Geen gedicht
Erik Lindner
Voor het raam waarachter het sneeuwt, staat een kopje koffie. Het is een laag en breed kopje dat eruitziet als een kleine badkuip. Er steekt een lepeltje uit. Doordat de rand zo laag is, ligt het lepeltje bijna horizontaal. Na verloop van tijd verschijnt een hand in beeld waarvan de duim en wijsvinger het lepeltje vastpakken en ermee roeren. Het lepeltje blijft diagonaal, net iets hoger dan de rand. Grofweg zijn er twee manieren van koffieroeren. De verticale, die iets nerveus heeft en vaak geklingel veroorzaakt. En de bijna-horizontale die iets geruststellends in zich heeft en ook met minder moeite het oppervlak in beweging brengt. Bij de horizontale, waarvoor de juiste koffiekop noodzakelijk is, lijkt de hand overwogen te werk te gaan. Het blijft ondertussen zo gelijkmatig sneeuwen, dat je gaat denken aan een sneeuwmachine. Marijke van Warmerdam is een horizontale koffieroerder.
In de Westfälischer Strasse opent een man een elektriciteitskast. Er zijn geen draden, stoppen of zekeringen te zien, maar rode plastic mandjes met poststukken. Een voor een haalt hij de mandjes eruit en doet de poststukken in zijn brieventas. In de etalage van een slagerij staan mannen in hun overjas aan een smalle tafel vlees van borden te eten.
Toen ik acht jaar was, wilde ik postbode in Zwitserland worden. Ik stelde me een oude dienstfiets voor die kraakte als ik de berg opging.
IJsschotsen in de rivier waarop is gesneeuwd.
Ik dacht zand op de bodem van het zwembad te zien, maar het was een mens.