| |
| |
| |
Nieuwe uitgaven
Gedenkboek Maatschappij Tot Nut Van 'T Algemeen
In 1984 bestond de door Jan Nieuwenhuyzen opgerichte Maatschappij Tot Nut Van 'T Algemeen 200 jaar. Bij die gelegenheid verscheen onder redactie van W.W. Mijnhardt en A.J. Wichers een omvangrijk, geïllustreerd gedenkboek, getiteld Om het algemeen volksgeluk: XXIV, 429 pp. Het titelblad bevat geen uitgeversadres, maar het (gebonden) boek is à f 57,50 te verkrijgen bij genoemde Maatschappij; adres: Jan Nieuwenhuijzenplein 9, 1135 WT Edam, na bijschrijving van dit bedrag op rek. nr. 845451693 van de Nutsspaarbank te Haarlem. Om het algemeen volksgeluk bestaat uit 3 hoofddelen. In het eerste wordt ons de doorlopende geschiedenis van het ‘Nut’ beschreven. Het tweede deel behelst een negental thematische bijdragen, onder andere over het tekenonderwijs (door P. Knolle en J.A. Maris), de relaties met de Noordbrabantse katholieken (door A.W.F.M. van de Sande) en over de economische aspecten (door W.D. Voorthuysen). Het derde deel tenslotte, samengesteld door F.B. Schenk, is zuiver documentair van aard en verschaft een vloed van gegevens over ledentallen, de verschillende departementen, archivalia en Nutsgeschiedschrijving.
Een vergelijking tussen dit en het vorige gedenkboek uit 1934 dringt zich vanzelf op. Beide werken vertonen een zekere heterogeniteit, onvermijdelijk met zoveel medewerkers. In wetenschappelijk-documentair opzicht is Om het algemeen volksgeluk vele malen beter. Het is ook moderner in die zin, dat de geschiedenis van het Nut wordt geplaatst in het bredere verband van de 18e- en 19e-eeuwse genootschapsbeweging. Men merkt hier de doorwerking van de thans florerende genootschapsgeschiedenis, die in de persoon van Mijnhardt een duidelijk stempel op het geheel zet.
Terwijl de thans in het Nut aktieve mensen dit gedenkboek waarschijnlijk vooral zullen appreciëren als een terugblik met het oog op de toekomst, zullen de lezers van het Documentatieblad het meest geïnteresseerd zijn in het sociaal-historische element. Nu moet meteen gezegd worden, dat de 19e eeuw hier wel wat meer aan haar trekken komt dan de 18e eeuw. Toch is dit gedenkboek ook voor de dix-huitièmist een belangrijke informatiebron, waarmee men de samenstellers gerust feliciteren kan.
| |
Willem Bilderdijk (1756-1831)
De te Amsterdam aan de Vrije Universiteit gehuisveste vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’ publiceert vanaf 1984 een eenmaal per jaar verschijnend mededelingenblad, dat eveneens de naam draagt
| |
| |
Het Bilderdijk-Museum. Leden van dit gezelschap ontvangen het gratis. Men kan zich als lid opgeven bij secretaris drs. M. van Hattum (Fokkerlaan 36, 1185 JC Amstelveen) tegen een contributie van f 15,- per jaar. Het pas verschenen nummer bevat diverse kleine bijdragen over de veelzijdige figuur Bilderdijk, die nooit ophoudt vriend en vijand te boeien. Aparte vermelding verdient het feit dat het nieuwe blad voortreffelijk geïllustreerd is.
| |
De Boekenwereld
Onder deze titel verscheen eind 1984 een ander nieuw tijdschrift, uitgegeven door ‘Matrijs’, postbus 670, 3500 AR Utrecht. De abonnementsprijs van dit 5x per jaar uitkomend blad bedraagt f 39,50. De redactie stelt allerlei bijdragen in het vooruitzicht op het brede gebied van prenten en (oude of tweedehands-) boeken. Minder wetenschappelijk ogend dan Quaerendo mikt De Boekenwereld kennelijk op de brede categorie van ‘boekenvrienden’ zonder tot populaire onbeduidendheid te vervallen. Allicht dat hier ook de 18e eeuw aan de orde zal komen, iets wat in het eerst verschenen nummer overigens nog niet het geval is.
