Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 158(2013)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Het terrarium van de eenzaat Delphine Lecompte De fantastische klompenmakerszoon, de profetische taxidermist en het humeurige puzzelstukje De zoon van de klompenmaker vindt in de fontein Een puzzelstukje in de klauw van een griffioen Het kan de mouw van zijn overleden zuster zijn Of de lucht boven Kaapstad op haar 33e verjaardag Het kan van alles zijn Maar waarschijnlijk is het een tropische vogelflank. Er komt een taxidermist voorbij Hij draagt een paars trainingspak en een bolhoed Hij kan de gedachten lezen Van alle klompenmakerszonen van Europa Dat zijn er heel wat. Heel wat gedachten gaan uit Naar overleden zussen Andere gedachten concentreren zich Op artificiële vochtstuwingen, doopvonten En fonteinfabelbeesten. Maar de taxidermist is lui vandaag Hij wil noch gedachten lezen noch teckels opzetten Hij knikt naar de klompenmakerszoon en hij vraagt: ‘Waar denk je aan?’ ‘Aan mijn dode zus in Kaapstad’, liegt de klompenmakerszoon. [pagina 31] [p. 31] ‘Hoe oud is je zuster geworden?’ vraagt de dierenopzetter ‘De dag na haar 33e verjaardag werd ze onthoofd Door een helikoptervlerk. De piloot heette niet Icarus.’ ‘Hoe heette hij dan wel?’ ‘How the fuck should I know?’, snakt de klompenmakerszoon in zijn beste Fries. De taxidermist verlaat boos het plein Er verandert iets Aan het puzzelstukje in de fontein Het wordt rood Het kan niet meer van alles zijn Het is de borst van het vogeltje Dat op de werktafel van de taxidermist ligt. [pagina 32] [p. 32] Met een hoofd vol potloodschilfers en communievlechten Met een mond vol krieken verlaat De ezeldrijver in de vroege ochtend zijn huis Om een opgezette chimpansee te kopen voor zijn vrouw Ze is vandaag jarig voor de 42e keer De ezeldrijver daarentegen heeft nog maar 30 verjaardagen achter de rug. In het grootste stadspark spuwt de ezeldrijver de krieken uit Ze vallen in de opengesneden lever van een analfabetische hoer De hoer veert recht Ze vist de krieken uit haar lever En duwt ze in haar oren Daarna gaat ze opnieuw dood. De ezeldrijver ontmoet een schele collega Hij zegt: ‘Goedemorgen, schele collega.’ Dan vraagt hij: ‘Waarom ben je zo vroeg op pad?’ De schele collega antwoordt: ‘Ik zoek een opgezet penseelaapje Voor mijn vrouw. We zijn vandaag tien jaar getrouwd!’ Plots verschijnt een reus zonder kleren Hij verslindt de schele ezeldrijver Maar na de verslinding verdampt hij meteen De eerste en oorspronkelijke ezeldrijver zet zijn zoektocht voort Uiteindelijk vindt hij een levende chimpansee Op de vensterbank van zijn gierige schoonbroer. De ezeldrijver wurgt de chimpansee Met de eerste communievlecht van zijn vrouw Wanneer de stuiptrekkingen van de aap voorgoed voorbij zijn Belt hij aan bij zijn gierige schoonbroer Die toevallig ook een hele genereuze taxidermist is. Terwijl de schoonbroer de aap aan het prepareren is Denkt de ezeldrijver na over zijn afgeleefde vrouw Hij verlaat de woning van de taxidermist Ineens verschijnt een reus met kleren Hij haalt zijn neus op voor de ezeldrijver Terug thuis vermoordt de ezeldrijver zijn vrouw met zijn pinken. [pagina 33] [p. 33] Toen mijn vader een imker was, bestond ik al een beetje Toen mijn vader een veelgeplaagde imker was Hoopte mijn moeder in de duinen Dat een hoedenmaker haar zou schaken Ze was nog maar pas zwanger En de hoedenmaker zou mij aannemen. Maar de hoedenmaker vertrok Met haar beste vriendin naar Boston Waar ze het over een andere boeg gooiden In een sympathiek visrestaurant. Nadat mijn moeder mijn vader op de hoogte had gebracht Van mijn omineuze komst Liet hij zijn korven in de steek Hij ging naar de markt en stal een kleerhanger Maar hij dacht niet aan abortus Hij dacht aan zijn kokette jas. Zeven weken voor mijn geboorte vluchtte mijn vader Hij werd loodgieter op de valreep In een Oost-Europees dorp waar hij de enige was Met imkerkennis en een volledig intacte leverkwab Op een dag stond hij oog in oog Met de weerbarstige boiler van een giftige gravin De boiler barstte en uit de scheur verscheen een hond. De hond was natuurlijk een profetische teckel Hij zei tegen mijn vader: ‘Je zult vader worden...’ ‘Dat weet ik al!’ snauwde de korzelige loodgieter Maar de teckel was niet kwaad En hij breide een vervolg aan zijn voorspelling. ‘Je zult vader worden van een dochter. Ze zal niet ontwapenend zijn, Ze zal brandjes stichten in blindencentra En vingerhoeden stelen van dove touwslagersvrouwen Toch zal je uiteindelijk van haar houden!’ [pagina 34] [p. 34] De teckel verdween en de boiler werd braaf Mijn vader bedankte de gravin En kocht nog twee tombolatickets van haar Maar toen de tombolaprijzen werden uitgedeeld Wiegde hij zijn kind met uitzicht op de zee Hij vond haar mooier dan een afvoerstop. [pagina 35] [p. 35] [pagina 36] [p. 36] [pagina 37] [p. 37] [pagina 38] [p. 38] [pagina 39] [p. 39] [pagina 40] [p. 40] [pagina 41] [p. 41] Een bijziende otter in een sinterklaaskostuum De oude kruisboogschutter knijpt vocht uit een kaasbol Zijn kanarie heeft alleen maar oog voor het opgeschudde voeder Buiten vermoordt een schoenmaker zijn vrouw Op klaarlichte dag met een afgelikte schuimspaan Maar het is niet erg want ze had een onomkeerbare nieraandoening En bovendien heeft ze haar man jaren bedrogen met zijn enige broer. De vrouw van de schoenmaker is 42 geworden In hondenjaren is dat zes De teckel van de schoenmaker heeft alles voorspeld: De nierziekte, de affaire, het moordwapen Zelfs de dag en het uur waren correct Zo'n hond verdient een betere baas. De schoenmaker schopt zijn hond om de haverklap Hij kan de orakelende teckel niet verdragen Hij wil al die details van zijn nakende verval niet weten Noch het faillissement, noch de hersenlekkage van zijn lievelingsdochter In een pretparkpiramide net nadat Ze geld had afgetroggeld van een gortige dermatoloog. De oudste dochter van de schoenmaker is de minst vlijtige De jongste reikt nu reeds schoenlepels aan Ze dekt de tafel uit eigen beweging en als ze tekent Dan zijn het onschuldige krijttaferelen op de stoep Portretten van zichzelf, soms van haar moeder. Maar als de oudste dochter schildert Dan is het altijd dezelfde bijziende otter In een te wijd sinterklaaskostuum met mosterdplekken Hoe kun je van zo'n mormel houden? Dus vermoordt de schoenmaker ook zijn oudste dochter Niet met de schuimspaan, wel met de teckel. Twee vliegen in een klap De schedels botsen De botten klotsen Het vocht kruipt terug in de kaasbol [pagina 42] [p. 42] Van de oude kruisboogschutter en zijn kanarie Heeft twee ogen om te fixeren op mijn ongebruikte pollepel. Vorige Volgende