Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw. Jaargang 1986
(1986)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdamse acteurs op de Haarlemse kermisWanneer de theaters van de grote steden in de zomer hun deuren sloten en de toneelspelers voor enkele maanden van deze broodwinning verstoken waren, kon een optreden op de kermis soms een welkom inkomen bieden. Met name twee Hollandse toneeltroepen waren in het begin van de achttiende eeuw op verschillende kermissen in Holland te zien. De ene troep bestond uit het gezelschap van Jacob van Rijndorp, exploitant van een schouwburg in Leiden en 's-Gravenhage en de andere troep bestond uit de spelers van de Amsterdamse Schouwburg. In tegenstelling tot de troep van Rijndorp beperkten de spelers van de Amsterdamse schouwburg zich vaak tot optredens op een of twee kermissen. Mogelijk had dit iets te maken met de nevenberoepen, die door de Amsterdamse acteurs werden uitgeoefend en die niet toestonden dat men lang van huis was. Izaak Duim was bijvoorbeeld drukker, Jan Hendrik Jordaan had een herberg en Riewert Schmidt was diamantslijper. De spelers van de Amsterdamse Schouwburg waren te zien in plaatsen als MonnickendamGa naar eind1.Ga naar voetnoot*Ga naar eind*, ZwolleGa naar eind2. en Delfshaven.Ga naar eind3. Maar het meest populair als kermisstad was Haarlem. Voor de Amsterdammers was dat twee uur reizen met de trekschuit en daarenboven konden ze waarschijnlijk rekenen op bekend publiek, omdat veel gegoede Amsterdammers in de omgeving een buiten bezaten. Zowel de leiding van de Amsterdamse spelers als Jacob van Rijndorp wendden zich tussen 1700 en 1750 vrijwel jaarlijks tot de burgermeesters van Haarlem met een verzoek te mogen optreden. De troepen werden echter vrijwel nooit gelijktijdig toegelaten. Mogelijk om een concurrentie, waar geen van beide partijen beter van werd, uit te sluiten. Want bij een matig inkomen van de toneeltroep, en dus een bescheiden winst na aftrek van de vaste lasten, derfde de stad inkomsten voor het Aalmoezeniers- en werkhuis, waar iedere kermisexploitant verplicht was een deel van zijn inkomen aan af te staan. Afwijkend van sommige andere steden in Holland (bijvoorbeeld | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rotterdam), werd door de burgermeesters vrij soepel toestemming tot optreden verleend. Tussen 1710 en 1730 trad voornamelijk de toneeltroep van Jacob van Rijndorp op - na diens dood in 1721 geleid door de weduwe Anna de Quintana of zijn dochter Maria van Rijndorp - terwijl vanaf 1729 de Amsterdamse Schouwburg onder leiding van Jan Hendrik Jordaan gedurende ruim tien jaar regelmatig optrad. De toestemming door de burgermeesters werd echter op bepaalde condities gegeven. Het spel moest voor 9 uur 's avonds geëindigd zijn. Dit met het oog op het sluiten van de stadspoort, aangezien de optredens plaatsvonden in de stadsstallen buiten de grote Houtpoort. De troep moest een vast bedrag aan de armen betalen en uiteraard werd gewaarschuwd geen ‘onordentelijkheden’ te laten plaatsvinden (‘dronken of onbehoorlijk op het toneel te komen’) op straffe van weggejaagd te worden.Ga naar eind4. Voorwaarden door de spelers gesteld werden niet ingewilligd; het verzoek van Jan Hendrik Jordaan om een ‘verbodt en Interdict aen Koordendansers omme franse Comedien of Klugtspellen na te speelen’ werd ‘geheel afgeslagen’.Ga naar eind5. Later blijkt uit zijn verzoek dat Jan Hendrik Jordaan en zijn medespelers ‘in voorgaande Jaren considerabel sijn benadeelt door het vertoonen van franse Comedien en klugtspellen’.Ga naar eind6. De burgermeesters stelden echter nog een voorwaarde; vooraf wilden ze een lijst van toneelspelen ter inzage krijgen, zodat zij daaruit het op te voeren repertoire konden samenstellen. Een aantal van deze lijsten met toneelstukken, met daarbij gevoegd lijsten van de acteurs en actrices, is bewaard gebleven in het gemeentearchief van Haarlem. Voor zover ze betrekking hebben op de periode 1730-1740 zijn ze hieronder weergegeven. Een aantal stukken is voorzien van streepjes of puntjes bij toneelstukken en bij namen van acteurs en actrices. Het is onduidelijk door wie deze tekens zijn geplaatst. