats van de auteur was op zichzelf reeds voldoende. Het verband tussen de Haagse editie van de bekende Histoire d'Angleterre van Rapin Thoyras en Duitsland is bijvoorbeeld moeilijk te ontdekken. Omdat de auteur ten tijde van de publicatie toevalligGa naar voetnoot23. in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wezel woonde, kon de redactie van de Bibliothèque germanique er niettemin enkele artikelen aan wijden.Ga naar voetnoot24. Anderzijds was het ook mogelijk dat een boek van een Hollandse auteur werd besproken dat in Holland was uitgegeven, maar waarvan de inhoud op een Duitse kwestie betrekking had.Ga naar voetnoot25. Een enkele keer ook leek elk verband met het ‘voedingsgebied’ zoek en moest de journalist zich in bochten wringen om de behandeling van een werk te motiveren.Ga naar voetnoot26. Het lijkt erop dat de redactie, die er aanvankelijk aan hechtte de uitgangspunten van het Voorwoord strikt te respecteren, al snel de teugels wat liet vieren.
Gewoonlijk concentreerde de redactie zich op recente publicaties van hooguit vier of vijf jaar oud. Kennelijk had zij zich niet voorgenomen de achterstand in publiciteit in te halen die de Duitse wetenschappen, te oordelen naar het Voorwoord, in de voorafgaande tijd zouden hebben opgelopen. Slechts bij uitzondering werden oudere publicaties in bespreking genomen. In de eerste aflevering van het tijdschrift werd nog wel opgemerkt dat het niet in de bedoeling lag uitsluitend nieuwe werken te besprekenGa naar voetnoot27. en werden ook enkele oudere werken aan een onderzoek onderworpen, vanaf de derde aflevering kwamen er in totaal nog slechts vier aan de orde van tien jaar of meer.Ga naar voetnoot28. Toen door moeilijkheden met het vinden van een nieuwe uitgever, het Journal littéraire d'Allemagne maar niet van de grond wilde komen, vroeg de redactie om begrip voor het feit dat om die reden in de eerste twee afleveringen nogal wat verouderde artikelen en berichten waren komen te staan.Ga naar voetnoot29. Toch hebben haast alle recensies van dat ‘nieuwe’ tijdschrift betrekking op werken van de laatste | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee jaren. Zoals bij de Bibliothèque germanique al het geval was geweest, was slechts een enkele uitgave van oudere datum. De opmerking van de redactie moet derhalve vooral betrekking hebben gehad op de literaire berichten en op de ingezonden necrologieën, waarbij het verlies aan actualiteit veel sneller voelbaar was.
In weerwil van de herhaalde aankondiging met betrekking tot de rechtsgeleerdheid waarin de geleerden der Duitse landen zo excelleerden, waren het niet de publicaties op dit terrein die de meeste aandacht vroegen van de redactie. Zowel in de Bibliothèque germanique als in het Journal littéraire d'AllemagneGa naar voetnoot30. was niet meer dan een tiende gedeelte van alle recensies aan deze discipline gewijd, waarbij bovendien moet worden opgemerkt dat hiervan weer een kwart het in het Voorwoord niet genoemde kerkelijk recht betrof. De reden van dit matige resultaat is raadselachtig, temeer daar de redactie doordrongen leek van het belang van deze studies voor de buitenlanders. Om een juist inzicht te krijgen in het Duitse recht en de situatie ter plaatse, zo benadrukte de samensteller van artikel VII van deel 7, was bestudering van de talrijke inheemse studies een vereiste. De publicaties van elders voerden nogal eens op een dwaalspoor.Ga naar voetnoot31. Deze tegenvallende score is te vergelijken met die van ‘kunsten en (natuur)wetenschappen’Ga naar voetnoot32., waaraan volgens het Voorwoord inderdaad niet al te veel aandacht zou worden geschonken, maar overtrof toch die van de Belles Lettres. Publicaties betreffende ‘theologie en godsdienst’ die beide in het Voorwoord niet werden genoemd, scoorden daarentegen dubbel zo hoog. De aandacht hiervoor werd door anderen zelfs overdreven hoog genoemd. In een weerwoord op dit verwijt wees BeausobreGa naar voetnoot33. erop dat er wel onderscheid diende te worden gemaakt tussen theologie en kerkgeschiedenis en dat in de Bibliothèque germanique de meeste en de meest uitvoerige besprekingen deze laatste betroffen en niet de theologie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Berlijnse predikant plaatste deze opmerking terecht want, inderdaad, geschiedenis (met hulpwetenschappen) trok verreweg de meeste aandacht van de journalisten. Meer dan een derde van alle boekbesprekingen was gewijd aan historische studiesGa naar voetnoot34. waarbij de artikelen over profane geschiedenis en kerkgeschiedenis elkaar in aantal niet wezenlijk ontliepen. Het accent lag hierbij vaak op historische gebeurtenissen of ontwikkelingen uit het eigen land, de eigen streek of stad.Ga naar voetnoot35.
