Jaak beloofde aan een van de kinderen een opgezette spreeuw, toonde op een boerderij vlakbij hoe een beer het doet met een zeug: net een kurkentrekker. Jaak gaf uitleg met zijn raspende stem, in onaffe zinnen, in een ouderwets en lelijk dialect.
Ze speelden een gezelschapsspel in de bungalow die ze ook ‘het weekendhuisje’ noemden. Weekend. Jaak schaamde zich voor de zwaarte en de donkerte van zijn eigen woorden, en hoe elke dag voor hem dezelfde was. Die stadslui hadden elke week twee dagen vakantie. Zaterdag, zondag: dat zo modern klinkende woord ‘weekend’. ‘Steek het licht maar aan’, zei hun moeder. En alles in het houten weekendhuisje baadde in een helder, zinnelijk flitslicht.
Toen de stadslui twee weken na elkaar niet opdaagden, kon Jaak zich niet bedwingen. Op een avond in de week brak hij met een houtblok een ruit, wachtte tot alle geluiden weggestorven waren. Hij kroop binnen. Hij betastte kleren in een kast, las woorden op papieren, rook aan badschuim en zeepjes. Toen de stadsfamilie toekwam, wachtte hij hen op.
‘Ze hebben ingebroken’, zei Jaak. Maar de stadslui tilden er niet eens zwaar aan. Er bleek trouwens niets verdwenen.
Ja, er was overal een plaag van inbraken.
De week erna brak hij opnieuw binnen. Hij wilde vinden wat die mensen kwamen zoeken in dit bos: een bevrijdende rust, dennengeur, het avondlange staren in de open haard. Jaak zocht hen omdat, ja omdat, waarom? Ze zochten hier iets, maar brachten ze niet vooral zelf iets mee?
De stadslui haastten zich niet eens om het raam te herstellen. Jaak kon zo binnen, ging op de bank zitten, keek naar het koude haardvuur, inspecteerde opnieuw de kasten en de bedden. Zag de onbederfbare dingen: koffiefilters, suiker, dozen Bambix. Hij keek overal, maar vond het niet. Alles spande aan zijn lijf. Toen hij uiteindelijk betrapt werd, zei hij - twijfelend en beschaamd - dat hij op zoek was naar seksboekjes, maar wat hij eigenlijk zocht was iets anders. Een vorm van openheid, overgave, de toekomst, en vooral die oppervlakkige, lichte, moderne blik die stadsmensen kunnen werpen op een dorp en bossen.