| |
| |
| |
[Nr. 67/68]
Chronologische catalogus van de polemische geschriften rond de ‘Nijkerkse Beweging’
De ‘Nijkerkse Beweging’, een religieuze opwekkingsbeweging te Nijkerk rond het midden van de achttiende eeuw, heeft aanleiding gegeven tot een reeks van geschriften, die nog slechts zeer ten dele beschreven zijn.
De beweging ontstond in november 1749. De plaatselijke predikant Gerard Kuypers,Ga naar eindnoot1Ga naar voetnoot* die ook verder een belangrijke rol zou spelen, maakte toen met een preek over Psalm 72:16 dusdanig indruk op zijn gehoor, dat zich kort hierna hevige ‘gemoedsaandoeningen’ voordeden. Eén en ander ging ook gepaard met allerlei lichamelijke verschijnselen.
Op zich waren dergelijke opwekkingsbewegingen in deze en later tijd geen uitzondering. Met name in Amerika en Schotland, maar ook in de Nederlanden deden zich rond deze tijd dergelijke bewegingen voor. De gebeurtenissen te Nijkerk echter, trokken - ook al vanwege de spektaculaire begeleidende verschijnselen - in het bijzonder de aandacht. Aanhangers, bestrijders en onpartijdige beoordelaars grepen naar de pen om hun oordeel te geven. Dit resulteerde in een stroom van ongeveer 125 geschriften en artikelen, die sterk in omvang variëren. De betreffende polemiek strekte zich uit over de jaren 1750 tot 1753 en kwam tot een einde op het moment dat ook de opwekkingsbeweging ‘verliep’.
Helaas kan in het bestek van dit artikel niet breder op geschiedenis en inhoud van opwekkingsbeweging en polemiek worden ingegaan. De hier gegeven catalogus beperkt zich tot het rangschikken van de polemiek in chronologische volgorde. Voor de bepaling hiervan beschikken wij over verschillende aanwijzingen. Dikwijls geeft een geschrift zelf nauwkeurige aanwijzingen betreffende het tijdstip van uitgave. Voorts vallen veel geschriften via de aankondiging in het maandelijks uitkomende tijdschrift Maandelykse Uittreksels of Boekzaal der geleerde Waerelt te dateren. Daarnaast kunnen eventueel in het geschrift vermelde data -
| |
| |
anders dan jaar van uitgave en dergelijke - van belang zijn en tenslotte biedt het feit, dat men elkaar onderling veel citeert, hulp bij het bepalen van de relatieve rangschikking.
De combinatie van genoemde aanwijzingen leidt tot een redelijk betrouwbare onderlinge rangschikking voor het merendeel der geschriften. De weinige titels die niet op deze wijze dateerbaar zijn, zijn per jaar bijeengebracht, aangezien het jaar van uitgave altijd bekend is. Om het zo verkregen overzicht te completeren zal - waar mogelijk - een korte inhoudsopgave worden toegevoegd, alsmede een vermelding van tenminste één vindplaats voor ieder nog traceerbaar geschrift.
De belangrijkste bronnen voor het materiaal van deze polemiek zijn achtereenvolgens:
1 | De vier bundels geschriften, aanwezig in de Universiteitsbibliotheek te Leiden,Ga naar eindnoot2 geciteerd als Ld 980 F 3,4, 5 of 6, gevolgd door een serienummer. |
2 | De catalogus, door W.P.C. Knuttel opgesteld van de pamfletten aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage (K.B.), geciteerd als Kn, gevolgd door het daar vermelde nummer. |
3 | De Maandelykse Uittreksels of Boekzaal der geleerde Waerelt, geciteerd als Boekz. gevolgd door jaartal, band, maand en pagina. |
4 | De Nederlandsche Jaerboeken, geciteerd als Ned. Jaerb. |
5 | Het Register van alle gedrukte schriften door Bibliophilus, waarin nog titels staan, die verder onvindbaar bleken.Ga naar eindnoot3 Dit werkje wordt geciteerd als cat 125 gevolgd door de pagina. |
6 | De niet onder de vorige vijf categorieën vallende titels zullen worden geciteerd met vermelding van de betreffende bibliotheek, gevolgd door het daar geldende catalogusnummer. |
Drs. A.M. Roest
| |
Catalogus
1 | Ld 980 F 323 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(1) Kn 18271Ga naar eindnoot4 Copye van drie brieven geschreeven van Dọ Gerhardus Kuypers, predikant te Nieukerk. Twee aan zyn Ouders en een aan Do. Wolterbeek, te Deventer. Over de Wonderlyke Beroeringen van het Doodelyke en Geesteloze Israël, en met den Zeegen daar over, Ter dier zelver Plaatze, den 19 November, 25 dito, 1749. En den 16 January 1750.
Amsterdam [1750]
Dit geschrift vormt het begin van de verwikkelingen rond de gebeurtenissen te Nijkerk. De drie brieven werden buiten Kuypers' medeweten en - naar hij zelf
|
| |
| |
| vele malen zegt - zeer verminkt uitgegeven. De uitgave bracht een stroom reacties op gang. De brieven vermelden zeer beknopt en niet altijd zonder onderlinge tegenspraak de gebeurtenissen, waar Kuypers zich zeer enthousiast over toont. Nog in 1847 verscheen een heruitgave.Ga naar eindnoot5 |
2 | Boekz. 1750a mei p581v.
Bekentmaking.Ga naar eindnoot6
In deze Bekentmaking neemt Kuypers afstand van de uitgave van cat 1. |
3 | Ned. Jaerb. 1752 p657-661
Copia van een Brief uit Campen, over het werk Gods in Niekerk, gedateerd den 1. Mey 1750.
Embden 1750
Deze brief van de proponent Gerardus Hemsing, die Nijkerk bezocht heeft en daarover mededelingen doet, is volgens de Leidse hoogleraar J. van den Honert buiten diens medeweten uitgegeven.Ga naar eindnoot7 In Kuypers' dagen was de brief al zo zeldzaam, dat hij vermeldt hem niet gezien te hebben.Ga naar eindnoot8 De overzichtsschrijver van de Ned. Jaerb. herdrukt hem daarom. |
4 | Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(2)
Brief, van een Vader aan zyn Zoon, Over twee Brieven van een Zoon aan zyn Vader, wegens het berugte Werk te Nieuwkerk.
Amsterdam 1750
Dit werkje wordt geadverteerd in de Leidsche Courant van 22 juni 1750.Ga naar eindnoot9 De tweede druk (aanwezig in de K.B.) wordt genoemd in de Boekz. 1750b aug. p227. De auteur zag cat 1, maar Kuypers nam er afstand van in cat 2; daarom wil de ‘Vader’ eerst bewijzen zien en stelt hij zich zeer kritisch op. |
5 | Eerste druk van Ld 980 F 67 en Kn 18278
Zie voor de titel en verdere bijzonderheden onder cat 8. Deze eerste druk wordt genoemd in Boekz. 1750a juni p684. Door mij werd de Twede Druk Vermeerdert met een twede Voorreden (cat 8) gebruikt. |
6 | Boekz. 1750a p703-705
Bekentmaking van D.G. Kuypers, Predikant der Gereformeerde Gemeente te Nieuwkerk op de Veluwe.
Kuypers reageert hierin op cat 4, noemt de schrijver een ‘Ouden Laffen Pasquilschryver’ en toont zich teleurgesteld. Hij kondigt een uitgebreid historisch verslag der gebeurtenissen aan.Ga naar eindnoot10 |
7 | Kn 18279
Dit geschrift kwam uit als zogenaamde tweede druk van cat 5.Ga naar eindnoot11 Na de hoofdtitel staat: ‘Tweede Druck met eenige ingevoegde Aanteeckeningen, door een Liefhebber der Waerheyt. Gedrukt voor den Aenteeckenaer 1750’. Deze nadruk van cat 5 maakt hierop kritische aantekeningen, die later van J. van den Honert bleken te zijn. Het geschrift wordt aangekondigd in Boekz. 1750b juli p111, waar de drukker van cat 5 zich ervan distantieert.Ga naar eindnoot12 |
8 | Ld 980 F 67 Kn 18278
Brief Geschreven aan de Wel Edele Juffer N.N. met een kort Aanhangzel Rakende de ongewoone Veranderinge en Bekeeringe in de Gemeinte te Aalten. Door Philippus de Roy, Bedienaar van het H.
|
| |
| |
| Euangeli aldaar. Twede Druk Vermeerdert met een twede Voorreden.
Zutphen 1750
Dit geschrift is de werkelijke tweede druk van cat 5, in tegenstelling tot cat 7. De brief is gepubliceerd vanwege de vele geruchten in het land en wil de werkelijke gebeurtenissen te Aalten duidelijk maken: één en ander heeft de gemeente geestelijk goed gedaan. De uitgave wordt aangekondigd in Boekz. 1750b juli p99. |
9 | Ld 980 F 521
Nodige Verantwoording weegens den brief van een vader aan syn soon, Geschreven over de twee brieven van een soon aan syn vader, Betrekkelyk tot het Berugte Werk te Nieuw-kerk. Toegepast op een bekentmaking door DS Kuipers, Gedaan in de Boeksaal van Juny 1750.
's-Gravenhage 1750
Dit is een directe reactie op cat 6 en een verdediging van cat 4. Kuypers wordt verweten onjuist en te hard gereageerd te hebben. |
10 | Ld 980 F 513 Kn 18273
Copy van een Brief, Geschreven uit Nieuwkerk. Door een Vader aan zynen Dogter, Wegens het berugte Werk der Bekeeringen aldaar, Met eenige Aanmerkingen en Waarschouwingen.
Amsterdam 1750
Deze brief, gedateerd 12-8-1750 is ondertekend door J. Hardes en beantwoordt vragen van de dochter naar aanleiding van de gebeurtenissen te Nijkerk. De schrijver adviseert het oordeel nog wat uit te stellen en te blijven ‘in 't geene gy geleert hebt’. |
11 | Ld 980 F 512 Kn 18272
Twee Brieven of Relazen, geschreven van twee onpartydige Personen aan hare Vrienden, wegens het wel berugte Werk der Bekeeringe tot Nieuwkerk. Met een Voorreden, Dienende tot Waarschouwinge en Vermaninge, van die gene, die van dat Geestes Werk smadelyk en lasterlyk spreken of schryven.
Leeuwarden 1750
De brieven worden uitgegeven als objectief getuigenis, noodzakelijk vanwege de spot van velen en de verlegenheid van anderen; ze zijn dan ook voornamelijk informatief. De houding tegenover de beschreven gebeurtenissen is gematigd positief. Een aankondiging staat in Boekz. 1750b sept. p349. |
12 | Ld 980 F 32
Egte Brief van Ds. Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe: aan Ds. François Kuypers. Predikant te Woudrichem. Uytgegeven door een van zyne Naastbestaande.
Gorinchem 1750
Deze brief, gedateerd 28-8-1750 wordt genoemd in Boekz. 1750b sept. p352 en is bedoeld als verklaring voor het uitblijven van een historisch verslag over en een verdediging van de gebeurtenissen in Nijkerk, die door de publikatie van cat 1 misverstand hebben gewekt. Het werk zal nu snel verschijnen. |
| |
| |
13 | Ld 980 F 612 KN 18282
Brief aan De Hoog Eerwaarde en Hooggeleerde Heer Joan van den Honert, Tako Hayoos Zoon, Hoogleraar der H. Godgeleerdheit, in de Hollandsche Universiteit te Leyden, Wegens de wondere Bekeeringen van Nieuwkerk en Aalten Geschreven door Eusebiophilus.
Leeuwarden 1750
De auteur is verheugd over de opwekkingen als deze tenminste juist blijken. Een grondig onderzoek door verstandige godgeleerden is nodig. Eusebiophilus vraagt Van den Honert dit te willen verrichten. |
14 | Ld 980 F31 Kn 18275 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(3)
Getrouw verhaal en Apologie of Verdeediging der zaaken voorgevallen te Nieuwkerk op de Veluwe door Gerardus Kuypers Predikant Aldaar.
Amsterdam 1750
Dit werk wordt gemeld in Boekz. 1750b sept. p352. Na een kerkelijke goedkeuring, die nog veel stof tot discussie zal leveren, geeft Kuypers de historische gang van zaken vanaf zijn komst te Nijkerk. Hij meent dat de verdraaide publikatie van cat 1 een vervormd beeld gaf. Zijn oordeel is nu gematigd positief. Vervolgens verdedigt hij de gebeurtenissen en weerlegt hij - soms al bij voorbaat - tegenwerpingen. Hij ontkent beschuldigingen van ‘geestdrijverij’. |
15 | Ld 980 F 613
Tweede brief Aan Den Hoog Eerwaarden en Hooggeleerden Heer Joan van den Honert, Tako Hayoos Zoon, Hoogleeraar der H. Godgeleerdheit in de Hollandsche Universiteit te Leyden, Wegens de wondere Bekeeringen van Nieuwkerk en Aalten. Geschreven door Eusebiophilus.