De identiteit van de samenstellers van verreweg de meeste recensies is niet bekend. Slechts bij 53 van de 323 artikelen van de Bibliothèque germanique is dat wel het geval. In enkele gevallen is ze af te leiden uit gegevens van het tijdschrift zelf. Zo blijkt uit een ingezonden stuk van Johann Christian Wolf, predikant te Hamburg, die protesteerde tegen de recensie van een van zijn werken, en de reactie daarop van Beausobre, dat laatstgenoemde de auteur was van de twee artikelen gewijd aan Curoe philologicoe et criticoe in IV Evangelia et Actos evangelicos.Ga naar voetnoot36. Ook werd niet geheimzinnig gedaan over de medewerking van ingenieur Abraham Humbert die vijf recensies voor zijn rekening nam. Alphonse des Vignoles werd eveneens met name genoemd als auteur van twee artikelen. De overige journalisten hebben we kunnen traceren dankzij de correspondentie van enkele latere redactieleden die bewaard is gebleven in de NachlaB Formey van de Staatsbibliotheek te Berlijn. De leden van de oorspronkelijke redactie correspondeerden niet met elkaar. Zij woonden allen in Berlijn en hadden de gewoonte 's maandags ten huize van Lenfant bijeen te komen.Ga naar voetnoot37. Formey die in 1733 op uitnodiging van Beausobre tot de redactie was toegetreden, vormde vanaf diens overlijden in 1738 samen met Mauclerc de tweehoofdige directie van het tijdschrift. Omdat Mauclerc in Stettin woonde, ontstond er tussen beiden een zeer geregelde briefwisseling. In de Nachlaß | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Formey zijn ook de brieven bewaard gebleven die Formey heeft ontvangen van Jacques Pérard, een van de medewerkers aan Bibliothèque germanique en Journal littéraire d'Allemagne, en van Humbert en Beauregard, de Hollandse drukkers van respectievelijk Bibliothèque germanique en Journal littéraire d'Allemagne. Uit die correspondentie is af te leiden, in het bijzonder uit die van Mauclerc, dat Formey minstens 34 boekbesprekingen van de Bibliothèque germanique voor zijn rekening heeft genomen, Simon Pelloutier acht, en Mauclerc en Pérard ieder één. Ook bij het Journal littéraire d'Allemagne zorgde Formey voor het leeuwendeel van de recensies: 23 artikelen zijn van zijn hand. Voor dit blad schreef Mauclerc er minstens drie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Ingezonden artikelenVoor de identificatie van de auteurs van de ingezonden artikelen in de Bibliothèque germanique hebben we eveneens gebruik gemaakt van de twee genoemde bronnen, maar we hebben deze kunnen aanvullen met enkele meer indirecte gegevensGa naar voetnoot38., met als resultaat dat 42 van hen konden worden herkend. Gezamenlijk namen zij van het totaal van 189 artikelen er zeker 130 voor hun rekening. De meeste inzendingen waren afkomstig van leden van de redactie zelf. Die van De Beausobre vulden niet minder dan 28 artikelen van de Bibliothèque germanique. Des Vignoles was verantwoordelijk voor tien artikelen (en één in het Journal littéraire d'Allemagne), Formey eveneens voor tien (en drie in het Journal littéraire d'Allemagne) en Lenfant voor acht. Als trouwe inzenders moeten ook worden genoemd: Abraham Humbert met tien inzendingen, Léonard Baulacre met acht, Jean Philippe Baratier en Jean-Henri Le Maître elk met vijf en tenslotte Charles-Etienne Jordan en Simon Pelloutier met vier. Met een gemiddelde lengte van meer dan 27 pagina's lijken deze ingezonden stukken in grootte de recensies te overtreffen. Bij de meeste inzendingen is dat echter niet het geval. Het gemiddelde wordt namelijk in hoge mate beïnvloed door de bijdragen van De Beausobre welke, vanwege haar lengte, vaak over meerdere artikelen moesten worden gespreid. Toen deel I van zijn studie over het manicheïsme waarvan in de Bibliothèque germanique een bespreking was opgenomen die twee artikelen besloeg, in het Journal de Trévoux werd bekritiseerdGa naar voetnoot39., plaatste hij in zijn Berlijnse Bibliothèque een verweer van niet minder dan 390 bladzijden. Ook zijn geschriften over de Boheemse Adamieten, de jezuïeten van Torun en ‘la statuë de Paneade’ van respectievelijk 202, 252 en 93 bladzijden, vroegen bijzonder veel ruimte van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het tijdschrift. Met deze vier bijdragen alleen al zouden 4 delen van de Bibliothèque germanique ruimschoots zijn gevuld. Alle ingezonden artikelen van Beausobre tezamen genomen besloegen meer dan 1300 pagina's, d.w.z. een aantal voldoende om op zichzelf reeds een zestal afleveringen te vullen van de 41 waaraan hij heeft meegewerkt. Deze breedsprakigheid wordt bij geen der andere medewerkers aangetroffen.Ga naar voetnoot40.