| |
Mr. Johan Adriaen van de Perre (1738-1790)
Deze Zeeuwse regent, kunstmecenas en liefhebber van nuttige wetenschappen heeft nu ook een aan hem gewijde monografie gekregen. Auteur is H.J. Zuidervaart en men kan zijn boek kopen bij het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Abdij 9, Middelburg. Het subliem verluchte boek telt 169 pp., de prijs bedraagt f 35,-. De opzet is sterk biografisch, maar er wordt in dit levensportret ruimschoots aandacht besteed aan de omgeving van Van de Perre en aan diens velerlei aktiviteiten. Hoewel de nadruk valt op Zeeland en op natuurwetenschap overstijgt Zuidervaarts werk het regionaal-historische op gelukkige wijze. Zijn monografie vormt een nuttige bijdrage tot de geschiedenis van de Nederlandse Verlichting.
| |
De Delftse Fundatie van Renswoude
E.P. de Booy, J. Engel e.a., Van erfenis tot studiebeurs. De Fundatie van de vrijvrouwe van Renswoude te Delft. Opleiding van wezen tot de ‘vrije kunsten’ in de 18de en 19de eeuw. De fundatiehuizen. Bursalen in deze eeuw. Delft 1985. 319 pp., geïllustreerd. Ingenaaid. Prijs: f 50,- (voor leden van de Vereniging Holland f 25,- + portokosten). Ook verschenen als nr. 15 in de reeks ‘Hollandse Studiën’.
De wijdlopige titel past eigenlijk helemaal binnen de 18e-eeuwse traditie. Hij geeft bovendien goed aan, waar het in dit boek over gaat. Maria Duyst van Voorhout (1662-1754), vrijvrouwe van Renswoude, legateerde haar fortuin aan drie stichtingen, fundaties, ten behoeve van het Burgerweeshuis te 's-Gravenhage, het Stadsambachtskinderhuis te Utrecht en het Weeshuis der Gereformeerden binnen Delft. In dit boek komt hoofdzakelijk het onderwijs dat in de Delftse fundatie gegeven werd aan de orde. Deel I behandelt geschiedenis en organisatie van de Delftse instelling, deel II de huisvesting en deel III volgt de ontwikkeling van kwekeling tot bursaal. Een rijk boek, belangrijk ook voor de geschiedenis van het onderwijs in de ‘arts et métiers’.
| |
Didactische Tentoonstelling De Verlichting
De Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius te Brussel (Vrijheidslaan 17) organiseerde van 2-30 mei 1984 bovengenoemde expositie, waarvan de catalogus, 270 pp. druks, geïllustreerd, aldaar tegen niet opgegeven prijs leverbaar is. Samenstellers zijn een zevental docenten (J.D. Janssens, H. van Gorp, W. Theys. J.F. Lindemans, W. Goossens, J. Smeyers en P. Jans- | |
| |
sens) die ook voor de inleidende teksten hebben gezorgd. Aan de orde komen themata als De Encyclopedie, tolerantie, het verlicht despotisme; figuren als Voltaire, Rousseau, Kant, Locke. Daarnaast nog allerlei nevenaspecten. Blijkens een los bijgevoegd vel is het zuivere catalogusgedeelte deels door weer andere medewerkers verzorgd. Een stimulerende uitgave voor onderwijsgevenden.
| |
Den Haag in de achttiende eeuw
In het Haagse Pulchri Studio was in 1984 een aardige tentoonstelling te zien, waarvan de begeleidende catalogus ook nietbezoekers zal interesseren. De titel Het verheerlijkt Den Haag, met als ondertitel ‘Achttiende-eeuwse aquarellen en tekeningen door de familie La Fargue en haar tijdgenoten’, maakt al duidelijk dat we hier te doen hebben met een viewbook. Dit in de 18e eeuw zelf reeds druk beoefend genre ontaardt gemakkelijk in een oppervlakkig plaatjesboek met weinig commentaar. Hier ligt dat anders. De auteur Charles Dumas heeft er een gedegen, goed gedocumenteerd werk van gemaakt, puttend uit en met medewerking van het Gemeentearchief van 's-Gravenhage. De hoofdzakelijk topografische aquarellen van de broers Paulus Constantijn, Jacob Elias en Karel La Fargue en die van tijdgenoten als Aart Schouman, Isaac van Ketweg, Paulus van Liender, Cornelis Pronk, Jan ten Compe en Jacobus Buijs roepen een bijna uitputtend zij het statisch beeld op van de residentie. En het belang reikt verder dan Den Haag alleen, want Dumas gaat in zijn inleiding uitgebreid in op de topografische traditie en de bijzondere plaats van het 18e-eeuwse stadsgezicht. Het moet mij alleen van het hart dat ik de kleurenreprodukties niet erg geslaagd vind: ze hebben bijna allemaal een wat valse, kitscherige tint. Tenslotte nog de bibliografische gegevens:
Charles Dumas, Het verheerlijkt Den Haag. 's-Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1984. Oblong 168 pp. 96 grote ‘gezichten’ en 39 kleine afbeeldingen. Linnen band. Prijs: f 69,50.