Leeuwarden 1750
Deze verder ongedateerde brief is een vervolg op cat 13 en een reactie op cat 14. Kuypers' geschrift heeft verwarring gebracht. Is het gebeurde bijbels en volgens de leer? De schrijver doet weer een beroep op Van den Honert één en ander te onderzoeken. |
16 | Ld 980 F 514 Beeldtenis van den leverigen en Getrouwen harder D.nus Gerardus Kuipers, Eerwaardig Leeraar in zyne Gemeente te Nieuwkerk op de Veluwe; Met eigen natuurlyke Verwen afgemaaid volgens zyn onlangs nu uitgegeven Getrouw Verhaal, enz.
Dordrecht 1750
Dit satirische gedicht, ondertekend door Jacques Branoe, is aanvankelijk overdreven positief ten aanzien van Kuypers, maar rekent tenslotte met hem af als een ‘Kuiper die het Heilig Vaatwerk krenkt’. Branoe citeert cat 14. |
17 | Ld 980 F 38
Iets weinigs, Ten Behoeve van den Eerwaarden Heere Gerardus Kuipers Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe; Betreffende zyn Getrouw Verhaal en Verdediging Weegens 't voorgevallene in zyne Gemeente, enz. Waar achter gevoegd is een soort van verdediginge der
|
| |
| |
| genen die zich gevoelen beledigt en eenigszins Mishandelt te zyn onder den Titel van Hedendaagsche Dweperye, Waar toe zy ontkennen niet te behooren.
Amsterdam s.a.
De schrijver heeft cat 14 gelezen. Hij acht Kuypers te goeder trouw en meent dat veel polemiek is ingegeven door ‘winstzucht’. Hij verdedigt ‘Nijkerk’ tegen de beschuldiging van ‘geestdrijverij’. |
18 | Ld 980 F 58 Kn 18274
Aanmerkingen op den Briev, Geschreeven uyt Niewkerk, door een Vaader te weeten J. Hardes, aan zyne Dogter, wegens het berugte Werk der Bekeeringe aldaar; Opgestelt door Gerardus Kuypers, Predikant aldaar.
Utrecht 1750.
In deze brief, kerkelijk goedgekeurd op 13-9-1750, verdedigt Kuypers zich tegen cat 10. Hardes ging in op zaken die niet de moeite waard zijn. Hij zou zijn eigen raad moeten volgen en het oordeel opschorten. Verdergaat Kuypers in op geruchten over vergelijkbare gebeurtenissen te Aalten. Hij heeft aan de plaatselijke predikant De RoyGa naar eindnoot13 informatie gevraagd en de feiten blijken genuanceerder dan de geruchten. Ook heeft hij Hardes bezocht. |
19 | Onvindbaar
Godtvrugtige Vermaningen aan alle Vromen in de Provintie van Frieslandt. Handelende over de Bekering van Nieuwkerk en Aalten. Zynde een Missive geschreven van Amersfoort, door een Geoeffent Christen, welkers onwrikbare Grondstellingen zyn, dat het zonder Geloof en Heiligmakinge onmogelijk is Gode te behagen.
Leeuwarden 1750
Dit geschrift, vermeld in Boekz. 1750b sept. p349 bleek onvindbaar. |
20 | Ld 980 F 68 Kn 18280
De onfeilbare Proef-Steen van De nieuwe en zeldzaame Bekeering, of Grondig Onderzoek Van de onregelmatigheit der wonderlyke Bekeeringe te Aalten, Beneffens eenige Aanmerkingen over het gedrag van den Eerw. Praedikant Philippus de Roy, En De Approbatie der Theologische Faculteit, te Harderwyk. Ter behoorlyke defensie aan de Eerwaarde Heer De Roy opgedragen Door Twee goede Vrienden.
Leeuwarden 1750
De schrijvers van dit werk, gemeld in Boekz. 1750b sept. p349, waren eerst neutraal, maar ontdekten tegenstrijdigheden. Ze wensen nu een grondig onderzoek. Het hoofdonderwerp is Aalten, maar ook Nijkerk en een aantal buitenlandse plaatsen worden vermeld. De Roy had kritischer moeten zijn. In zijn tweede druk cat 8 is hij redelijker, maar spreekt zich daardoor soms tegen. Redelijkheid en verstandelijkheid staan voor de schrijvers hoog genoteerd.Ga naar eindnoot14 |
21 | Ld 980 F 621 Kn 18283
Brief van Pius Logophilus aan een zyner vrienden wegens de Beroeringen te Huizen.
Harlingen 1750
|
| |
| |
|
Deze brief, gedagtekend 15-9-1750 wordt gemeld in Boekz. 1750b okt. p457. De schrijver wilde al lang tegen de dweperij ingaan. De beweging sloeg over naar andere plaatsen, bijvoorbeeld Huizen. Logophilus doet daar uitvoerig verslag van en toont zich ‘ontstigt’. |
22 | Ld 980 F 614 Kn 18284
Nieuw beproefd Genees-Middel Voor de Valsche Insluipinge van het Melancholyke en Phlegmatyke Temperament, in Zaken van Godsdienst, Ter Gelegenheit Van de berugte Nieuwkerksche en Aaltensche Bekeering, na een Onpartydig en Geneeskundig onderzoek, Uitgevonden Door Een Docter in de Medicynen.
Leeuwarden 1750
Deze beschouwing, aangekondigd in Boekz. 1750b okt. p457 is een reactie op het consult van ‘Jan Bloedryk’ en zoekt lichamelijke en natuurlijke oorzaken. Zondaars zijn vaak melancholiek, het dieet was vanwege de armoede slecht, schreien werkt aanstekelijk, een meerderheid der ‘beroerden’ zijn vrouwen en kinderen. De schrijver veroordeelt goede bekeerden niet, maar men moet vanaf de kansel terughoudend zijn, medicijnen gebruiken en bij Gods Woord blijven. |
23 | Ld 980 F 66
Zedelyke en Ernstige Aanmerkingen, Over de uitgekomene Stukken tegens het Bekeerings werk van Aalten en Nieuwkerk, En bezonder tegen het nieuw beproefd Geneesmiddel &c. door een Docter in de Medecynen.
Harlingen 1750
De ondergetekende, P.S., wilde al lang zijn mening geven. Cat 22 was er een goede aanleiding toe. De schrijver waarschuwt ertegen en doet een poging het geschrift te weerleggen.Ga naar eindnoot15 |
24 | Ld 980 F 615 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(7)
Brief van een Vriend te Utrecht Aan zynen Vriend te Nieuwkerk; Vervattende een Zedige en Christelyke Vermaning tot Troost en Opwekking voor de Verslagenen in de Gemeentens van Gods Kerke te Nieuwkerk en Aalten.
Amsterdam 1750
Deze brief, gedagtekend 8-10-1750, wordt gemeld in Boekz. 1750b okt. p477 en is een verhandeling over de werking van de Geest. Men moet letten op de vruchten. De geest werkt niet on-middellijk, maar via verlichting van het verstand. Volkomen zekerheid is zeldzaam, maar er is wel zekere hoop. |
25 | Ld 980 F 316 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(4) Kn 18277
Brief aan den Wel-Eerw. Heer Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe, Behelzende eenige Aanmerkingen op zyn Getrouw Verhaal en de Apologie, Of Verdediging van zaken, aldaar voorgevallen.
Amsterdam 1750
Deze brief met dagtekening 15-10-1750 en gemeld in Boekz. 1750b okt. p477, gaat in op Kuypers' cat 14. De auteur meent dat cat 1 echt is, omdat Kuypers het tegendeel niet bewijst. Cat 14 acht hij niet ‘getrouw’. Hij oordeelt negatief
|
| |
| |
| over ‘Nijkerk’ en betwijfelt of Kuypers' collega Roldanus het in alles met hem eens is. |
26 | Ld 980 F 33 Kn 18276
Aenmerkingen Op het Werkjen, door Do. Gerardus Kuipers Uitgegeeven, met dit opschrift, Getrouw Verhael en Apologie, of Verdediging der zaeken, voorgevallen in de gemeente te Nieuwkerk op de Veluwe. Waerby gevoegd is een Verhael Van eenige Geleerde en Onbesproke Menschen, die zig, eenige dagen, te Nieuwkerk opgehouden, en de zaken aldaer nauwkeurig onderzogt hebben.
Amsterdam 1750
Dit boekje, aangekondigd in Boekz. 1750b nov. p617Ga naar eindnoot16, verscheen anoniem, maar bleek later evenals cat 7 van de hand van J. van den Honert.Ga naar eindnoot17 De auteur beweert dat cat 1 authentiek is en probeert dit aan te tonen. Hij suggereert dat Kuypers de enige veroorzaker is en dat Roldanus erbuiten staat. Kuypers' pastorale begeleiding zou voorts onvoldoende zijn. De auteur citeert enige ooggetuigen,Ga naar eindnoot18 die van 17 tot 20 juli 1750 de zaak ter plaatse hadden onderzocht en meent dat de beweging al over het hoogtepunt heen is. |
27 | Ld 980 F 618
Het waare Christendom; op nieuw, door Gods Geest en byzondere genade, doorgebroken in Nederland of Zendbrieven van Jan van Lambroek; Aan de Heil-Zoekende Broederen en Zusteren: Om dezelve te vertroosten, tegen alle verleiding te waarschouwen, en hen tot Lydzaamheid aan te maanen onder het lasteren van veele Liefdenlooze Naam-Christen. Behelzende een onpartydig onderzoek en liefdenryke beoordeling van de ontstane ontroeringen en het bekeeringswerk te Nieuwkerk, te Aalten, en andere plaatzen meer, door verscheide aanmerkelyke voorbeelden opgehelderd.
Amsterdam 1750
Dit geschrift, gemeld in Boekz. 1750b nov. p616, is bedoeld als steun voor ‘Nijkerk’. Men moet geen aanleiding geven voor de beschuldiging van dweperij. Kuypers wil dat ook niet. Er zijn ook negatieve kanten. De schrijver geeft criteria voor de beoordeling. |
28 | Boekz. 1750b nov. p624
Bekentmaking.
De schrijver van cat 26 meldt dat hij ds. Gabr. de Normandie ten onrechte als ooggetuige heeft geciteerd.Ga naar eindnoot19 |
29 | Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(5)
Lofzang ter eere van de Bestryders der Hedendaagsche Dweperye.
Amsterdam 1750
Dit gedicht uit november 1750 op naam van Philip Zweerts, is gericht tegen dweperij. Zweerts ziet er Gods werk niet in. |
30 | Kn 18285
Waarschuwinge tegen de Geestdrijverij vervat in een Brief aan de Doopsgezinden in Friesland geschreeven door Joannes Stinstra Leeraar der Doopsgezinden te Harlingen.
|
| |
| |
|
Harlingen 1750
De briefGa naar eindnoot20, gedateerd 7-11-1750 beschrijft wat geestdrijverij is, en meent dat de rede voldoende is om tot inzicht te komen. Geestdrijverij werkt ook bepaalde zonden in de hand. Stinstra toont hoe het verschijnsel ontstaat en hoe gevaarlijk het is. De rede is het enige beoordelingscriterium. Hij waarschuwt de lezers zich niet met geestdrijverij in te laten. |
31 | Ld 980 F 69 Kn 18281
De Feilbaarheid van den zo genaamde onfeilbaren Proefsteen aangewezen Of zedige Verdedinge en Antwoord aan de twee goede Vrinden, En hunne aanmerkingen op een Brief, rakende de ongewoone Veranderinge en Bekeeringe in de Gemeinte te Aalten. Door Philippus de Roy. Bedienaar van het H. Evangeli aldaar.
Zutphen 1750
Dit boekje, gemeld in Boekz. 1750b dec. p719 en kerkelijk goedgekeurd op 16-12-1750 is een reactie op cat 20. De Roy wenst een onpartijdig oordeel. De tegenstanders hebben de situatie niet goed onderzocht. Hij houdt de beroeringen voor een middel en niet voor het doel. Niet iedere ‘beroerde’ is bekeerd, maar het wekt wel verwachtingen en van geestdrijverij is geen sprake. |
32 | Ld 980 F 310 Kn 18339
De eere Godts, en de werkinge des Geestes bevestigt, in het trouwhertig ontdekken van den Aanmerker of de Zake Gods Verdedigt, tegens de losse en liefdelooze Aanmerkingen met het daar bygevoegde Verhaal, over eenige dagen uitgegeven, tegens het getrouw Verhaal van Do. G. Kuipers, en het Werk des Geestes te Nieuwkerk. Zynde dit Werkje ingericht, zoo ter Bevestiginge van het voornoemde Verhaal; als tot Opwekkinge van des Heeren Volk, om in deze Geestelooze dagen, van Godt aftesmeken, dat die Geest van Overtuiginge en des Geloofs in Christus, welke zoo krachtdadig werkt te Nieuwkerk en op andere Plaatsen, zich mocht werkzaam vertoonen in alle de Gemeintens van ons geliefde Vaderlandt. Opgestelt Door een Beminnaar van Zions welstant.
Rotterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1750b dec. p721v. verdedigt ‘Nijkerk’ tegen de ‘verharden’ en bestrijdt de schrijver van cat 26. |
33 | Boekz. 1750b dec. p705-718 Kn 18340
Verantwoording van den Schryver, wiens Aanmerkingen Tegen het Werkjen van Do. Gerardo Kuipers, Te Amsteldam, by Adr. Wor, gedrukt zyn, Tegen een Geschrift Dat te Rotterdam by H. van Pelt wordt uitgegeven.
Amsterdam 1751
Deze verantwoording, zowel in de Boekz. als los gepubliceerd, bestrijdt cat 32. De schrijver merkt o.a. op, dat de echtheid van cat 1 wel van belang is vanwege de strijdigheid met cat 14. |
34 | Kn 18364
Trouhertige Waarschouwing Tegen het Doodelyk Banket, opgedist
|
| |
| |
| op een Doopsgesinde-Schotel, door Johannes Stinstra, Berugt, Verdagt, en zoogenaamt Leeraar der Doopsgesinden tot Harlingen, Onder de Naam van Waarschouwingen tegen de Geestdryvery. Aan alle regtzinnige Doopsgesinden in Friesland en in andere Provinciën: Nevens alle, dewelke langs de eenige door Godt geopenbaarde Behoudweg in den gezegenden Zaligmaker Jesus Christus haar Heyl en Zaligheit zoeken. Door Jacobus Bosch.
Leeuwarden [1750]
Dit pamfletGa naar eindnoot21, gedateerd 24-12-1750, constateert twee uitersten: geestdrijverij en deïsterij. Het eerste is het resultaat wanneer de rede vaarwel wordt gezegd, het tweede wanneer de rede wordt gezien als onfeilbaar richtsnoer. Beide zijn te verwerpen en Stinstra maakt zich aan het tweede uiterste schuldig.Ga naar eindnoot22
* * *
De nu volgende titels cat 35 t/m cat 39 zijn eveneens in deze periode uitgekomen, maar om redenen van onvindbaarheid en/of ontbreken van enige nadere dateringsgrond niet nauwkeuriger te plaatsen. |
35 | Onvindbaar
Spoore aan Do. G. Kuypers om zyne beloofde Brieven, over de bekeeringen te Nieuwkerk uyt te geven.
Amsterdam 1750
Een pamflet in dichtvorm, onder het pseudoniem ‘Pro Veritate’; door mij niet gelezen.Ga naar eindnoot23 |
36 | Ld 980 F 616
De Wonderlyke In-, Om- en Weder-keering Van veel Genadelooze Zielen, tot den Levendigen Godt. In Westerbroek, Hoogeveen, Vries Meppel, Daalen en Beylen. Vertoond in Twee Brieven: De eerste van den Adjudant G.J. Thymen, te Groningen, 1749 en de Tweede van de Proponent Andreas Klink, uyt Zeeland.
Amsterdam 1750
De brieven geven een verslag en worden door een positief getint gedicht gevolgd. |
37 | Onvindbaar
De grote en ontsaggelyke Wonderen der Genade, die Godt tegenwoordig werkt en doet aen de Inwoonders van Nykerk in Gelderland, en wyders in verscheyde Dorpen daer omtrent, als Barnevelt, Lunteren, Putten en Nunspeet... in 't ligt gesteld door A.P.
Amsterdam 1750
Dit geschrift is door mij niet gelezen.Ga naar eindnoot24 |
38 | Onvindbaar
Brief aan den Heere N.N. rakende de ongewone Veranderinge en Bekeeringe te Nieukerk en Aalten enz. hebbend zyn Reflecci op de onlangs uitgegevene Brief, geschreven aan de Wel Edele Juffer N.N. door Phil. de Roy.
Amsterdam 1750
|
| |
| |
|
Dit geschrift is door mij niet gelezen.Ga naar eindnoot25 |
39 | Onvindbaar
Verdediging der Jansenisten, omtrent de Bekeering by 't Graf van den Abt Paris, tegen de Convulsionarissen van Nieukerk in een Brief aan de Heer G. Kuipers, Predikant tot Nieukerk voorgesteld door Zeelanders Neef.
Harlingen 1750
Dit pamflet is door mij niet gelezen.Ga naar eindnoot26 |
40 | Onvindbaar
De Nieuwkerksche Beweging ter toetze gebragt, bij gelegentheit van een rondtborstig en onpartydig gesprek tusschen een Predikant en een Landman, voorgevallen in de Schuit van Utrecht op Leyden, over het stuk der Hedendaagsche Dweperyen en bygelovigheden door Justus Waarmond.
Dordrecht 1750
Dit geschrift,Ga naar eindnoot27 gemeld in Boekz. 1751a jan. p68 is door mij niet gelezen, maar dient voor cat 41 geplaatst te worden, waar het wordt aangehaald. |
41 | Ld 980 F 617
Aanmerkenswaerdige Brief Van zeker voornaam Heer uit Utrecht, Geschreven aan zynen Vriend, Over het berugte en wydvermaarde werk van de Bekeering der Nieuwkerkers en Aaltenaars. Tot opwekking, voortgang ondersteuning en vertroosting van alle ware, oprechte en heilzoekende Kristenen. Benevens het echte, 't geen de Schryver zelf ondervonden heeft, by het doorreizen, onder het gehoor van Dọ Kuypers Tegen alle Lasteraars der gemelde Bekeering en Vroomen in het licht gegeven door Willem P...
s.l. 1750
Deze brief, gedagtekend 20-10-1750, wordt aangekondigd in Boekz. 1751a p67 en is bedoeld ter verdediging van ‘Nijkerk’. De schrijver is zeer positief in zijn oordeel en heeft één en ander onderzocht. Hij noemt cat 40 als voorbeeld van lastering en zegt zelfs de identiteit van ‘Waarmond’ te kennen.Ga naar eindnoot28 Hij is zelf onder Kuypers' gehoor geweest. |
42 | Ld 980 F 322 Kn 18341
Lettergeregt Opgedist in een Papiere Schoteltje voor het gehemelte des genen, die de Verstandige Aanmerker op het Getrou Verhaal van Do. G. Kuypers zoo verstandeloos meint te ontdekken in zyn Kragteloos Werkje, Zoo als het zelve voor den naamloozen Autheur gedrukt, en te Rotterdam te bekomen is, By Hendrik van Pelt, Boekverkoper 1751.
Dordrecht 1751
De schrijver van dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751a jan. p67, reageert zeer scherp op cat 32. Hij citeert cat 28 als bewijs voor de eerlijkheid van de Aanmerker en adviseert Kuypers tegen de beroeringen in te gaan. |
| |
| |
43 | Onvindbaar
Zamenspraak tusschen een Boer, een Predikant en een Student, over de zogenaamde fijnen. Inzonderheit over het berugte werk van de Bekeering der Nieukerkers; alles ter toetse gebragt, ten nutte van het Gemeen, opgehelderd met aenmerkelyke geschiedenissen van onkunde.
Dordrecht 1750
Dit geschrift,Ga naar eindnoot29 gemeld in Boekz. 1751a jan. p68, is door mij niet gelezen. Er wordt op gezinspeeld in cat 44. |
44 | Ld 980 F 310 Kn 18342
Tweede stukje van de Eere Godts en de Werkinge des Geestes Bevestigt in het trouwhertig ontdekken van den Aanmerker, En zyne nadere Verantwoordinge, dat te Amsterdam by Dirk onder de Linden wordt uitgegeven. Of de Zake Gods Verdedigt, Tegens de losse en liefdelooze Aanmerkingen met het daar byvoegende Verhaal, over eenige dagen uitgegeven, tegens het getrouw Verhaal van Do. G. Kuipers, het het Werk des Geestes te Nieuwkerk. Zynde dit Werkje ingericht, zoo ter Bevestiginge van het voornoemde Verhaal; als tot Opwekkinge van des Heeren Volk, om in deze Geestelooze dagen, van Godt aftesmeken, dat die Geest van Overtuiginge des Geloofs in Christus, welke zoo krachtdadig werkt te Nieuwkerk en op andere Plaatsen, zich mocht werkzaam vertonen in alle de Gemeintens van ons geliefde Vaderlandt. Opgestelt door een Beminnaar van Zions welstant. Hier by gevoegt een aangename Brief van eenige Amsterdamsche Vroomen, betrekkelyk op deze zaken van Nieuwkerk.
Rotterdam 1751
Dit geschrift, gedagtekend 14-1-1751 en gemeld in Boekz. 1751a jan. p69v. is een voortzetting van cat 32 en een bestrijding van cat 26, 33 en 42. Ingegaan wordt op de inhoud van cat 33 en aan het slot staat een brief uit Amsterdam, die cat 32 prijst. |
45 | Ld 980 F 619 Kn 18362a
Het Trotsche Babel der zogenaamde Fynen, voornamelyk der Nieuwkerkeren en Aaltenaren, Bestraft, en ernstig opgewekt tot boete en bekeeringe, om geene Deelgenoten te zyn van den laatste val van het geestelyk Zodom en Egipten, door Pamphilus.
Dordrecht 1751
Door een op het titelblad vermelde boekverkoper wordt in Boekz. 1751a feb. p211 ontkend, dat het pamflet bij hem te koop is. Het is gesteld in dichtvorm. De rede is zoek te Nijkerk; de ‘fijnen’ zijn huichelaars. De waarheid moet zwichten voor schijn. Kuypers is de aanstichter, Gods voorschriften zijn heel anders. De dweperij moet verjaagd worden. |
46 | Ld 980 F 46 Kn 18349
Briev van Gerardus Kuypers, Predikant te Niewkerk op de Veluwe, aan de Leeraaren onzer kerk.
|
| |
| |
|
Leiden 1751
Kuypers geeft in deze brief, gemeld in Boekz. 1751a maart p330, uitvoerig en genuanceerd zijn oordeel over de gebeurtenissen. Hij vraagt een onpartijdige beoordeling en zegt ook zelf bepaalde zaken af te keuren. Daarom heeft de kerkeraad - hier afgedrukte - besluiten genomen. De oefeninghouders hebben beloofd zich eraan te houden.Ga naar eindnoot30 |
47 | Ld 980 F 312 Kn 18343
Vrymoedige en ernstige Verdediging Van het Werk Gods Te Nieuwkerk. Voornamelyk ingerigt tegen de berugte Aanmerkinge op het getrouw verhaal van Dọ Cuypers, Aantonende de onwaarschynlykheid dat den Professoor Joan van den Honert, De Schryver zou zyn, met eenige Aanmerkinge, op eenige plaatsen van des Professoors Boek, De Mensch in Christus. Door een Liefhebber der Waarheid.
Gorinchem 1751
Dit werk, gemeld in Boekz. 1751a maart p334, neemt het op voor ‘Nijkerk’ en meent dat dit soort zaken al eerder voorkwamen. Nadat men ‘verzekerd’ is gaan de aandoeningen over. De schrijverGa naar eindnoot31 weerlegt de Aanmerker en probeert aan te tonen, dat deze niet met Van den Honert vereenzelvigd kan worden. Hij citeert gelijksoortige gebeurtenissen in Schotland en meent, dat de tegenstanders uit zijn op een ‘beredeneerd Christendom’. Vaak is de angst voor verdoemenis de grond voor de aandoeningen. Niet ieder, die aangedaan is, is werkelijk bekeerd. |
48 | Ld 980 F 39
Medicinael recept of Gepaste Raedgeving voor den Aenmerker op het getrouw verhael en de Apologie van Dọ Gerardus Kuipers, door een Liefhebber van Zion.
Rotterdam 1751
Dit pamflet noemt cat 47 en reageert op cat 26. Het laatste wordt een goddeloos geschrift genoemd, want het gaf Kuypers een vuile en verrotte raad. De opsteller krijgt daarom zelf een ‘Medicinael recept’. |
49 | Vrije Universiteit Amsterdam Pfl P.K. 1
De klagende Godvrucht versterkt. Triömfloof voor den Schryver der Aenmerkingen op het Werkjen van D. Kuipers.
Amsterdam 1751
Dit pamfletGa naar eindnoot32 wordt gemeld in Boekz. 1751a maart p334 en wil een verdediging in dichtvorm zijn van cat 26. |
50 | Ld 980 F 622 Kn 18360
Schriftuurlyk onderzoek over het werk der Bekeering zo in Gelderlandt Als elders, in onze Dagen. Waar in aangewezen wort, voornamelyk tegen den zo genoemden Zedemeester der Kerkelyken, dat deze zake zich niet laat beslissen door de menschelyke Rede, en dat zy ook, die de byzondere werkingen van den H. Geest niet door enige bevinding kennen, en van den weg tot Christus niet wel gevoelen, noch met het woordt des Heren ootmoedig raadplegen, daar over gene bevoegde Rechters zyn. Door Theophilus Frisius.