Met betrekking tot de verdeling van de inzendingen over de verschillende wetenschappelijke disciplines, zijn er ten opzichte van de boekbesprekingenGa naar voetnoot41. enkele belangrijke verschuivingen te signaleren. De belangstelling voor recht en jurisprudentie blijkt nu zelfs nagenoeg verdwenen. Het aandeel van ‘theologie en godsdienst’ is aanzienlijk gegroeid, hetgeen niet al te verwonderlijk is, daar verreweg de meeste inzendingen uit de pennen van predikanten zijn gevloeid van wie er nogal wat in het geweer kwamen tegen katholieke auteurs, en met name tegen de jezuïeten, in wier daden en leer zij veel misstanden zagen. Deze groei ging voornamelijk ten koste van ‘geschiedenis’ (met hulpwetenschappen) dat bovendien te lijden had onder een flinke toename, een verdubbeling zelfs, van de ‘rest’rubriek. In deze rubriek hebben we namelijk ondergebracht de vele ‘vie et ouvrages’ en ‘eloges’ die aan de redactie werden toegezonden.Ga naar voetnoot42. ‘Geschiedenis’ werd dan wel voorbijgestreefd door ‘theologie en godsdienst’, maar het bleef op de voet volgen. Meer dan de helft van alle geplaatste inzendingen was aan deze twee rubrieken gewijd. Zoals bij de boekbesprekingen, waren ook hier de rubrieken ‘Belles Lettres’ en ‘kunsten en (natuur)wetenschappen’ betrekkelijk bescheiden van omvang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nabeschouwing en besluitToen in 1728 het openingsnummer verscheen van de Bibliothèque raisonnéeGa naar voetnoot43., was de Bibliothèque germanique reeds toe aan haar vijftiende aflevering. In hun pleidooi voor de uitgave van een universeel geleerdentijdschrift, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een tijdschrift dat de landsgrenzen niet kende en geheel Europa bestreek, achtten de uitgevers van de Bibliothèque raisonnée het onder meer van belang de beperkingen van de nationale periodieken te onderstrepen. Deze tijdschriften zouden veroordeeld zijn tot een saaie uniformiteit. Hun interesse zou vanzelfsprekend uitgaan naar dat ene terrein - of misschien waren het er wel twee - van wetenschap en kunst waar de betrokken landen zich als het ware in hadden gespecialiseerd. Deze stelling werd toegelicht aan de hand van de situatie bij de drie contemporaine landelijke bladen.Ga naar voetnoot44. De uitgevers zullen zeker hun redenen hebben gehad om zich zo uit te laten, vast staat echter dat hun opmerking over de Bibliothèque germanique kant noch wal raakt. Het is onjuist dat de juridische onderwerpen het tijdschrift zouden overheersen. Wel is het waar dat de ‘rechtswetenschap’ er iets beter is vertegenwoordigd dan in de overige geleerdenpers (zie infra). Het verschil is echter gering en van de zes categorieën van FuretGa naar voetnoot45. is ‘rechtswetenschap’ ook in de Bibliothèque germanique de kleinste. Van een overdreven aandacht voor de Duitse compilaties is ons evenmin iets gebleken.Ga naar voetnoot46. Ook het bezwaar van een saaie uniformiteit van de landelijke periodieken blijkt niet stand te houden. De spreiding der artikelen over de zes rubrieken is in de Bibliothèque germanique even groot als in de Bibliothèque raisonnée. De percentages zijn dan wel niet identiek, vergelijkbaar zijn ze alleszins. Beide bladen schenken de meeste aandacht aan ‘geschiedenis’ en in beide komt ‘theologie en godsdienst’ evenveel aan bod. In de drie overige categorieën ontlopen de periodieken elkaar meer.
Voor zover ons bekend, is tot nu toe slechts bij vier andere vergelijkbare geleerdenperiodieken de rubricering van Furet toegepast.Ga naar voetnoot47. In onderstaand | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
staatje hebben wij tussen deze vier de Bibliothèque germanique (incl. Journal littéraire d'Allemagne)Ga naar voetnoot48. chronologisch ingepast:
Geplaatst tussen de vier andere periodieken vertoont het Berlijnse geleerdentijdschrift een viertal kenmerkende trekken:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Format and realization of the Bibliothèque germanique and the Journal littéraire d'Allemagne: a quantitative approachFor those interested in Bibliothèque germanique or Journal littéraire d'Allemagne, the policy statement which was first set up by its editors in 1720 and then elaborated two years later, is an important document. Two decades later the policy was again endorsed by a new group of editors. It would be wrong, however, to conclude that all the plans that had been formulated actually materialized. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
My research shows that the editors managed to stick to their main purpose throughout. All efforts were geared to alerting the European Republic of Letters to the achievements of German scholars, which had remained unknown abroad. Editors and contributors were very much aware that their audience consisted of readers outside Germany, and they provided them with an unchar-acteristically rich supply of academic and literary news. In some fields, however, the implementation of the policy remained unsatisfactory. Thus in spite of their promises the magazine never showed any special interest in legal sciences, which was one of the crown jewels of German scholarship. In this article a detailed description is given of the implementation of the editorial policy. This quantitative approach leads to a clearer picture of the periodical as well as a more precise idea of its place in the contemporary scholarly press. |
|