Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw. Jaargang 1975
(1975)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |||||
III. Paspoorten van Betje Wolff en Aagje Deken uit 1796Eind maart of begin april 1788 verlieten Betje Wolff en Aagje Deken de Republiek om zich te begeven naar Trévoux in Frankrijk.Ga naar eindnoot1) Het was een vertrek uit vrije wil, in zoverre geen mens hen direkt dwong te gaan. Toch voelden zij zich na de restauratie van de stadhouderlijke macht en het praktisch vogelvrij verklaren van hun Patriottische geestverwanten hier niet meer op hun gemak. Hun vertrek droeg dan ook een definitief karakter. Zelfs het buitentje Lommerlust te Beverwijk, waar Wolff en Deken sedert 1782 als trotse eigenaars gewoond hadden, werd in hun opdracht verkocht.
Ook al was de emigratie naar het land van de vrijheid dan geen overhaaste vlucht, het kan niet anders of er zullen bij die gelegenheid veel persoonlijke papieren (correspondentie, dagboeken, manuscripten e.d.) zijn opgeruimd of althans verloren gegaan. Wat er van het tweetal aan brieven bewaard bleef vormt slechts een fractie van wat er geweest moet zijn. Begrijpelijk: de reiskoets naar Frankrijk was geen verhuiswagen.
Kort vóór 11 oktober 1797 keerden Wolff en Deken na een bijna tienjarig verblijf in Trévoux naar hun vaderland terug, thans wèl door de nood gedwongen, aangezien hun vermogen inmiddels grotendeels was verloren gegaan (door de schuld van een onbetrouwbare zaakwaarnemer).Ga naar eindnoot2) Bovendien bleken de hun nog resterende gelden niet meer naar Frankrijk overgemaakt te kunnen worden, zodat er weinig anders op zat dan zelf te repatriëren.
Het verblijf van Wolff en Deken in Trévoux vormt zoveel als de blinde vlek in hun biografie.Ga naar eindnoot3) Het moment lijkt nog niet gekomen om de spaarzame gegevens over hun precieze verblijfplaatsen, kontakten, aktiviteiten en verdere lotgevallen tot een sluitend beeld te verenigen. Documenten met betrekking tot de periode in Trévoux blijken bijzonder schaars. Met des te meer genoegen publiceer ik daarom hier een stuk dat, voor zover mij bekend, tot dusver in de vakliteratuur nergens genoemd wordt: de paspoorten van Betje Wolff en Aagje Deken uit 1796. Ik ontving door vriendelijke bemiddeling van de heer R. Valentin Smith te Trévoux in september 1973 een xerox-kopie hiervan. Ze werd mij toegezonden door de heer Dusonchet, Sous-Archiviste des Archives Départementales de L'Ain in Bourg-en-Bresse, die ik op deze plaats eveneens dank zeg.
Ik geef nu eerst een letterlijke transcriptie van de twee documenten. | |||||
[pagina 13]
| |||||
[pagina 14]
| |||||
| |||||
ToelichtingHet paspoort van Betje Wolff en, als bovenstaande transcriptie correct is, ook dat van Aagje Deken zijn uitgegeven te Trévoux op 20 Thermidor van het jaar V, volgens de Franse republikeinse kalender. Dat komt overeen met 7 augustus 1796 van onze jaartelling. Op dat tijdstip - ruim een jaar voor hun feitelijke terugkeer - hadden de plannen van de schrijfsters om Trévoux te verlaten dus reeds vaste vorm aangenomen. Geldgebrek dwong hun echter de reis voortdurend uit te stellen. Pas toen een Friese vriend, Jhr. Jan Poppo van Canter, hen het nodige reisgeld wist te bezorgen, konden zij de terugreis aanvaarden.Ga naar eindnoot4)
Wat bij het bekijken van de paspoort en nog meer frappeert is de onjuiste opgave van Betje's leeftijd. Zij werd immers geboren op 24 juli 1738 en was dus op de 20e Thermidor van het jaar V niet 51 maar 58 jaar oud. Vrouwelijke koketterie of een vergissing van de ambtenaar ter secretarie? De opgegeven leeftijd van Aagje Deken | |||||
[pagina 15]
| |||||
- 55 - klopt in elk geval wel!
Het interessantste gegeven is natuurlijk de persoonsbeschrijving. Het toeval wil dat er kort na de terugkeer van Wolff en Deken twee miniatuurportretjes van hen gemaakt zijn door de schilder Pieter C. Groenia. Dat gebeurde in 1798, toen zij op uitnodiging van hun weldoener Jan Poppo van Canter in Leeuwarden logeerden. Deze portretjes waren in 1954 nog in het bezit van Mevr. W. Wijnaendts Francken-Dyserinck te 's-Gravenhage. Thans berusten ze in de collectie van het Betje Wolff-museum in Midden-Beemster.
Men vindt ze voor het eerst afgebeeld bij een artikel van dr. A. van der Boom: De portretten van Elisabeth Wolff en Aagje Deken. Illustraties van haar werken.Ga naar eindnoot5) Het is naar deze geschilderde miniaturen dat L. Portman zijn bekende portretgravures van de beide schrijfsters vervaardigd heeft. Oorspronkelijk bestemd voor de Tafereelen van de staatsomwenteling in Frankrijk, werden ze met vierregelige onderschriften van A. Loosjes Pzn. afzonderlijk uitgegeven door Ten Brink, Loosjes en Immerzeel.
P.J. Buijnsters |
|