Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 156
(2011)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 349]
| |
[pagina 350]
| |
II. RomantischNaast de waterval, over ruisende velden gaand,
gehurkt boven flesjesmos, springend van klippen
bij springtij: je zag ze vroeger overal,
in ieder gedicht pittoreske passanten die oreerden,
converseerden, desnoods schreeuwden. In lichter
dagen wandelde de wereld toen poëzie
rooskleurig aan de takken hing; vrijelijk te
pluk als een ontluiken dat nu werkelijk
ging worden in wederkerigheid van woorden
maar nog altijd wachten schanddaad en vertwijfeling
ons zwijgend op achter de bomen.
| |
[pagina 351]
| |
III. Het ware levenHoe mensen erin slagen vast te houden aan
de nergens op gestoelde onderstelling dat zij spreken
om belangrijke, zinvolle zaken aan te dragen
vond Novalis al in 1797 bewonderenswaard.
Wat niemand weet, zei hij, is dat de taal,
abstract van aard, uitsluitend zich bekommert om
zichzelf, zoals miraculeus geopenbaard wordt
zodra iemand maar wat kletst omwille
van de conversatie: dan knikkeren
de woorden, in hun eigen ongehoorde glans,
om bovenaardse buit en laten zich
daarbij door ons niet storen.
| |
[pagina 352]
| |
IV. ElementaAls ieder ogenblik nieuw is, ongekend begin
van nasleep die pas over eeuwen
licht zal werpen op dit nu -
zijn woorden sterrenschijnsel,
amechtig arriverend, veel te laat.
Waar kunnen we dan nog over praten?
Alleen de lokstem van het water zwatelt
in strikt hedendaagse taal,
geen touw aan vast te knopen; zeker niet
op het razende moment dat je verstuift
in een onophoudelijk opstekende
onophoudelijk weer liggen gaande storm.
| |
[pagina 353]
| |
V. RetroIk lees geen dagblad meer ik lees
de brieven die Erasmus heeft geschreven -
hoe erg het was in vijftien zeven
en hoe hij werd gedreven
door heimwee naar beschaafder leven;
zo blijf ik de traditie eren
dat onverdroten converseren
door eeuwen heen het mensdom staande houdt
al sta ik heden virtueel alleen
verslaafd aan stuff van attisch zout.
|
|