redenen, die maken dat men dit verslag met zoveel genoegen leest. De eerste is, dat het een reis met een speciaal doel was: bezichtiging van kabinetten van mineralen etc., zoveel mogelijk contacten met geleerden en natuurlijk ook verrijking van de eigen verzameling.
De tweede reden is de zevenjarige oorlog, die dan volop aan de gang is. Dank zij zijn paspoorten - naar ik aanneem meest nederlandse - komt Elias overal goed door, maar de reis is lang niet ongevaarlijk. Voor belangstellenden zal ik de belangrijkste plaatsen van de reisroute, die meest met openbare vervoersmiddelen werd afgelegd, laten volgen.
Over Utrecht gaat Elias naar Nijmegen, Kleef, Emmerik en Wesel, waar hij overal familie heeft en zich daarom wat langer ophoudt. Blijkbaar is hij al enige tijd weg, want in zijn geboorteplaats vallen hem verschillende zaken op, die hij in zijn jonge jaren nooit opgemerkt heeft. Buiten Wesel komt hij voor het eerst met de oorlog in aanraking. Daar komt hij terecht in de Franse armee, die Münster zal gaan belegeren. Vooral zijn Amsterdamse pas helpt hem bij het passeren.
De tocht gaat verder naar Düsseldorf, Keulen, Frankfurt am Main en Kassel, waar zijn broer Jan Coenraad al sedert 1753 woonde en als jurist aan het hof verbonden was. Daar neemt hij dan weer afscheid van zijn familie om via Göttingen en Bremen naar Hamburg te reizen. Hoezeer hij zich al Amsterdammer voelt, blijkt daar. Ondanks de vriendelijke ontvangst heeft hij vier bezwaren tegen de Hamburgers: de wandluizen, het slechte plaveisel, de grofheid van kruiers en voerlieden en ‘een onverdraagelijke Burger-Hoogmoed, die ik aan sommige waarnam in 't defenderen omtrent den evenaar des Handels van Amsterdam en Hamburg’.
De reis gaat dan naar Berlijn, waar hij bij Sans Souci de vroegere tuinman van de Pinto gaat opzoeken. Blijkbaar was Elias dus een trouw bezoeker van de tuinen van Tulpenburg aan de Amstel geweest. Onwillekeurig denkt men even aan Linnaeus, die ook wel eens hortucalanus of tuinman van de heer Clifford van de Hartekamp wordt genoemd. Langs Maagdenburg en Leipzig trekt Elias daarna naar Dresden. Ondanks de oorlogswoede kan hij hier het prachtige kabinet van mineralen bezichtigen, dat naar zijn mening het allerbeste van de gehele wereld is ingericht. Wat later krijgen de bewoners van 84 huizen aanzegging om negen uur 's ochtends dat hun huizen om vijf uur in de middag in brand zullen worden gestoken. De herberg van Elias ligt