taarnpaal. Early anthropologists set great value upon tangible things as cultural data. Photographs were of a piece with artefacts, anthropometric measurements, head casts, sound recordings and linguistic transcripts.
Ze dacht terug aan haar kindertijd en herinnerde zich hoe haar vriendinnetjes elkaar vertelden wat ze hadden gevonden, ontdekt, verborgen, geruild, hoeveel hun was ontnomen, hoeveel ze hoopten terug te winnen. Spelletjes, raadsels, puzzels, geluk, vriendschap, liefde, suikerspinnen. Hoe snel was alles voorbijgegaan!
Iemand zou terugkeren en zijn of haar sjaal vinden. Alicia genoot van het moment waarop zij de onbekende zou zijn voor wie terugkreeg wat hij of zij verloren was. Het vervulde haar met vreugde maar ook met weemoed. Hoopte zij zelf niet terug te vinden wat iemand haar had nagelaten?
Het geluid van een camera die haar fotografeerde onderbrak haar droom. Zonder om te kijken wachtte ze op wat er verder zou gebeuren. Tot ze zich, alsof alle weerbaarheid zich in haar opnieuw had hersteld, met een ruk omdraaide.
Soms ontmoet je een onbekende, terwijl je het gevoel hebt dat je elkaar al jaren kent. Dat komt zelfs niet zo heel zelden voor. Je ontmoet elkaar voor het eerst en er is al geen tijd meer om kennis te maken.
Ik herinner me een onbekende vrouw die ooit mijn pad kruiste. Zonder enige aandacht voor elkaar liepen we elkaar tegemoet. Zonder iets of iemand op te merken liepen we elkaar voorbij. Tot het een ogenblik later tot ons doordrong dat we niets anders waren dan elkaars evenbeeld. We hielden onze stap in, keken op hetzelfde ogenblik achterom, bleven staan zonder dat er iets gebeurde en vervolgden onze weg. Toen pas gebeurde het. Na enige minuten keek ik voor de tweede maal om en zij deed precies hetzelfde. Geen van beiden groette of keerde op zijn stappen terug. We bleven elkaar aankijken, ontredderd, opgetogen, verslagen.
Waarom Viktor en Alicia samen naar de Italiaanse wijk in Genk zijn gelopen, zal wel altijd een open vraag blijven. Een toevallige voorbijganger zou niets anders zijn opgevallen dan een vrouw en een man die verdiept in een gesprek, in zichzelf en in elkaar, hun weg vervolgden door de nevel die in regen was beginnen over te gaan.
(Luigi Nono, Fragmente - Stille, an Diotima, 1980)
‘Erg ruim is het hier niet’, zei Alicia toen ze in de woonkamer van haar kleine dakappartement stonden. Ze nam zijn jas aan. ‘Ik zal ze bij de verwarming ophangen, dan droogt ze gauw.’
‘Dank je’, zei Viktor. Hij ging uit het raam kijken.
‘Ik vrees dat ik na al die jaren naar buiten kijk zonder nog iets te zien’, zei Alicia. ‘Koffie? Thee?’
‘Koffie graag. Is dit je werk?’ Hij wees naar een stapel fotoalbums.
‘Je kunt ze inkijken als het je interesseert.’ Ze verdween in de keuken.