Voorwoord
In geen periode van de Nederlandse beschavingsgeschiedenis is de invloed van het dan toonaangevende Frankrijk zo duidelijk als in de 18e eeuw. Die invloed manifesteert zich op vrijwel elk terrein: taal, literatuur, wijsbegeerte, politiek, godsdienst, kunst, zeden. Maar het zou onjuist zijn om Holland uitsluitend als de ontvangende partij voor te stellen. Franse refugiés vonden hier een gastvrij onthaal, onze uitgevers en drukkers hadden een werkzaam aandeel in de verbreiding van de verlichte denkbeelden, onze geleerden (Boerhaave, 's Gravesande, Camper) stonden ver buiten de landsgrenzen in aanzien, onze staatsvorm wekte bewondering. Nederlandse archieven en bibliotheken bevatten nog vele gegevens over de intieme relatie tussen Frankrijk en de Republiek. De hierna volgende bibliographie geeft slechts een zeer onvolledig en eenzijdig beeld van die betrekking. Onvolledig, omdat het hier een eerste poging tot documentatie betreft; eenzijdig, omdat het accent noodgedwongen viel op de literaire betrekkingen.
Over de inrichting van onze bibliographie nog het volgende: opgenomen zijn uitsluitend die monografieën en artikelen welke de kwestie van de Frans-Nederlandse relatie uitdrukkelijk aan de orde stellen. Algemene beschouwingen vallen hier dus buiten, eveneens boeken waarin de onderhavige problematiek slechts terloops ter sprake komt.
Een apart geval vormen Nederlandse auteurs als Justus van Effen, Frans Hemsterhuis en Belle van Zuylen (Madame de Charrière), die alleen of hoofdzakelijk in het Frans geschreven hebben. Voor Hemsterhuis verwijzen wij naar het aan hem gewijde nr. 4 van ons Documentatieblad (augustus 1969) met uitvoerige bibliographie en inventarisatie van de handschriften. Aan Belle van Zuylen hopen we in de toekomst een afzonderlijk nummer van het Documentatieblad te besteden.
Aan de voorbereiding van deze bibliographie van Frans-Neder-landse betrekking in de 18e eeuw hebben meegewerkt: Mej. M. Couperus te Utrecht, J. Vos en A. van Oudvorst te Nijmegen. Het natuurwetenschappelijk gedeelte komt geheel voor rekening van drs. R. Visser; drs. E.R.M. Taverne verzorgde de afdeling kunstgeschiedenis, terwijl prof. J. Vercruysse -specialist bij uitstek inzake Frans-Nederlandse betrekkingen van de 18e eeuw - het bibliografisch materiaal op tal van punten aanvulde en corrigeerde.
Nijmegen, augustus '70
P.B.