Leeuwarden 1751
|
| |
| |
|
De auteur van dit werk, aangekondigd in Boekz. 1751a maart p336, vindt het niet vreemd dat men eerst over ‘Nijkerk’ twijfelde. Kuypers verdient echter vertrouwen en niets is strijdig met de Schrift. Het is mogelijk dat angst - voor het zieleheil - de uitingen veroorzaakt. Frisius meent wel dat niet alles aan Gods Geest is toe te schrijven, maar hoopt dat God het door hem begonnen werk zal voortzetten. |
51 | Ld 980 F 47 Kn 18344
Briev welken Joan van den Honert, T.H. Soon. Professor en Predikant te Leiden, aan den Schryver van een Boekjen, te Gorinchem Gedrukt by Teunis Horneer, Geschreven en geplaatst heeft agter Twee Andere Brieven, Welker Eerste geschreven is aan Dọ Philippus de Roy, Predikant te Aalten, over syne twee uytgegevene schrivten, En de Twede aan Dọ Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe, over synen Briev aan de leraren onser Kerke.
Amsterdam 1751
In dit werk, gemeld in Boekz. 1751a april p457 en juni p680, ontpopt Van den Honert zich als de auteur van de Aanteeckeningen op cat 5 en van cat 26. Hij verdedigt deze geschriften en maakt nog meer kritische opmerkingen aan het adres van De Roy. In de tweede brief zegt hij dat Kuypers' cat 46 hem meer behaagde dan zijn voorgaande geschriften. Toch moet Kuypers bewijs leveren en cat 1 zelf publiceren. De derde brief gaat in op cat 47 waar Van den Honerts boek ‘Mensch in Christus’ verkeerd geciteerd en ten onrechte gebruikt wordt. |
52 | Ld 980 F 321 Kn 18351
Briev van Gerardus Kuypers: predikant te Niewkerk op de Veluwe, aan den Wydberoemden Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leiden.
Leiden 1751
Deze brief, gedateerd 13-4-1751, wordt aangekondigd in Boekz. 1751a april p456 en is een reactie op cat 51. Kuypers kondigt een antwoord aan en meent dat Van den Honert, ondanks zijn ervaring verstrikt raakt. |
53 | Ld 980 F 42 Kn 18352 Boekz. 1751a april p435-455
Antwoord van Joan. van den Honert, T.H. Soon, Professor en Predikant te Leiden, aan Do. Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe.
Amsterdam 1751
De eerste druk van dit Antwoord verscheen in Boekz. 1751a april p435-455. De ‘twede Druk, Met een Aanhangsel vermeerderd’, (Ld 980 F 42) wordt gemeld in Boekz. 1751a mei p568. Het is een reactie op cat 52. Van den Honert erkent weer de Aanmerker te zijn. Hij wenst nog steeds publikatie van cat 1 door Kuypers zelf, wanneer deze zijn beschuldigingen volhoudt. Er zijn elders al eerder dergelijke gebeurtenissen geweest, maar die werden stil gehouden. Van den Honert had ze te Katwijk zelf kunnen verwekken, maar heeft er op toegezien dat te vermijden. |
54 | Ld 980 F 511
Brief van W.R.Q. aan den wydberoemden heere Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe. Ten dienste van hen, die
|
| |
| |
| niets minder zoeken, dan hunne Mededienstknegten te slaan, in het licht gegeven.
Dordrecht 1751
Deze brief, gedateerd 8-5-1751, reageert op Kuypers' cat 52 en geeft hem de ‘welgemeende’ raad bondiger te antwoorden, omdat hij anders de overwinning op Van den Honert nooit zal behalen. |
55 | Ld 980 F 321 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(6) Kn 18353
Tweede Briev van Gerardus Kuypers, Predikant te Niewkerk op de Veluwe, aan den Wydberoemden Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leiden.
Leiden 1751
Deze ‘Tweede Briev’, gedateerd 18-5-1751 en aangekondigd in Boekz. 1751a mei p561 beantwoordt Van den Honerts cat 53. Kuypers had hem geraden af te wachten, maar Van den Honert verwart zich overijld in nieuwe knopen. Hij is te liefdeloos en valt aan in plaats van af te wachten. Kuypers zegt veel achting voor hem te hebben. |
56 | Ld 980 F 313 Kn 18345
Antwoord Aan den Hoog Eerwaarde Heer Joan van den Honert, Op den Brief van de Professor geschreven tegen den Autheur van de Ernstige en Vrymoedige Verdediging van het Werk Gods te Nieuwkerk. Waar in is gevoegt een Verhaal van het werk der overtuyging en bekeering van den Jaare 1746 te Werkendam voorgevallen, door Jacob Groenewegen.
Gorinchem 1751
Groenewegen verdedigt in dit werk,Ga naar eindnoot33 gemeld in Boekz. 1751a mei p563v. zichzelf tegen cat 51 van Van den Honert. De hoogleraar heeft geen juiste argumenten gebruikt. Vroeger was Van den Honert veel positiever, bijvoorbeeld ten aanzien van vergelijkbare gebeurtenissen in Groenewegens woonplaats Werkendam in 1746. Hij kan en mag ‘Nijkerk’ dus niet bestrijden. In zijn cat 53 spreekt hij zichzelf tegen. |
57 | Boekz. 1751a mei p601-604
Naberigt van de Schryvers en Uitgever der Boekzaal.Ga naar eindnoot34
Dit bericht is een verweer tegen geuite beschuldigingen van partijdigheid van schrijvers en uitgever van de Boekzaal. |
58 | Ld 980 F 515 Kn 18346Ga naar eindnoot35
Nederige verdediging van het werk des Heiligen Geestes, in de Overtuiging en Bekeering van vele Zielen, eenige jaren geleden in Schotland, en nu onlangs te Nieuwkerk, en op andere plaetsen in Gelderland, tegens De Misduidingen en Tegenwerpingen van een Naemloos Schryver, In een Boek genaemt Aenmerkingen op het Verhael en de Verdediging enz. van Dọ Kuipers door Hugh Kennedy Predikant in de Schotsche Gemeinte te Rotterdam Getrouwelijk uit het Engelsch vertaelt door Willem Hoog en Jakobus de Koningh.
Rotterdam 1751
Van dit werk van Kennedy zijn drie drukken bekend.Ga naar eindnoot36 De aankondiging van
|
| |
| |
| de tweede en derde druk staan respectievelijk in Boekz. 1751a juni p681v. en in Boekz. 1751b okt. p435. Kennedy acht het zijn plicht Kuypers te verdedigen tegen de Aenmerker, die niet goed op de hoogte is. Kennedy stelt gebeurtenissen in Schotland en nu in de Nederlanden op één lijn met de pinksteruitstorting. |
59 | Ld 980 F 43 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(6) Kn 18354
Twede Antwoord van Joan van den Honert, T.H. Soon Professor en Predikant, te Leiden, Op den Tweden Briev van Dọ Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe: met een Aanhangsel Wegens het onlangs uytgekomen Werkjen van Dọ Hugh Kennedy, Predikant in de Schotsche Gemeente, te Rotterdam.
Leiden 1751
In dit geschrift, gemeld in Boekz. 1751a juni p680 en gedateerd 27-5-1751, reageert Van den Honert op cat 55 en verdedigt zich. In het aanhangsel, gedateerd 9-6-1751, gaat hij in op Kennedy's cat 58, en verwijt hij hem te weinig Nederlands te kennen om met kennis van zaken te disputeren. In een toegevoegde brief van 9-6-1751, wordt ingegaan op de echtheid van cat 1. |
60 | Ld 980 F 54 Kn 18361
Gerardus Kuipers Ja en Neen, uit onderlinge vergelyking van desselfs Schriften opgemaakt, bewesen, beredeneert, en uytgegeven, Tot Onderrigting en Verbetering.
Leiden 1751
Dit anonieme werkje, gemeld in Boekz. 1751a juni p681, zet Kuypers'geschriften naast elkaar in twee kolommen om aan te tonen dat deze zich op veel punten tegenspreekt en dus ongeloofwaardig is. |
61 | Ld 980 F 519 Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304(11)
Borstwapen ter Zedige Verdediging Tegen onregtmatige verdenking &c. over het achterblyven der uytgave van het tractaetje, genaamt Zedige Aandagt &c. In de Boekzaal Jan. 1751 vermelt, provisioneel defensive aangehangen. Door Benjamin van Medenbach, Predicant ter Stede Winkel.
Amsterdam 1751
Dit werkje, genoemd in Boekz. 1751a juni p685 en ook nog in Boekz. 1751b aug. p208, is een verdediging voor het uitblijven van cat 69, al aangekondigd in Boekz. 1751a jan. p71. Van Medenbach was eerst kritisch ten aanzien van ‘Nijkerk’, maar oordeelt na een bezoek positiever. |
62 | Ld 980 F 41 Kn 18350
Oud en Nieuw, of twee historische Verhandelingen, over de wel eens verregaande hartstogtelyke blyken van boetveerdigheid, in de eerste eeuwen van 't Christendom; en de verscheidene beschuldigingen teegen de eerste christenen ingebragt; vergeleeken met het geen in deeze daagen is gebeurt. Door Gerardus Kuypers, predikant te Niewkerk op de Veluwe.
Leiden 1751
Kuypers toont in dit werk, genoemd in Boekz. 1751b juli p77, dat de eerste
|
| |
| |
| gemeenten op dezelfde gronden bestreden werden als ‘Nijkerk’ nu. Hij ziet grote overeenkomsten, zodat de legitimiteit van ‘Nijkerk’ is verzekerd. |
63 | Ld 980 F 44 Kn 18355
Derde Antwoord van Joan van den Honert, T.H. Soon, Professor en Predikant, te Leiden, aan Dọ Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe, Wegens desselvs Twee Historische Verhandelingen, door hem, onder den naam Oud en Nieuw, uytgegeven.
Leiden 1751
Dit werk, gemeld in Boekz. 1751b juli p77 en gedateerd 17-7-1751, reageert op cat 62. Van den Honert is niet overtuigd en blijft negatief. |
64 | Ld 980 F 314 Kn 18348
Naauwkeurig Onderzoek van welken geest het berugt Beroeringswerk van Nieuwkerk op de Veluwe zy. Waarin het Getrouw Verhaal en de Apologie van Ds. Gerardus Kuypers Predikant aldaar, voor zo verre het dat berugte Werk betreft ter toetse gebragt worden.
Harlingen 1751
Dit anonieme geschrift, aangekondigd in Boekz. 1751b juli p82, werd wel aan J. StinstraGa naar eindnoot37 toegeschreven,Ga naar eindnoot38 zij het ook niet algemeen.Ga naar eindnoot39 Een afdoend antwoord valt niet te geven.Ga naar eindnoot40 De auteur meent, dat Kuypers' bewijs onvoldoende is in cat 62. Hoewel het geschrift over het algemeen verdraagzaam is, zijn de voetnoten soms scherp. De schrijver zoekt de verklaring voor ‘Nijkerk’ in natuurlijke oorzaken. |
65 | Ld 980 F 56
Onpartydige Aanmerkingen, over de thans zwevende geschillen tusschen den hoog eerw. hoog geleerden, en wyd vermaarden heer Joan van den Honert, T.H. Soon Hoog ge-acht hoog-leeraar der H. Godgeleertheit, Enz. te Leiden en den veel eerw. welgeleerden heer G: Kuypers, Beroemd Predikant te Nieuwkerk, Allezints gericht, tot bevordering van de dierbare waarheid en de lieffelyke vrede door Eireenophilus.
Amsterdam 1751
Dit onder pseudoniemGa naar eindnoot41 geschreven pamflet wordt gemeld in Boekz. 1751b aug. p206. De schrijver wil een afwachtende middenpositie innemen, roept op tot vrede en relativeert standpunten van voor- en tegenstanders. |
66 | Ld 980 F611 Kn 18362
Ernstige en nuttige Samenspraak, over het Werk des Heeren Te Nieuwkerk, te Aalten En op andere Plaatsen; En over deszelfs Schriften voor en tegen, zo wel die van Dọ Kuipers, Als van den Professor Van den Honert, Dọ Kennedy en Groenewegen, enz. Om nader Begrip te krygen van die bewuste, en berugte Verschillen. Door een die Zions Welstant van herten wenscht.
Rotterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b aug. p201, verdedigt ‘Nijkerk’ in de vorm van een samenspraak. ‘Letterkundigen’ kunnen en mogen niet oordelen. Van
|
| |
| |
| den Honert neemt Kennedy niet serieus. De auteur distantieert zich van Van Medenbachs cat 61. |
67 | Onvindbaar
Letter-bundel van veelerly hedendaagse en wetenswaardige vermakelyke Nieuwigheden, onder verscheidene Opschriften, en nu voor eerst onder den Titel van Schaduwe des tegenwoordig opgeworpenen Zeedemeester der Kerkelyken, (wegens des zelfs Aanmerkingen op Dọ G. Kuipers en het Werk te Nieukerk).
Letter-bundel No. 2 Aanmerkingen over de Aenmerkingen der Kuyperisten; met eenige Voorbeelden hunner Meditatien, als voorlopers van het Systema van hun, nader te vertonen: (als mede over den Verantwoorder van den Schryver der aanmerkingen tegens den Rotterdamschen Boekjesman; over de Brief van Dọ G. Kuipers aan de leraren der Geref. Kerk: en over de Brief by J.v.d. Woude tegen het Getrou verhael en de Apologie van gem. Do. G. Kuipers).
