Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 158

[p. 374]

Medewerkers

GEERT BEKAERT (1928) doceerde architectuurgeschiedenis en -theorie aan de KU Leuven en de T.U. Eindhoven. Hij publiceerde verscheidene boeken en werkte mee aan verschillende tijdschriften. Hij was hoofdredacteur van Forum en Archis. Hij schreef eveneens scenario's voor films. Van zijn Verzamelde Opstellen verschenen tot nog toe negen delen. Voor zijn werk kreeg hij de Pierre Bayle-prijs, de Rotterdam-Maaskantprijs, de Prijs van de Provincie Antwerpen en van de krant De Standaard.

GEERT BUELENS (1971) is dichter, essayist, columnist en hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Zijn essaybundel Oneigenlijk gebruik. Over de betekenis van poëzie verscheen in januari 2008 bij Vantilt. Tegelijkertijd kwam ook de derde druk uit van zijn meermaals bekroonde Van Ostaijen tot heden (met actualiserend nawoord). Zijn monografie over de Europese Eerste Wereldoorlog-poëzie, Europa Europa!, verscheen eind 2008 bij Ambo. Buelens maakt ook deel uit van de Antwerpse onderzoeksgroep Literatuur, Vlaamse Beweging en maatschappij.

LASHA BUGADZE (1977) werkt als toneelschrijver bij het Kote Marjanishvili Staatstheater. Daarnaast is hij romanschrijver, columnist en producer/presentator van literaire radio- en televisieprogramma's bij de Georgische Publieke Omroep. Werk van hem is vertaald in het Russisch, Armeens, Frans, Duits, Pools en Engels.

INGRID DEGRAEVE (1972) woont en werkt in Brussel en in Tbilisi. In Tbilisi is ze sinds 1999 werkzaam als vertaler, schrijver, docent Nederlands, uitgever en kunstcurator. Ze richtte er het docentschap Nederlands aan de Ilia State University, Uitgeverij Link en een centrum voor hedendaagse kunst op. Sinds 2008 werkt ze ook als projectleider aan het Taaluniecentrum Nederlands als vreemde taal in Brussel. Ze publiceert vertalingen uit het Frans, het Duits en het Georgisch en voert opdrachten uit voor Poetry International, het Vlaams-Nederlands Huis deBuren, bloemlezers en literaire tijdschriften. Sinds 2003 verschijnen haar vertalingen uit het Georgisch bij Belgische en Nederlandse uitgeverijen. In 2007 begon ze essays en verhalen in het Georgisch te schrijven. In 2008 kreeg ze in Georgië de Sachelebi-prijs toegekend als bezieler van de Georgische cultuur.

HANS DEMEYER (1987) is sinds oktober 2011 als FWO-aspirant verbonden aan de Universiteit Gent waar hij een proefschrift voorbereidt over lichamelijkheid in de Nederlandstalige prozavernieuwing 1960-1975. Hij is redacteur van nY, en publiceert kritieken in onder meer De Leeswolf en DW B.

JEROEN DERA (1986) studeerde Nederlands en Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij specialiseerde zich in moderne Nederlandse poëzie en studeerde cum laude af op een scriptie over het dichterschap van Hans Faverey. Hij was hoofdredacteur van Vooys en publiceerde artikelen, recensies en essays in tijdschriften als Parmentier, nY, De Parelduiker, Ons Erfdeel en Poëziekrant. Momenteel bereidt hij aan de Radboud Universiteit een proefschrift voor over de integratie van literaire kritiek in nieuwe media (radio, televisie, internet).

CHRISTOPHE VAN GERREWEY (1982) studeerde Architectuur aan de UGent en Literatuurwetenschappen aan de KU Leuven. Hij is als aspirant (FWO) verbonden aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw van de Universiteit Gent, en is lid van de kernredactie van DW B en van het architectuurtijdschrift OASE. Hij schrijft verhalen, romans, essays

[p. 375]

en kritieken over onderwerpen zoals literatuur, beeldende kunst, theater en architectuur. In 2010 verscheen Vijf ziekteverhalen bij Druksel, in 2012 verscheen bij De Bezige Bij Antwerpen zijn romandebuut Op de hoogte.

