Medewerkers
GERT ANNINGA (1970) studeerde Architectuur in Delft. Hij is eigenaar van het architectenbureau Nine Oaks, geeft les aan diverse Academies van Bouwkunst en aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Parallel aan concrete bouwprojecten werkt hij aan vrije projecten onder de noemer architectures. Deze architectures zijn bedenksels waarmee de grenzen en achtergronden van architectuur worden onderzocht.
MARIA BARNAS (1973) is schrijver, dichter en beeldend kunstenaar. Ze zet letters achter elkaar met leestekens ertussen. Wanneer ze schrijft, wil ze liever naar buiten en wanneer ze in het park loopt, kan ze niet wachten er iets over op papier te zetten. Soms lukt het niet een gedachte te vatten in tekst. Dan kan het gebeuren dat ze een beeld maakt.
HANS BOGAERT (1987) studeerde Nederlands en theater-, film- en literatuurwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en de Freie Universität Berlin. Hij behaalde een MA in cultuurmanagement en in de literatuur van de moderniteit met een eindverhandeling over het proza van Tomas Lieske. Momenteel is hij communicatieverantwoordelijke bij Behoud de Begeerte, kunstencentrum voor literatuur.
WILLEM BONGERS-DEK (1985) is literatuurwetenschapper, criticus en dichter. Sinds 2008 geeft hij gastcolleges aan verschillende universiteiten (Boekarest, Jakarta, Sheffield, Utrecht). Momenteel werkt hij als literair programmator voor het Vlaams-Nederlands Huis deBuren en als redacteur van citybooks (www.citybooks.eu). Hij was hoofdredacteur van Vooys en is kernredactielid van DW B.
JAN WILLEM BOS (1954) is tolk/vertaler, schrijver, publicist en lexicograaf. Hij studeerde Roemeense taal- en letterkunde in Amsterdam en Vergelijkende Literatuurwetenschap in Illinois (Verenigde Staten). Tussen 1982 en 1984 verbleef hij als gastdocent Nederlands in Boekarest. Hij vertaalde zo'n twintig boeken uit het Roemeens, het meest recent zijn Moderne Roemeense verhalen (Atlas, 2008) en De Wetenden van Mircea Cărtărescu (De Bezige Bij, 2010). In 2009 verscheen bij Atlas ‘Verdacht’. Mijn Securitatedossier en in 2011 Mijn Roemenië.
ANNEKE BRASSINGA (1948) schrijft poëzie, verhalen en essays. Ze debuteerde in 1987 als dichteres met de bundel Aurora, voor haar tweede bundel Landgoed ontving zij in 1990 de Herman Gorterprijs. Daarna volgden de dichtbundels Thule (1991), Zeemeeuw in boomvork (1994), Huisraad (1998, Paul Snoek Poëzieprijs, nominatie VSB Poëzieprijs), Verschiet (2001, VSB Poëzieprijs en Ida Gerhardt Poëzieprijs), Timiditeiten (2003, Anna Bijnsprijs 2005), IJsgang (2006, nominatie VSB Poëzieprijs) en Ontij (2010). Haar gedichten tussen 1987 en 2003 werden gebundeld in Wachtwoorden. Verzamelde gedichten.
PAUL CLAES (1943) is romancier, dichter, essayist en vertaler. Tot zijn laatste publicaties behoren De Leeuwerik (De Bezige Bij, 2010), De tuin van de Franse poëzie (Athenaeum, 2011) en Echo's echo's (Vantilt, 2011 - nieuwe editie).
PAUL DEMETS (1966) is dichter, poëzierecensent voor De Morgen en Cobra.be (VRT), Awater en Ons Erfdeel en essayist. Zijn debuutbundel De papegaaienziekte (Meulenhoff, 1999) werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en kreeg in 2001 de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen. Nadien verschenen de bibliofiele bundel Vrees voor het bloemstuk (Druksel, 2002), De wereld van Jan Fabre (Ludion, 2002) en de bloemlezing Behoud de begeerte (Lannoo, 2004). Voor De bloedplek (De Bezige Bij, 2011) kreeg hij de Herman de Coninckprijs 2012. Het gedicht ‘Zon-