Amsterdam 1751
Dit geschriftGa naar eindnoot42 is door mij niet gevonden. Het wordt gemeld in cat 125. Blijkens cat 68 moet het pamflet daarvóór worden geplaatst. |
68 | Koninklijke Bibliotheek 2106 A 304 (8)
De eere van den Aanmerker, Op 't Verhaal &c. van Do. Kuypers, Verdedigt, In eenen Brief aan den Bundelaar, Over zyne oordeeloze Aanmerkingen in zynen Bundel: geïntituleert: Aanmerkingen over de Aanmerkingen der Kuiperisten Te Amsterdam by P. Doorewaart uitgegeven.
Amsterdam s.a.
De schrijver van dit pamfletGa naar eindnoot43 valt de ‘Bundelaar’Ga naar eindnoot44 en cat 67 aan. |
69 | Ld 980 F 518
Zedige Aandagt Opgestelt over Een Aantekening in eene Brief van een Vader aan zyn Zoon. En in zekere Aanmerkingen tegen Dọ Kuypers in zyn Getrouw verhaal en Apologie. Door Benjamin van Medenbach. Bedienaar des H. Evangeliums te Winkel.
Amsterdam 1751
Dit geschrift was al aangekondigd in Boekz. 1751a jan. p71 maar kwam pas uit in augustus (Boekz. 1751b aug. p207v.). De schrijver wil matiging bij de beoordelaars en geeft een uitvoerig verslag van soortgelijke gebeurtenissen in Nieuw Engeland. Als God daar blijkbaar zo werken kan, waarom zou hij het dan in Nederland niet kunnen? |
70 | Onvindbaar
Zamenspraek tusschen twe Boeren, Japik G. en Huig B., met een Advocaat in Compagnie waerby komt een Predikant over de wonderlyke en ongehoorde gevallen die er te Nieuwkerk gebeurd zyn.
Dordrecht 1751
Dit werk, gemeld in Boekz. 1751b aug. p205 is door mij niet gevonden.Ga naar eindnoot45 |
71 | Ld 980 F 520
Bibels onderzoek Ter ontdekking van de gestalte van Beroerde en
|
| |
| |
| Verslagen Zielen. Tot Verzagting van hedendaegsch verschillende Gedagten en Redeneringen. Over De Benauwtheden, en daar op volgende blydschap van vele in Gods Kerk in deze later dagen voorgevallen. Na een Vertoog Over misvattingen, van een Naemloos Schryver in zyn Ia en Neen Boekje. Met nader opheldering van verscheyde Zaken. Aen de Vrede en Waerheyt-minnende Lezers tot nader overdenking. Met bescheydentheyt opgedragen door Beniamin van Medenbach Bedienaar des H. Euangeliums ter Stede Winkel.
Alkmaar [1751]
In dit boek, gemeld in Boekz. 1751b aug. p215v., vraagt Van Medenbach of de gebeurtenissen strijdig zijn met de Bijbel. Hij meent van niet en gaat ook in op cat 60; dit vindt hij onvoldoende. |
72 | Boekz. 1751b aug. p241
Advertentie van Bato Filius Roterodamensis (anders G. Westerwijk).Ga naar eindnoot46
Bato ontkent het in een gedichtGa naar eindnoot47 (gedeeltelijk geciteerd in cat 62) op Kuypers gemunt te hebben. |
73 | Onvindbaar
Brief van een Vriendt aan een Vriendt, wegens een Zamenspraak over de Schryvers voor en tegen het werk der Nieukerksche Beroeringen, te Rotterdam by Hendrik van Pelt gedrukt.
Amsterdam 1751
Deze brief, gemeld in Boekz. 1751b sept. p306 is door mij niet gevonden.Ga naar eindnoot48 |
74 | Ld 980 F610
Antwoord aan den vermaarden heer Joan van den Honert, T.H. zoon, Professor en Predikant te Leyden. Op een brief van zyn edele voor heen uytgegeven. Door Philippus de Roy, Dienaar van het H. Evangeli te Aalten.
Zutphen 1751
Dit werk, gemeld in Boekz. 1751b sept. p303 reageert op cat 51. De Roy blijft de bekeringen verdedigen en zal niet meer schrijven.Ga naar eindnoot49 |
75 | Ld 980 F 322 Kn 18356
Derde briev Van Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe; Ter Verdediging Van zyne twee Historische Verhandelingen aan den Wydberoemden Heer Joan van den Honert, T.H.S. Professor en Predikant te Leiden. Met een Aanhangzel, Waar in een Brief van den E. Heer J. Smith, Predikant te Putten; over het Werk Gods aldaar.
Utrecht 1751
In deze brief, aangekondigd in Boekz. 1751b sept. p310, verdedigt Kuypers zijn cat 62. Hij ruimt enkele misverstanden uit de weg en vindt Van den Honert te snel oordelen. Ook is deze te rationalistisch en heeft hij Kennedy niet weerlegd. |
76 | Boekz. 1751b sept. p340v.
Advertissement van de oudste leerlingen van Van den Honert.Ga naar eindnoot50
|
| |
| |
|
De schrijvers gaan in tegen Kuypers' cat 75, omdat hij daar onjuiste zaken zou beweren ten aanzien van Van den Honerts collegediktaten. |
77 | Ld 980 F 61
De Onkundige Rotterdamsche Vergeleken met den Verstandelosen Gorcomsche Boekjesman, in eenen brief aan de Wel Ed: Schryver Van den Brief aan zynen Wel Ed: Gestrengen Vriend. Uitgegeven te Amsterdam, by Joris van der Woude, Over de Onlangs te Rotterdam, by Hendrik van Pelt, uitgegevene Zamenspraak, Over de Schryvers voor en tegen 't Werk der Nieuwkerksche Beroeringen. Met een Aanhangzel over den onlangs uitgekomen Brief van Do. de Roy en 't Bybels Onderzoek &c. van Do. Medenbach.
Amsterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b sept. p. 307 is zeer scherp tegen de bestrijders van Van den Honert. |
78 | Ld 980 F 317
Tweede Brief van een Vrient aen een Vrient, Weegens het Antwoort van de Eerwaerde Heer Philippus de Roy, Predikant te Aelten, Aen de Hoogeerwaerde Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leiden.
Amsterdam 1751
De aankondiging van deze briefGa naar eindnoot51 staat in Boekz. 1751b okt. p440v. De schrijver reageert in plaats van Van den Honert, die alleen nog met Kuypers zelf wil disputeren. De Roy heeft niets bewezen in cat 74. |
79 | Ld 980 F 45 Kn 18357
Vierde Antwoord van Joan van den Honert, T.H. Soon, Professor en Predikant, te Leiden, op den Derden Briev van Dọ Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe.
Leiden 1751
Dit geschrift, gemeld in Boekz. 1751b okt. p434, reageert op cat 75. Van den Honert vindt Kuypers' geschriften steeds slechter. Kuypers zélf veroorzaakt één en ander. De kwestie van de diktatenGa naar eindnoot52 verklaart Van den Honert door een drukfout. Als Kuypers niet met nieuwe bewijzen komt, zal Van den Honert niet meer reageren. |
80 | Onvindbaar
Brief aen een Vriend, behelsende eenige Aenmerkingen over een sekere Brief, door een onbekende hand, uit Friesland gesonden aen den Prof. J.v.d. Honert, [en door den zelven geplaetst in zyn Vierde Antwoord op den Derden Brief van Do G. Kuipers,] door Modestinus Philetus.
Leeuwarden 1751
Deze briefGa naar eindnoot53 bleek onvindbaar. Door cat 125 wordt hij beschouwd als voorstander van ‘Nijkerk’ en is blijkbaar een reactie op cat 79. |
81 | Ld 980 F 62
Antwoort op den Laster-Brief van den Amsterdamsche Boekjesman, Gedrukt by Ph. Doorewaart, Ter Bevestiging van de Ernstige Samen- |
| |
| |
| spraak over het werk des Heeren te Nieuwkerk en deszelfs Schriften die daar voor geschreven hebben. Door een die Zions welstant van herten wenscht.
Rotterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b okt. p435 verdedigt cat 66 tegen cat 77, bestrijdt de aanvallers en verdedigt Kuypers en Kennedy. |
82 | Boekz. 1751b okt. p457v.
Bekentmaking van G. Kuypers.
Deze BekentmakingGa naar eindnoot54 gedateerd 21-10-1751 gaat weer over Van den Honerts college-diktaten.Ga naar eindnoot55 Erna volgt een ‘mededeling van een lezer’. |
83 | Boekz. 1751b nov. p570-581
Berigt
Hierin staan ‘Acht vragen van de Examinator’ en deze worden gevolgd door een geschrift van ‘Twee liefhebbers der Waarheit’.Ga naar eindnoot56 |
84 | Ld 980 F 34 Kn 18347
De saeke Godts verdedigt tegen de Menschen, of de sogenoemde Aenmerker Op het Getrouw Verhaal en de Apologie van Dọ Gerardus Kuypers in 't hemt geset, en aen de gantsche werelt ten toon gestelt,Ga naar eindnoot57 door eenen die mede lust heeft 'Aληθευεω 'εν 'aγaΠη.
Rotterdam 1751
François Kuypers, de vader van Gerard Kuypers schrijft in dit boek voornamelijk tegen cat 26. Hij acht bestrijding van ‘Nijkerk’ duivelswerk. Dit werkje moet voor cat 85 worden geplaatst, dat er een vervolg op is (gedateerd in november en gemeld in Boekz. 1751b dec. p704). |
85 | Ld 980 F 37
Tweede Brief van François Kuypers Predikant te Woudrichem. Betreffende de alles overklimmende buytensporigheid van Het vierde Antwoort van den Professor Joan van den Honert Op den derden Brief van Dọ Gerardus Kuypers. Om te dienen tot een Aanhangsel van het Werkje, genaemt de zaeke Gods verdedigt tegen de menschen, of de zogenoemde Aanmerker in 't Hemt gezet, enz.
Rotterdam 1751
Dit geschrift, gemeld in Boekz. 1751b dec. p704 is, hoewel later dan cat 84 geschreven, iets eerder bij Van den Honert. Het andere is voor de goedkeuring wat vertraagd. Van den Honert schrijft steeds slechter en verstrikt zich. Ook de college-dictaat-kwestie komt weer aan de orde.Ga naar eindnoot58 |
86 | Ld 980 F 64
Zedige Aanmerkingen Op eenige dingen, Te vinden in zekere ernstige, en nuttige Zamenspraak over het Werk des Heeren te Nieuwkerk, enz. Als mede op de derde Brief van Dom. G. Kuypers Ter Verdediging van zyne twee Historische verhandelingen aan den Heer J. van den Honert, T.H.S. Gelyk ook op het Aanhangzel, of zekere Brief, door zeker Leeraar in eene der Hollandsche Steden aan Dom. Kuypers geschreven, en daar agter bygevoegd; bezonder voor zoo ver zulks betreft zekere Brief, of Aanhangzel, te vinden agter het der- |
| |
| |
| de Antwoord van de Heer Professor J. van den Honert, T.H.S. aan Dom. G. Kuypers. Briefsgewyze geschreven aan de Wydvermaarde Heer Professor J. van den Honert, T.H.S. Door een Liefhebber van Waarheid en Vrede.
Amsterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b dec. p708 bestrijdt de verdedigers van ‘Nijkerk’. Kuypers had cat 1 beter zelf kunnen publiceren. |
87 | Ld 980 F 48 Koninklijke Bibliotheek 143 B 6 Kn 18358
Pleitgeding van Gerardus Kuypers, Predikant te Niewkerk op de Veluwe, teegens den Wydberoemden Heer, Joan van den Honert, T.H.S. Professor en Predikant te Leiden.
Amsterdam [1751]
Kuypers heeft dit boek, aangekondigd in Boekz. 1751b dec. p706v, bedoeld als weerlegging van de beschuldigingen tegen ‘Nijkerk’. De bestrijding in cat 26 was niet ter zake en ging meer in op andere geschriften dan op cat 14. Kuypers zal zijn brieven niet publiceren en geeft daarvoor zijn redenen. Hij voert bewijzen aan voor de onechtheid van cat 1 en voor de betrouwbaarheid van cat 14. Van den Honert is volgens hem vaak slecht geïnformeerd en handelt ‘onprofessoraal’. Hij gaat in op de al eerder vermelde Schotse gebeurtenissen en verdedigt Kennedy. |
88 | Ld 980 F 318
Derde Brief van een Vrient aen een Vrient, Weegens het Pleytgeding Van de Eerwaerde Heer Gerardus Kuypers, Predikant te Nieukerk, op de Veluwe, Teegen de Hoogeerw. Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leyden. Waer by nog een Brief komt, tot volkoome Weederlegginge van Jacob Groenewegen.