PETER HOLVOET-HANSSEN (1960) is dichter-troubadour. Hij werd bekroond met onder andere de Debuutprijs 1999 en de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap 2008. Na zijn grensoverschrijdende exploratie De reis naar Inframundo (www.arkprijs.be 2012) en na zijn ‘Antwerpen/Oostende’-avontuur en -publicatie als Antwerpse ‘StadsPeter’ werkt hij aan een nieuwe proza-en poëziereis.

LUCAS HÜSGEN (1960) schrijft en vertaalt. Laatste publicaties zijn Vederbeds Lumière (poëzie, 2009), Nazi te Venlo (essays, 2011, J. Greshoff-prijs 2012), De windbel (roman, 2012).

ATTE JONGSTRA (1956) is schrijver, dichter en essayist. Bekende titels uit zijn oeuvre zijn Groente (roman, 1991), Het huis M. (roman, 1993), De tak van Salzburg (essay, 2001), De tegenhanger (roman, 2003), De avonturen van Henry II Fix (roman, 2007), Klinkende ikken (Privé-domein nr. 266, 2008), De heldeninspecteur (roman, 2010) en Kristalman. Multatuli-oefeningen (2012). Jongstra is vast medewerker van NRC Handelsblad en kernredactielid van DW B. Meer informatie: www.attejongstra.nl.

AY MEY LIE studeerde geschiedenis en sociale wetenschappen. Zij schrijft essays en verhalen en een enkele keer een gedicht. In haar werk verweeft ze, de ene keer meer dan de andere, alledaagse fascinaties met haar academische bagage. Aan de Universiteit van Amsterdam deed zij onderzoek naar Indonesische geschiedenis en hoe sinds de onafhankelijkheid in- en uitsluiting daar in elkaar steekt. Eerder werkte ze bij het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, onder meer als diplomaat in Indonesië. In datzelfde land was zij in februari 2013 als gastschrijver verbonden aan Cemeti Art House, Yogyakarta.

KATHERINA LINDEKENS (1983) studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde aan de VUB en Musicologie aan de KU Leuven. Van 2008 tot 2011 was ze als muziekprogrammator verbonden aan het Concertgebouw Brugge. Sinds oktober 2011 werkt ze aan een doctoraat over de Engelse barokopera. Daarnaast geeft ze concertinleidingen en werkt ze geregeld mee aan projecten die de raakvlakken tussen literatuur en muziek exploreren.

MAX NEETENS is student, schrijver en hoofdredacteur van het studentenblad Dwars. Hij publiceerde eerder in Op Ruwe Planken en in de speciale uitgave van De Brakke Hond, Antwerpen Bomenstad.

MIEKE OPSTAELE (1987) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit Gent en Literatuurwetenschappen aan de KU Leuven. Ze schrijft recensies en essays over Nederlandstalig literair proza en publiceerde eerder in De Leeswolf, Nederlandse Letterkunde, Ons Erfdeel, Streven en op de Reactor.org.

DAVID PELEMAN (1979) studeerde architectuur aan de Universiteit Gent. Eerder publiceerde hij over architectuur, stedenbouw en landschap in A+, The Journal of Architecture en Landscape Research. Momenteel rondt hij aan de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw zijn proefschrift af over de twintigste-eeuwse geschiedenis van de Belgische wegenbouwers.

JEROEN VAN ROOIJ (1979) schreef de romans De eerste hond in de ruimte en Het licht. Hij publiceerde gedichten en essays in onder andere DW B, nY en Parmentier, kritieken in De Leeswolf en op De Reactor en schreef een citybook over Chartres voor deBuren.

[p. 376]

HEDWIG SELLES (1968) studeerde cultuurwetenschappen. Hij publiceerde onder andere in De Gids, Tirade, Hollands Maandblad, De Brakke Hond, Liter, Awater, Poëziekrant en Het Liegend Konijn. In 2011 verscheen zijn bundel Schadenfreude bij Uitgeverij P.

THOMAS STANGL (1966) studeerde Spaans en filosofie. Hij publiceerde tot op heden de romans Der einzige Ort (2004), Ihre Musik (2006) en Was kommt (2009), boeken van verdubbelingen en grensoverschrijdingen tussen personages. Hij werd meermaals gelauwerd. De tekst ‘Zwarte regen’ stamt uit de essaybundel Reisen und Gespenster (2012).