| |
Elisabeth Maria Post (1755-1812) en de slavernij
In 1974 verraste ons oud-bestuurslid A.N. Paasman de neerlandici (en hen niet alleen) met een voortreffelijke bio bibliografie van Elisabeth Maria Post, die als heuristische modelboek menig aankomend onderzoeker de weg heeft gewezen. Dezelfde auteur is op 18 december 1984 aan de universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een proefschrift, getiteld: Reinhart: Nederlandse literatuur en slavernij ten tijde van de Verlichting, Leiden, Martinus Nijhoff, 277 pp.; geillustreerd; prijs: f 49,50. In dit nieuwe boek over Elisabeth Maria Post staat haar roman in brieven Reinhart, of natuur en godsdienst uit 1791-1792, 3 dln., centraal. De schrijfster had een broer in het huidige Guyana, zodat het niet verwonderlijk is dat het Verlichtingsthema slavernij haar nog meer dan gewoon bezighield. Het proefschrift gaat achtereenvolgens in op verschillende structuralistische aspecten van de betreffende briefroman (hfdst. 2) op contemporaine denkbeelden inzake slavernij (hfdst. 3) en op de rol te dezen van Elisabeths broer H.H. Post.
| |
Rokoko
W.H. Thijsse, Rokoko. Democratie in wording. Zutphen, De Walburg Pers, 1985. 384 pp., geïllustreerd. Prijs: f 56,-. Het begeleidende reclamefolder en de flaptekst zijn niet zuinig met namen. Zonder blikken of blozen wordt verwezen naar befaamde historiografische syntheses als van Burckhardt, Die Kultur der Renaissance in Italien en Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen. De suggestie moet zijn: op analoge wijze heeft de auteur een totaalbeeld van allerlei levensverschijnselen in de periode 1700- | |
| |
1780 getekend. Zo'n verwachting kan de musicoloog W.H. Thijsse natuurlijk niet waarmaken en zijn cultuurgeschiedenis lijkt dan ook geheel een produkt van eigen makelij, waar geen Burckhardt of Huizinga aan te pas hoefde te komen. Het is een zeer eigenzinnig boek met alle goede en kwade kanten van dien. Om met die goede te beginnen: de auteur manifesteert zich als een belezen liefhebber, een kunstzinnig man ook, geen in zijn specialisme verstrikt vakgeleerde. Dergelijke mensen worden ten onrechte wel eens wat meewarig bekeken door zogenaamde echte geleerden, maar ze vormen de brede middenlaag van algemene lezers en toehoorders, waar vroegere generaties van academici hun debiet op konden baseren. Daarom, leve zulke echte geïnteresseerde ‘amateurs’.
Moeilijker wordt het pas, wanneer die liefhebber een wetenschappelijk werk onderneemt zonder zich te houden aan bepaalde spelregels. Wie een boek over Rokoko opslaat verwacht bijvoorbeeld een discussie over de bestaande studies terzake, een status quaestionis, en wat de situatie in Nederland aangaat een standpuntbepaling ten aanzien van Geerars' bekende opstel (met een vraagteken): ‘Rococo in de Nederlandse literatuur?’. Zo niet Thijsse. Hij heeft een bepaald idee en brengt nu allerlei verschijnselen, godsdienstig en politiek gebied onder die ene noemer Rococo. Dat kan alleen maar door dit begrip heel wijd en nietszeggend te maken. Hetzelfde dus als wat met ‘romantisch’ is gebeurd, men leze het boek van W. van den Berg, De ontwikkeling van de term romantisch.
Het is moeilijk om hier althans een indruk te geven van de inhoud van dit uitbundig en fraai geïllustreerde boek. Men kan het zo gek niet noemen of het komt wel ergens ter sprake. Als er dan toch beslist een grote naam zou moeten vallen, dan herinnert Thijsse's werk in de verte aan die andere Van den Berg, de auteur van Metabletica. Tenslotte, het boek is voorzien van een lange literatuurlijst, waarin rijp en groen door elkaar staan.
| |
Brievenbus
Ten behoeve van mijn onderzoek naar het beeld van zigeuners in de Nederlandse letterkunde van de 17e-, 18e- en 19e eeuw zoek ik nog titels van (met name 18e eeuwse) literaire werken (fictief proza, drama en poëzie) en van eventuele bijdragen in letterkundige tijdschriften, spectatoren, e.d., waarin zigeuners (Heidenen of Egyptiërs) een rol spelen.
P. Haveman
Stadhouderskade 90
1073 AV Amsterdam
|
|