Amsterdam 1751
Deze brief wordt weliswaar al gemeld in Boekz. 1751b nov. p587, maar moet worden geplaatst na cat 87, waar het een reactie op is. De schrijver meent dat Kuypers Van den Honert niet voldoende heeft geantwoord. De laatste zal dan ook niet meer reageren. |
89 | Ld 980 F 57
Vervolg der Onpartydige Aanmerkingen, over de thans zwevende geschillen tusschen den hoog eerw. hoog geleerden en wydvermaarden heer Joan van den Honert, T.H. Soon, Hoog ge-acht hoog-leeraar der H. godgeleertheit, Enz. te Leiden. En den veel eerw. welgeleerden heer G. Kuypers, beroemd predikant te Nieuwkerk, Allezints gericht, tot bevordering van de dierbare waarheid, de lieffelyke vrede, en eene redelyke godsvrucht. Door Eireenophilus.
Amsterdam 1751
Dit geschrift is een vervolg op cat 65 en moet gedateerd worden voor cat 90. De schrijver is teleurgesteld in cat 66, maar wil vanwege zijn pseudoniem niet polemiseren. Hij roept de partijen op tot matiging, aangezien Kuypers en Van den Honert zelf ook niet zo extreem zijn. |
90 | Ld 980 F 63
Ernstig Antwoord aan den ernstigen Schryver van de ernstige Za- |
| |
| |
| menspraak: Bekent onder den, door zyne Schriften zich verworven Naam, de Rotterdamsche Boekjesman, Op deszelfs te Rotterdam by Hendrik van Pelt, uitgegevenen Brief Geintituleert Antwoord op den Lasterbrief van den Amsterdamsche Boekjesman. Door den Schryver van den Brief aan den Wel Ed. Schryver van de Brieven van een Vriend aan een Vriend Met een Aanhangzel van denzelven Schryver, ter verdediging en waarmaking van zyn gezegde rakende Do. Kennedy, Wegens zyn Eerws onwaarachtige beschuldiging omtrent den Hoog Eerw. Heer Joan van den Honert Professor en Predikant te Leiden van Do. Kuypers stout ontkent in zyn door hem uitgegeven Pleitgeding.
Amsterdam s.a.
De schrijver van dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b dec. p710v., verdedigt zich tegen cat 87 en bestrijdt ook Kennedy. |
91 | Ld 980 F 59
Het Geheim van 't berugte Nieuwkerksche Werk, Uit de gevoelens en gedragingen van desselfs Voorstanders nader ontdekt, en, tot waarschouwing van waare Vroomen, voorgestelt in een Zamenspraak tusschen een aansienlyke Vrouw, een voornaam Koopman en kloeken Dykbaas, alle in de saaken van den Godsdienst geoefende sinnen hebbende; benevens een zoogenaamde Vroome Dienstmeid Saartje, een blinde Oefeninghouder Jasper, en een driftig Yveraar voor de Conventikelen, synde een kreupele Snyder Klaas: gehouden in 's Hage, den 3. November 1751; en uitgegeven door een Spectator van de woelingen en wanorder in de Kerk van Nederland.
Amsterdam 1751
De schrijver van dit geschrift, gemeld in Boekz. 1751b dec. p707, meent dat Van den Honert terecht niet meer reageert. In de samenspraak komen vooren tegenstanders van ‘Nijkerk’ aan het woord. De discussie eindigt onbeslist: men zal na drie weken doorgaan.Ga naar eindnoot59 |
92 | Ld 980 F 51
Eenige vragen, voorgesteldt, door twee Liefhebbers der Waarheit, aan Dọ Gerardus Kuipers Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe. Waar agter bygevoegt zyn eenige Verdedigingen van Verscheidenen, die door gemelde Dọ Gerardus Kuipers in zyn E. Pleitgeding, en in andere zyner Schriften, met Onwaarheden zyn beschuldigt: Nevens eenige Aanmerkingen op het onlangs uitgekomen Smaadschrift van deszelfs Vader, François Kuipers, Predikant te Woudrichem.
Amsterdam 1751
Deze verzameling stukjes, aangekondigd in Boekz. 1751b dec. p711, bevat cat 28, 57, 72, 76, 82 en 83 en is in het algemeen tegen ‘Nijkerk’. |
93 | Ld 980 F 52
Nodige Verdediging van Hendrik Lussing, Matthyszoon. Tegen den
|
| |
| |
| Eerw. Heer Gerardus Kuipers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe, In een Brief aan zyn Eerw. Wegens eene beschuldiging van zyn Eerw. in zyn Pleit-Geding, over het oogmerk van een Vers, geplaatst voor een der schriften van den Hoog Eerw. Wydberoemden Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leiden.
Amsterdam 1751
Dit pamflet, gemeld in Boekz. 1751b dec. p711, vindt dat Kuypers in cat 87 te fel reageerde op het vers geplaatst voor Van den Honerts cat 33. |
94 | Ld F 35
Godtgeleerde Oeffening, over Psalm XXV: 14. Gehouden in de herberg tot Nieuwkerk op de Veluwe In 't laatste van de maant April des Jaars 1750. Met een omstandig verhaal van de Uytwerkselen en Gevolgen, die dezelve aldaar gehad heeft. Tot vriendelyke en getrouwe onderrigting van den Schryver der Aanmerkingen op 't Verhaal en de Apologie van Dọ Gerardus Kuypers, door François Kuypers, Predikant te Woudrichem.
s.l. 1751
Van dit geschrift, gemeld in Boekz. 1751b dec. p700, is blijkens Boekz. 1751b dec. p699 nog een andere uitgave bekend. Er zijn voor de publikatie problemen geweest met de kerkelijke goedkeuring. François Kuypers legt hiervan verantwoording af en wil de spot van Van den Honert weerleggen. In het aanhangsel staan nog enkele andere positieve geluiden over ‘Nijkerk’. |
95 | Onvindbaar
Gedicht van Adriaan van Ommering J.Z. aen den Prof. J. van den Honert, ter afmaninge, van zyn tyt niet langer te verspillen aen 't Nieukerksche Werk en Lasterpennen.
Amsterdam 1751
Dit gedicht is door mij niet gevonden, maar moet volgens cat 125 p13 gedateerd worden op 20-12-1751.Ga naar eindnoot60 |
96 | Boekz. 1751b dec. p713
Bekentmaking van Ds. B.J. Bongardt.
Bongardt ontkent hier Kuypers ooit gescholden te hebben. |
97 | Boekz. 1751b dec. p714-728
Twede Advertissement van de oudste leerlingen van Van den Honert.
Hierin wordt onder andere ingegaan op het geschil over Van den Honerts college-dictaten.Ga naar eindnoot61 |
98 | Boekz. 1751b dec. p777
Bekentmaking van de Classis Gorinchem.
De Classis is verbaasd, dat cat 94 al is uitgekomen en nog wel met de oneervolle vermelding van de Classis. De Bekentmaking vraagt de lezers hun oordeel op te schorten. |
99 | Kn 18385
Verzaemeling van Stukken, behelzende I. Berigt omtrent de Kerkberoertens, in het Hogeveen en andere Plaetzen van het Landschap
|
| |
| |
| Drenthe. II. Besluit der Christelyke Synodus van het Landschap Drenthe, weegens de zaeken van het Hogeveen. III. Vertoog van Twaelf Grove Misslaegen, voorkomende in de Schriften van Dọ Gerardus Kuipers, Predicant te Nieuwkerk, op de Veluwe. Amsterdam 1752
Dit werk, gemeld in Boekz. 1752a jan. p65 en later nog in Boekz. 1752a april p427, geeft aanhalingen uit brieven van Kuypers in de periode dat hij hulpprediker te Amsterdam was - toen er ook al beroeringen bleken te zijn geweest - en een verslag van gebeurtenissen in Friesland en Drenthe, die met ‘Nijkerk’ vergelijkbaar waren. Ook wordt een opsomming gegeven van ‘misslagen’ van Kuypers, aangezien hij hetzelfde bij Van den Honert had gedaan. |
100 | Onvindbaar
Kort antwoord op de acht vraagen van den examinator Die te vinden zyn in de Boekzaal Nov. 1751 pag. 570-573 en in de Quarto druk by D. Onder de Linden p. 5, 6 uitgegeven door Gerardus Kuypers, Predikant te Niewkerk op de Veluwe.
s.l. 1752
Dit pamflet,Ga naar eindnoot62 gemeld in Boekz. 1752a jan. p62, bleek onvindbaar, maar vormt Kuypers' reactie op cat 83 (en dus op een gedeelte van cat 92). |
101 | Ld 980 F 315
Gamaliels raat voorgestelt in eene Leerrede over Handel. V:33-39. Toegepast op het Berugte Bekeeringswerk te Niewkerk op de Veluwe: door Gerardus Kuypers Predikant Aldaar.
Amsterdam 1752
In dit werk, waarvan de voorrede en goedkeuring van januari 1752 zijn, meent Kuypers de waarheid aan zijn kant te hebben. Zelf acht hij zich de oorzaak van eventuele minder positieve kanten. Hij roept op tot opschorting van het oordeel en tot het bewaren van de vrede. |
102 | Ld 980 F 49 Kn 18359
Tweede Pleitgeding Van Gerardus Kuypers, Predikant te Niewkerk op de Veluwe, Teegens den wydberoemden Heer Joan van den Honert, T.H. Soon, Professor en Predikant te Leiden. Behelzende in zig een wederleggend antwoord Op het Vierde Antwoord van den Professor, ter ontegenzeggelyke verdeediging van zyn Oud en Nieuw.
Utrecht [1752]
Dit geschrift wordt genoemd in Boekz. 1752a feb. p195 en reageert voornamelijk op cat 79. Kuypers laakt Van den Honerts taalgebruik en bevooroordeeldheid. Het werk gaat door, hoewel rustiger dan eerst. Kuypers weerlegt Van den Honerts kritiek op cat 62. Zijn leerlingen zijn te agressief. |
103 | Ld 980 F 516 Kn 18384
Aenmerkingen dienende tot opheldering van de sterkte en genoegzaemheid der blykbaerheid voor een groot werk der genade te Nieuwkerk, enz. Waer in De Beuselagtige Berispingen van Professor Van Den Honert op eenige Woorden of Regelen van de Nederige
|
| |
| |
| Verdediging enz. Onderzogt en Wederlegt worden Door Hugh Kennedy, Predikant in de Schotse Gemeente te Rotterdam. Getrouwelyk uit het Engelsch vertaelt door Willem Hoog en Jacobus de Koningh.
Rotterdam 1752
In dit werk, gemeld in Boekz. 1752a feb. p189, acht Kennedy het onjuist te veronderstellen, dat alle beroerden bekeerd zijn. Hij meent - in tegenstelling tot Van den HonertGa naar eindnoot63 - voldoende Nederlands te kennen. Ook verder verdedigt hij zich. Hij somt een lange reeks betrouwbare informanten op, verwijt Van den Honert niets goeds in ‘Nijkerk’ te zien en roept hem op tot inkeer en vrede. |
104 | Ld 980 F 319
Vierde Brief van een vrient aen een vrient, Niet alleen weegens het Tweede Pleitgeding Van de Eerwaerde Heer Gerardus Kuipers, Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe, Teegen de Hoog-eerwaerde Heer Joan van den Honert, T.H. Zoon, Professor en Predikant te Leyden, Maer ook weegens eenige andere hier toe behoorende Schriften. Waer by gevoegt is een Resolutie van de Hoog-Welgeboore Heer Graeve van Styrum, weegens de kerkberoerten in het Lantschap Drenthe, mitsgaders eenige andere Stukken; daer toe betrekkelyk.
Amsterdam 1752
De auteur van deze brief, gemeld in Boekz. 1752a feb. p194, meent dat Kuypers' betoog innerlijk tegenstrijdig is. Bovendien beantwoordt Kuypers in zijn geschrift Van den Honert niet echt. De schrijver maakt ook melding van Kuypers' werk in Amsterdam,Ga naar eindnoot64 vergelijkt het met zijn tijd in Jutphaas en zijn eerste periode in Nijkerk. Verder volgen nog een aantal officiële stukken uit Drenthe.Ga naar eindnoot65 |
105 | Ld 980 F 65
Nodig Byvoegzel Ten opzigte Van het Werkje, Dat Jacob Groenewegen Geschreven en Genaamd heeft De Eer en Leer Van het Synode van Dordrecht Verdedigt, In het Leerstuk van des Menschen blindheid van nature, en de noodzaekelykheid van het boven natuurlik licht der Wedergeboorte, enz. Tegen de Leer en Schriften van Professor Joan van den Honert, Om te strekken tot nadere illucidatie, zoo van het verschil diesaengaende voor en tegen, als van het berugte Overtuigings- en Beroerings-Werk (daer in aengehaeld, en daer mede vergeleken) voorgevallen tot Nykerk. Door Een Liefhebber van Waarheid en Vrede. Waer by, door een ander, die zig noemt Reformatus Biblicus, gevoegt is een Brief aan de Heer Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe.