NELE TAS (1978) is beeldend kunstenaar en woont en werkt in Antwerpen. Ze studeerde schilderkunst aan de Academie van Antwerpen (2006) en vergelijkende cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Gent (2002). Ze had solotentoonstellingen bij onder meer Croxhapox en Galerie Marion De Cannière. Ze nam ook deel aan de Biënnale van Peking (National Art Museum China), Pokerface (Koraalberg galerie), Vlaggenproject (Mu. ZEE), Spirits & Landscapes (WIELS Projectroom en Grimmuseum Berlijn), Pleasure Ground (Lokaal 01 Breda), Honorons Honoré (De Garage) en Small Stuff Three (Herman Teirlinckhuis). Ze is één van de initiatiefnemers van het experimentele tentoonstellingsproject Temporary City Berlin.

PETER VERHELST (1962) schrijft poëzie, romans, jeugdboeken, theaterteksten en scenario's. In 1987 debuteerde hij met de bundel Obsidiaan; zes jaar later verscheen zijn eerste roman Vloeibaar harnas. Voor zijn roman Tongkat (1999) ontving hij de Gouden Uil Literatuurprijs, de Bordewijkprijs en de Driejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs voor Proza. In 2005 publiceerde hij het literaire epos ZWERM - geschiedenis van de wereld, in 2008 de dichtbundel Nieuwe sterrenbeelden.

Hij kreeg de Gouden Uil voor Jeugdliteratuur, de Gouden Griffel en de Woutertje Pieterseprijs voor Het geheim van de keel van de nachtegaal (met illustraties van Carll Cneut, 2008). Momenteel werkt Peter Verhelst als regisseur bij NTGent (onder andere Nero, Africa). Hij is als mentor verbonden aan School of Arts (KASK) in Gent. Driemaal per jaar is hij in Brugge curator van de kunstmanifestatie QNX.

BART VERVAECK (1958) doceert aan de Universiteit Gent en publiceert vooral over de naoorlogse Nederlandstalige roman.

SVEN VITSE (1981) studeerde Germaanse talen en promoveerde in 2008 aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift getiteld Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Proza en postmodern proza. Momenteel werkt hij als docent aan de Universiteit Utrecht. Oktober 2010 verscheen zijn essaybundel Tekstbestanden bij uitgeverij het balanseer.

SAMUEL VRIEZEN (1973) is componist en auteur. Zijn eerste solo-CD met conceptuele pianomuziek verschijnt in mei 2013 met het Duitse label Edition Wandelweiser.

MARIEKE WESSELINK (1986) studeert Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en heeft de opleiding Illustratie aan de Willem de Kooning Academie gevolgd.

MARIEKE WINKLER (1983) is als docent en promovenda verbonden aan de afdeling Nederlandse Taal en Cultuur van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij werkt aan een proefschrift over het onderscheid tussen literatuurkritiek en literatuurwetenschap in de Nederlandse letteren sinds 1880. Daarnaast treedt zij op als singer-songwriter en maakt zij deel uit van de redactie van Poëzie Podium Perdu in Amsterdam.

[p. 377]

MARC VAN ZOGGEL (1986) studeerde Nederlands (Bachelor) en Letterkunde & Literatuurwetenschap (Research Master) aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Momenteel is hij als assistent Nederlandse Letterkunde verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, waar hij een proefschrift voorbereidt over ironie en zelfironie bij Harry Mulisch, en als onderzoeker aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag, waar hij betrokken is bij de totstandkoming van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans.

[p. 378]

[p. 379]

Bij de beelden

Stefaan Dheedene (1975) is een beeldend kunstenaar. Hij doceert aan de School of Arts te Gent. Hij studeerde aan de Gentse Academie en aan het Antwerpse Hoger Instituut. Hij had solotentoonstellingen bij onder meer het S.M.A.K., Bozar, Deweer Gallery en Hedah, en nam deel aan vele groepsexposities.

Hij wordt beschouwd als een ‘ontsnappingskunstenaar’: zijn werken vormen een verzameling tekens die zichzelf ontkrachten en nadien een nieuwe ordening zoeken.

De afbeeldingen in deze aflevering zijn reproducties uit Breaking news (2010), op basis van een reeks opeenvolgende nummers van TIME Magazine. Alle magazines werden zorgvuldig ontmanteld en de pagina's herordend, zodat de artikels elkaar onderbreken in een veranderde chronologie. Sommige magazines werden dikker, andere dunner.

[p. 381]