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de burgermeesters behalve de stukken ook nog de spelers uitkozen! Uit de verzoeken om toestemming, die vaak al begin april of mei werden verzonden, blijkt dat de lijsten daar meestal bijgevoegd waren. Rond die tijd was bij de spelers dus al bekend wie er mee zou gaan en welke stukken tot het op te voeren repertoire konden horen. In de jaren 1730 tot en met 1739 vroegen en kregen de spelers toestemming en was er bij de requesten sprake van een lijst. Op de lijsten zelf ontbreekt een originele jaaraanduiding; in een aantal is deze later toegevoegd (twee lijsten zijn op deze wijze ‘1734’ gedateerd, terwijl toen slechts een aanvraag werd ingediend). Men zou kunnen proberen op grond van de in de lijsten genoemde toneelstukken een exacte datering vast te stellen, maar het repertoire geeft maar in een enkel geval hiertoe aanleiding. Bij lijst 4 wordt het stuk ‘De Amerikaan’ genoteerd, met als toevoeging ‘nooijt voor deze alhier vertoont’. Het toneelstuk ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
scheen in druk in 1733 bij Izaak Duim. Opvallend is overigens dat deze lijst veel uitgebreider is dan de andere lijsten. Een verklaring kan ik hiervoor niet geven. Een laatste hulpmiddel zouden de lijsten van acteurs en actrices kunnen bieden. Helaas ontbreken hiervoor de vereiste nauwkeurige gegevens over speeljaren, datum van indiensttreding etc. Zo speelt bijvoorbeeld in lijst 2 Paulus Held mee, die tussen 1727 en 1733 niet aan de schouwburg verbonden wasGa naar eind7., maar ook Riewert Schmidt, die op 7-3-1733 werd aangenomen. Zou de lijst op grond van deze gegevens wel of niet uit 1733 kunnen stammen? Ik heb geen uitputtende pogingen ondernomen deze puzzels op te lossen, maar verwacht dat deze vragen in de loop der tijd door nader onderzoek naar het reilen en zeilen van de Amsterdamse Schouwburg, beantwoord zullen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Loketkast 2.28.7 [wrs. 1729, acte beschadigd]Namen der Acteurs en Actrises van de amsterdamse Schouburg, die in Comp. versoeken om tot Haarlem te moogen speelen.
Namen der Spellen om te Speelen tot genoegen van de Eed: Groot Agtbare Heeren Burgermeesteren der Stad Haarlem
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Loketkast 2.27.2 (in marge aangetekend 1730)Namen der acteurs en actrices dewelke zoude koomen om tot Haarlem te speelen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namen der Spellen waar uijt de acteurs van de Amsterdamse Schouburg die Stucken sullen neemen die sij te Haarlem zouden vertoonen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Loketkast 2.28.8 fol. 94 (in marge 1734)Lijste der Namen van de Acteurs, en Actrices van de Amsterdamsche Schouburgh, behorende onder de Compagnie van Jan Hendrik Jordaan.
Acteurs.
Actrices.
Lijste der Treur en blij=spellen, gepresenteert aan De Edele Groot Achtbare Heeren Burgermeesteren ende Regeerders der Stadt Haarlem, door Jan Hendrik Jordaan, omme bij Welgemelte haar Edele Groot Achtbare sodanige spellen te verkiesen, als haar Edele Groot Achtbare op de aanstaande Kermis sullen gelieven te permitteren; te speelen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Loketkast 2.28.8 fol. 92 en 93 (in marge 1734)Wy ondergeschreeven verklaaren met dese onse Eygen Handteekening by Nimand verbonden of geaccordeert te zyn als in de Compagnie Van Jan Hendrik Jordaan om te Haarlem, zoo de permissie geoptineert werd te speelen.
Vorders Musikanten, oppassers, en bedienden alle behoorende aen de Amsterdamse Schouburg Verblyve met respect Eed. Grootagtbare Heeren UEdDW Dinaer Jan Hendrick Jordaan
Notitie van Treurspellen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Blyspeellen in vyf bedrijven
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Blyspellen van drie bedrijven
Klugt Spellen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Loketkast 2.28.8 fol 76 (in marge 1734); deze lijst is toegevoegd aan een rekest van Jan Hendrik Jordaan om te mogen optreden.Lyste van de Acteurs en Actrices vande Amsterdamse Schouwburg
Barbara Sierman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Summary
|
|