Amsterdam [1752]
Dit werkje hoort kort na cat 104, waaruit geciteerd wordt. Het gaat in tegen een boek van GroenewegenGa naar eindnoot66 en bevat een brief van Reformatus Biblicus aan Kuypers, gedateerd 12-1-1752, waarin deze hem verwijt onbescheiden en niet
|
| |
| |
| zachtmoedig te zijn. Kuypers weet zelf niet wat hij schrijft, dus kan ‘Nijkerk’ niet worden goedgekeurd. |
106 | Boekz. 1752a feb. p196
Bekentmaking van François Kuypers.
F. Kuypers maakt bekend een anonieme brief te hebben gekregen.Ga naar eindnoot67 |
107 | Ld 980 F 55
Het Ja en Neen van den Professor Joan van den Honert, T.H. Zoon. Voorgestelt door François Kuypers, Predikant te Woudrichem. Rotterdam 1752
Dit geschrift,Ga naar eindnoot68 gemeld in Boekz. 1752a maart p425, zet in drie kolommen Joan/ Van den Honert/ T.H. Zoon, de tegenstrijdigheden uit diens geschriften naast elkaar, zoals cat 60 dat bij Kuypers deed. |
108 | Ld 980 F 53
Briev aen Gerardus Kuypers Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe Waer in het uitgeeven van de berugte Brieven door zyn E. over het voorgevallenen te Nieuwkerk, geschreven, noodsakelyk te zyn betoogt word, door een bewys van de onbestaenbaerheid van de door zyn E. opgegeven Vyf Redenen in zyn E. Pleitgeding tegen de Hooggeleerde en te regt Wydberoemde Heer Joan v.d. Honert, T.H. Soon, Professor en Predikant te Leiden.
Delft 1752
Deze brief, gemeld in Boekz. 1752a maart p306, meent dat Kuypers nog niet gewonnen heeft en roept op tot publikatie van cat 1. Kuypers' redenen om dit niet te doen, acht de schrijver onvoldoende. Hij moet zijn beschuldiging van verminking en vervalsing maar aantonen. |
109 | Ld 980 F 517
Brief van N.N. aan den Spectator &c. Over Het Kort Antwoordt van Gerardus Kuypers, Predikant te Nieuwkerk op de Veluwe Op de Acht Vraagen Van den Examinator, Te vinden in de Boekzaal van de Maand November 1751 pag. 570-574. en in Quarto gedrukt by den Boekverkoper D. onder de Linden. pag. 4-6.
Rotterdam [1752]
Deze brief wordt volgens cat 125 gemeld in de Haerlemsche Courant van 16-3-1752, en reageert op cat 100, zodat datering in 1752 nodig is. |
110 | Boekz. 1752a maart p306
Dit is een commentaarGa naar eindnoot69 op Kuypers' niet beantwoorden van cat 108. |
111 | Boekz. 1752a maart p330v
Bekentmaking van Ds. B.J. Bongardt.
Deze bekendmaking, gedateerd 24-3-1752 verduidelijkt cat 96. Bongardt heeft Kuypers nooit gescholden, maar Kuypers hem wel. Hij zal mogelijk nog reageren.Ga naar eindnoot70 |
112 | Ld 980 F 36
Breede Deductie van François Kuypers, Predikant te Woudrichem, Strekkende tot noodige verantwoording voor het Gemeen, En tot Vriendelyke Onderrigting voor de Eerwaarde Classis van Gorin- |
| |
| |
| chem; Over het uytgeeven zyner Godtgeleerde Oeffening over Ps: XXV: 14. Met deszelfs Voorreden en Noodig Voorberigt of Afgeperste Verantwoording. Waar over de E. Classis, door haare Moderatores en Gedeputeerden, eene Advertentie in de Boekzaal van December, 1751. heeft laaten doen.
Amsterdam [1752]
Ten aanzien van de datering kan opgemerkt worden, dat dit pamflet een reactie is op cat 98 en verder cat 99 en cat 101 noemt, terwijl het voor april 1752 geplaatst moet worden, gezien de reactieGa naar eindnoot71 in cat 113. Het behandelt het conflict van F. Kuypers met de classis Gorinchem over de uitgave van cat 94. |
113 | Vrije Universiteit Rgs 2 F 6
Nodig berigt en Afgeperste Verantwoording ter verdediging van de Handelingen der Eerw: Classis van Gorinchem, en enen harer Visitatores Librorum, tegen het zoogenaamd Nodig Voorberigt of Afgeperste Verantwoording van Do. François Kuypers. Uitgegeven uit naam en last der Eerw: Classis van Gorinchem.
s.l. 1752
Dit pamflet reageert op cat 94, 98 en 112 en wordt gemeld in Boekz. 1752a apr. p425. Het is een verantwoording van de classis vanwege de gevolgde procedure. |
114 | Ld 980 F 320
Vyfde brief van een vrient aen een vrient, Weegens de voorreede, die Dọ Gerardus Kuipers Predikant te Nieuwkerk, op de Veluwe, Geplaetst heeft voor zyn Leerrede over Gamaliels raet. Waer by koomen nog twee gewigtige Brieven over het Nieuwkerks werk.
Amsterdam 1752
Deze brief, gemeld in Boekz. 1752a apr. p427, was de laatste met betrekking tot ‘Nijkerk’.Ga naar eindnoot72 De schrijver meent dat Kuypers geen sukses heeft gehad met zijn cat 87 en cat 102. |
115 | Ld 980 F 510
Tweede Verzameling van Stukken, over de godsdienststorende Kerkberoertens.
Amsterdam 1752
Dit geschrift, gemeld in Boekz. 1752a juni p661, geeft een aantal brieven over vergelijkbare gebeurtenissen in Holland, die pogingen doen verstandelijke verklaringen te geven. Ook van elders zjjn nog verslagen opgenomen. |
116 | Koninklijke Bibliotheek 939 B 27
Philadelphia tegen Philadelphia. Of de waere Broederlyke Liefdestadt gesticht door bevordering van genaede en vrede met gelove, met den broederen en alle die Christus Jesus lief hebben in onverderflykheidt der leere; tegen het zoo genaemde Philadelphia, dat de Heer Gerhardus Kuipers met syne omleggende broederen en alle welmenende in den lande te Nieuwkerk, als in de moederkerk heeft getragt te stichten. Door Arnoldus van Ermel, Predicant te Doornspyk.
|
| |
| |
|
Harderwijk 1752
Dit boek wordt aangekondigd in Boekz. 1752a juni p656v. en is volgens cat 125 p32 n.b. uitgekomen begin mei 1752. Het geschrift is soms scherp tegen ‘Nijkerk’. In de opdracht verzacht de schrijver echter zijn oordeel na de lezing van cat 101. |
117 | Boekz. 1752a juni p699
Bekentmaking.
Deze bekendmakingGa naar eindnoot73 deelt mede, dat de twist tussen F. Kuypers en de classis Gorinchem is bijgelegd. |
118 | Kn 18387
Gedicht van Adriaan van Ommering J.Z. aan de Wel Edele Groot Achtbare Heeren Burgemeesteren en Regeerderen der stad Dordrecht.
Amsterdam 1752
Dit gedicht,Ga naar eindnoot74 gedateerd 23-6-1752, is een opwekking de invloed van ‘Nijkerk’ te weren. |
119 | Ned. Jaerb. 1752 juni p442v.
Publikatie tegen Stoornissen van den openbaren Godsdienst.
In deze publikatieGa naar eindnoot75 wordt gewaarschuwd tegen negatieve effecten van beroeringen. Straffen worden in het vooruitzicht gesteld. |
120 | Ld 980 F 620
Een Opregt Verhaal, en eene verdediging, Van het Werk der overtuyging en bekeering van Zondaren; voorgevallen in de Gemeente van Werkendam, In den Jaare 1751, en 1752. Door Jacob Groenewegen Litmaat van de Gereformeerde Gemeente te Werkendam.
Gorinchem 1752
In dit geschrift,Ga naar eindnoot76 gemeld in Boekz. 1752b juli p64 en later nog in Boekz. 1752b aug. p219, verzet Groenewegen zich tegen de tegenstanders van ‘Nijkerk’ en elders. Het is al eerder te Werkendam gebeurd en nu, na zes jaar doen zich weer dergelijke zaken voor, evenals in de omgeving.Ga naar eindnoot77 Groenewegen weerlegt vele tegenwerpingen.Ga naar eindnoot78
* * *
De nu volgende titel cat 121 is eveneens in deze periode uitgekomen, maar om reden van onvindbaarheid en dus ontbreken van enige nadere dateringsgrond niet nauwkeuriger te plaatsen. |
121 | Onvindbaar
Antwoord op die deelen van het Eerste Pleitgeding van Do. G. Kuypers, betreffende de Brieven van den Heer Brocades, ten anderen des Schrijvers oogmerk in zyn Boekje, genaemd de zuivere Genade Weg van God in zyn heligdom enz. tot rust en vrede der Kerke en behoudenis der broederlyke liefde door Antoni van Hardevelt, Predikant te Wyk in 't Land van Heusden.
Leiden 1752
Dit werk, genoemd in cat 125 p31 bleek onvindbaar. Voor de houding van Van Hardevelt vergelijke men het uittreksel van zijn boek De Zuivere Genade-Weg
|
| |
| |
| Van Godt In Zyn Heiligdom, Utrecht 1751 in Boekz. 1751a maart p265-274, met name p270-274.Ga naar eindnoot79 |
122 | Bibliotheek van de Schotse Kerk te Rotterdam no. 90
A Short Account of the Rise & Continuing Progress of a Remarkable Work of Grace in the United Netherlands. In several Letters from the Reverend Mr Hugh Kennedy, Minister of the Gospel in the Scots Congregation in Rotterdam.
London 1752
De auteur doet in dit werk verslag van opwekkingen in de Nederlanden, haalt ook ‘Nijkerk’ aan en trekt parallellen met opwekkingen in Schotland. |
123 | Spectatoriale geschriften
Zowel in de Nederlandsche Criticus (met name nrs. 4, 5, 6, 37) als in de Zeedemeester der Kerkelyken (met name nrs. 49, 50, 61, 62, 63, 68, 69, 71), komen directe en/of indirecte opmerkingen aangaande ‘Nijkerk’ enz. voor.
* * *
De nu volgende titels cat 124 en 125 kunnen worden beschouwd als afsluiting van de polemiek. De beroeringen namen langzamerhand af na de maatregelen in cat 46, en de gemoederen in den lande bedaarden. Kuypers werkte nog tot 1758 te Nijkerk, waarna hij een beroep naar Winschoten aannam en gemeente en predikant, die zo lang in één adem genoemd werden, hun eigen weg gingen. |
124 | Ned. Jaerb. 1752 p621-905
Hierin wordt een uitvoerig overzicht der gebeurtenissen gegeven, evenals een - verre van complete - lijst van strijdschriften. De schrijver van het overzicht is ‘Nijkerk’ overwegend ongunstig gezind. Toch is de toon al veel bezadigder en verdraagzamer dan in de eigenlijke polemiek. |
125 | Ld 180 D 10 Koninklijke Bibliotheek M 113 D 34
Register van Alle de Gedrukte Schriften, Voor en Tegen Het Berugte Werk der Beroering en Bekeering te Nieukerk, Aalten en andere Plaatsen in de Vereenigde Nederlanden: als mede van Zodanige Schriften en gedrukte Berigten of Bekendmakingen, welke daar toe eenige Betrekking hebben; Opgesteld en in Ordre gebragt door Bibliophilus. Kunnende dienen tot een Aanhangsel op het Naam-Register van Nederduitsche Boeken, en des zelvs Twee Vervolgen, uitgegeven door Johannes van Abkoude in 1743, 1745 en 1750.
Leiden 1753
Dit, overigens zeer incomplete register kan gezien worden als afsluiting van de hier gecatalogiseerde polemiek. |
| |
| |
| |
Summary
Chronological catalogue of the polemic writings on the ‘Nijkerk Movement’
On November 19 of the year 1749, the Dutch town Nijkerk witnessed the birth of the revival-movement, generally known as the ‘Nijkerkse Beweging’ (‘Nijkerk Movement’).
This movement and the local minister Gerard Kuypers - who was to play an important role -, became famous and notorious because of the accompanying phenomena, both spiritual and physical.
Supporters, opponents and neutral observers published about 125 more or less polemic writings dealing with these matters during the years 1750-1753.
The purpose of this contribution is to catalogue these writings chronologically, and to discuss them briefly in order to give a survey of the dispute.
The catalogue also mentions - if possible - at least one library etc. where the writing in question can be found.
| |
Persoonsnamen-register
Aanmerker |
219, 221, 222, 223, 224, 226, 228, 231 |
Abkoude J. van |
240 |
Aenteeckenaer |
213 |
A.P. |
220 |
Bato Filius Roterodamensis |
229 |
Beminnaar van Zions welstant |
219, 222 |
Berg J.v.d. |
243 |
Bibliophilus |
212, 240 |
Bie J.P. de |
240 |
Boekjesman, Amsterdamsche |
230, 233 |
Boekjesman, Gorcomsche |
230 |
Boekjesman, Rotterdamsche |
228, 230, 233 |
Bongardt B.J. |
234, 237, 241 |
Bosch, J. |
220 |
Branoe J. |
215 |
Brocades |
239 |
Bundelaar |
228 |
Dermout I.J. |
242 |
Docter in de Medicynen |
217 |
Doorewaart Ph. |
228, 230 |
Eekhof A. |
241 |
Een die Zions Welstant... wenscht |
227, 231 |
Eenhoorn W. van |
242 |
Eireenophilus |
227, 232 |
Ermel A. van |
238 |
Eusebiophilus |
215 |
Examinator |
231, 235, 237 |
Gamaliel |
235, 238 |
Geoeffent Christen |
216 |
Groenewegen J. |
225, 227, 232, 236, 239, 242, 243 |
Hardes J. |
214, 216 |
Hardevelt A. van |
239 |
Hemsing G. |
213 |
Holtius N. |
243 |
Honert J.v.d. |
213, 214, 218, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 236, 237, 241, 242 |
Hoog, W. |
225, 236 |
Horneer T. |
224 |
Huig B. |
228 |
Jan Bloedryk |
217 |
Jasper |
233 |
| |
| |
Japik G. |
228 |
Justus Waarmond |
221 |
Kennedy H. |
225, 226, 227, 227, 229, 213, 232, 233, 236, 240 |
Klaas |
233 |
Klink A. |
220 |
Knuttel W.P.C. |
212 |
Koningh J. de |
225, 236 |
Koppiers A. |
243 |
Kromsigt J.C. |
242 |
Kuypers F. |
214, 231, 233, 234, 237, 238, 239, 243 |
Kuypers, G. |
211, 212, 213, 214, 215, 216, 217, 218, 219, 220, 221, 222, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 236, 237, 238, 239, 240, 241, 242, 243, 244 |
Lambroek J. van |
218 |
Liefhebber der Waerheyt |
213, 223 |
Liefhebber van Waarheid en Vrede |
232, 236 |
Liefhebber van Zion |
223 |
Liefhebbers der Waarheit (Twee) |
231, 233 |
Linden D. onder de |
222, 235, 237 |
Matthyszoon H.L. |
233 |
Medenbach B. van |
226, 228, 229, 230 |
Modestinus Philetus |
230 |
Nauta D. |
240, 241, 242, 243, 244 |
Nederlandsche Criticus, de |
240 |
Normandie G. de |
218 |
Ommering J.Z.A. van |
234, 239 |
Os A.v.d. |
243 |
Pamphilus |
222 |
Paris |
221 |
Pelt H. van |
219, 221, 229, 230, 233 |
Pius Logophilus |
216, 217 |
Pro Veritate |
220 |
P.S. |
217 |
Reformatus Biblicus |
236 |
Roldanus J.J. |
218 |
Roy Ph. de |
213, 216, 219, 220, 224, 229, 230, 241 |
Saartje |
233 |
Schortinghuis W. |
242 |
Sepp C. |
241, 242 |
Smith J. |
229 |
Spectator van de woelingen... |
233, 237 |
Stinstra J. |
218, 219, 220, 227, 241, 242 |
Styrum, Graeve van |
236, 242 |
Theophilus Frisius |
223, 224 |
Thymen G.J. |
220 |
Veen S.D. van |
243 |
Westerwijk G. |
229 |
Willem P. |
221 |
Wolterbeek |
212 |
Wor A. |
219 |
Woude J.v.d. |
228, 230 |
W.R.Q. |
224 |
Ypey A. |
242 |
Zeedemeester der Kerkelyken, de |
223, 228, 240 |
Zeelanders Neef |
221 |
Zweerts Ph. |
218 |
|
-
eindnoot1
- De belangrijkste gegevens over zijn leven zijn te vinden in twee artikelen van D. Nauta, het eerste in Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland onder hoofdred. van J.P. de Bie, deel V p416-432, 's-Gravenhage (1903)-1949 (BWPGN) onder de titel ‘Gerard Kuypers’, en het tweede in D. Nauta, Opera Minora, Kampen 1961, p. 86-119 eveneens onder de titel ‘Gerard Kuypers’. Vergelijk ook Opera Minora p. 120-138, ‘Een uitloper van de methodistische opwekkingsbeweging in Nederland omstreeks het midden der achttiende eeuw’.
-
eindnoot2
- Dit in tegenstelling tot A. Eekhof ‘Waar liggen de oorsprongen van de Nijkerksche Beroeringen’ in Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, 1927, n.s. XX, p. 296 noot 5 en D. Nauta BWPGN V p. 420 noot 1, die slechts drie bundels vermelden.
-
eindnoot3
- Soms al voor Bibliophilus zelf, zie zijn opmerkingen in cat 125 p. 6.
-
eindnoot4
- De edities verschillen onderling in geringe mate.
-
eindnoot5
- Onder de titel Eenvoudig verhaal van de bekeering van een aanzienlijk getal menschen te Nijkerk op de Veluwe; in den jare 1749 (Universiteit van Amsterdam Br. V L 9).
-
eindnoot6
- Cat 2 werd ook gepubliceerd in de Haagsche Courant van 13-4-1750.
-
eindnoot13
- De Roy is de schrijver van cat 5 en cat 8 en nog enige andere geschriften verder op in de polemiek.
-
eindnoot14
- Ik heb de tweede druk van dit geschrift geraadpleegd.
-
eindnoot15
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot16
- In Boekz. 1751a juni p681 staat nog een herinnering.
-
eindnoot17
- Enige tijd bestond twijfel over de identiteit van de auteur (vergelijk de titel van cat 47), maar Van den Honert gaf uiteindelijk te kennen de schrijver te zijn in cat 51.
-
eindnoot18
- De opsteller was ds. B.J. Bongardt, zie D. Nauta BWPGN V p421 noot 2 en cat 51 Naschrift.
-
eindnoot19
- Deze Bekentmaking is ook opgenomen in cat 92.
-
eindnoot20
- Van dit geschrift bestaan nog een Franse (Ld 599 E 4), Engelse en Duitse vertaling, zie C. Sepp, Johannes Stinstra II, Amsterdam 1866 p217vv.
-
eindnoot21
- Dit geschrift wordt niet genoemd door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V.
-
eindnoot22
- Het geschrift van Stinstra cat 30 heeft nog meer reacties opgeroepen (vergelijk o.a. cat 125). Deze laat ik hier verder rusten, aangezien zij niet direct met ‘Nijkerk’ in verband staan.
-
eindnoot23
- Dit gedicht wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p420.
-
eindnoot24
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p421. Vergelijk ook cat 125 p4.
-
eindnoot25
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p421. Vergelijk ook cat 125 p8.
-
eindnoot26
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p421. Vergelijk ook cat 125 p7.
-
eindnoot27
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p423. Vergelijk ook cat 125 p5.
-
eindnoot28
- Namelijk ‘Domine E... eertyds Predikant te Buuren, die na dat hy naderhand een Afvallige geworden zynde, en de gronden en geloofsformulieren der Remonstranten omhelst en beleden heeft, van zyne bediening is afgezet...’ cat 41 p10.
-
eindnoot29
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta BWPGN V p423. Vergelijk ook cat 125 p5.
-
eindnoot30
- Een uittreksel van dit geschrift kwam uit onder de titel Verdediging voor Dọ G. Kuipers en zyne Kerkenraed, dat zy geene Voorstanders zyn van Beroeringen, die den publiquen Godsdienst verstoren, zo min als de Heer Grave van Styrum en de Synode van Drenthe; zynde een Extract uit gem. G. Kuipers Brief aen de Leeraren onzer Kerke, als mede uit het Acteboek der Kerkelyke Handelingen te Nieukerk, in gem. Brief opgegeven; waer onder volgt Extract van de Ordres en Reglementen op 't stuk der Catechisatien en andere Byeenkomsten in de Gereformeerde Kerken, volgens Besluiten der Provinciale Synode van Zuyd-Holland; op een groot vel in plano gedrukt in twee kolommen; zonder melding van plaats, jaar enz. Volgens D. Nauta is dit stuk gepubliceerd in 1752 (BWPGN V p426). Vergelijk ook cat 125 p28. Dit pamflet is mij niet onder ogen gekomen.
-
eindnoot31
- Volgens D. Nauta BWPGN V p422 is de schrijver Jacob Groenewegen. Dit is juist gezien de latere ontwikkeling van de polemische discussie, zie cat 56.
-
eindnoot32
- D. Nauta BWPGN V p422 vermeldt de titel foutief.
-
eindnoot33
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot34
- D. Nauta noemt dit in zijn biografisch artikel over Kuypers niet apart. Het geschrift is ook opgenomen in cat 92.
-
eindnoot38
- Zo o.a. A. Ypey, I.J. Dermout, Geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk, IV, Breda 1827 p13.
-
eindnoot39
- Zie o.a. C. Sepp, Johannes Stinstra II, Amsterdam 1866, p242.
-
eindnoot40
- Zelfs Van den Honert wordt als mogelijk auteur gesuggereerd bij J.C. Kromsigt, Wilhelmus Schortinghuis, Amsterdam 1942, p319.
-
eindnoot41
- Later bleek de auteur W. van Eenhoorn te zijn. Hij geeft dit toe in zijn ‘Eυζζͅα ofte Wel-leeven V p145 en VI p181. Zie ook cat 125 p30 noot a.
-
eindnoot42
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot43
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot45
- Ook cat 125 p7 heeft het niet kunnen vinden. D. Nauta BWPGN V p424 noot 1 noemt het wel.
-
eindnoot46
- Deze advertentie is ook opgenomen in cat 92.
-
eindnoot47
- Dit gedicht had de titel ‘Gods waterroede of welbron der overstroomingen’, zie C. Sepp, Johannes Stinstra II, Amsterdam 1866, p236v.
-
eindnoot48
- Dit geschrift wordt door D. Nauta genoemd in BWPGN V p424 noot 1. Vergelijk ook cat 125 p13.
-
eindnoot49
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot50
- Dit Advertissement is ook opgenomen in cat 92.
-
eindnoot51
- Deze brief wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot53
- Deze brief wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd. Cat 125 p20 noemt de brief wel.
-
eindnoot54
- Deze Bekentmaking is ook opgenomen in cat 92. D. Nauta vermeldt het geschrift in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet apart.
-
eindnoot56
- Dit Berigt is ook opgenomen in cat 92. D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V, vermeldt het Naberigt niet apart.
-
eindnoot57
- Het tweede titelblad - volgens de drukker het bedoelde - luidt vanaf hier: Door François Kuypers, Predikant te Woudrichem. Rotterdam 1751.
-
eindnoot58
- Vergelijk cat 75, cat 76, cat 79 en cat 82.
-
eindnoot59
- Bij mijn weten bestaat er echter geen vervolg op dit geschrift.
-
eindnoot60
- Ook S.D. van Veen, Uit de vorige eeuw, Utrecht 1887 p11 noot 1 dateert het in december.
-
eindnoot61
- Vergelijk cat 75, cat 76, cat 79, cat 82 en cat 85.
-
eindnoot62
- Dit geschrift wordt genoemd door D. Nauta in het biografisch artikel BWPGN V p425.
-
eindnoot67
- Deze Bekentmaking wordt door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot68
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuyper BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot69
- Dit commentaar wordt door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot70
- Voor zover mij bekend heeft hij dit echter niet meer gedaan.
-
eindnoot71
- Vergelijk ook het biografisch artikel over Kuypers van D. Nauta BWPGN V p425 noor 4 voor deze volgorde.
-
eindnoot72
- Er verschenen nog een Zesde en een Zevende Brief (resp. Ld 980 F 113 en Ld 980 F 114), maar deze handelden over het optreden van Nicolaas Holtius in de tuchtzaak tegen ds. Anthonie van der Os. Zie voor deze zaak J. van den Berg, Een Leids pleidooi voor verdraagzaamheid, Leiden 1976.
-
eindnoot73
- Deze Bekentmaking wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot74
- Dit gedicht wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot75
- Deze publikatie wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot76
- Dit geschrift wordt door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V niet genoemd.
-
eindnoot77
- Dit zijn dezelfde bekeringen als beschreven in cat 115.
-
eindnoot78
- Naar aanleiding van dit geschrift verscheen in Boekz 1752b okt. p468-482 een ‘Verdediging van A. Koppiers (predikant te Giessendam) tegen Groenewegen’. Deze reageerde hierop met een Brief van Jacob Groenewegen aen den Heer Artus Koppiers, Predikant te Giessendam; tot zyner Verantwoording en Verdediging van zynen Goeden Naem, tegen dat Laster-schrift, dat Dọ Coppiers in de Boekzael van october heeft gesteldt, Gorinchem 1752 (vergelijk cat 125 p28). Deze reacties worden door D. Nauta in het biografisch artikel over Kuypers BWPGN V evenmin genoemd.
-
eindnoot79
- Dit geschrift wordt vermeld door D. Nauta in zijn biografisch artikel over Kuypers BWPGN V p425.
|