[2011/3]
Beste lezers,
In een tijd van conversation avoidance devices zoals gsm, msn, Black-Berry, iPhone, e-mail, chatboxen en blogs maken Leen Huet en Els van de Perre een aflevering over de conversatie.
Is er sprake van een duidelijke tegenstelling tussen de smalltalk van de elektronische communicatie en de aloude noble art of conversation? Bij Hester IJsseling krijg je misschien die indruk. Eerst gaat ze in op het verschil tussen gepraat en gesprek: het eerste dient om elkaar gerust te stellen, het tweede kan een gedeelde werkelijkheid doen groeien. Nadien geeft ze voorwaarden voor een goede conversatie: luisteren en beluisterd worden; zelfkritische geest; betrokkenheid; geen angst voor controverse; zorgvuldigheid, beknoptheid en duidelijkheid; vragen en antwoorden; het denken in beweging; visueel contact. Vooral de laatste voorwaarde sluit heel wat elektronische communicatiemiddelen uit. De webcam gebruiken en skypen zijn dan flauwe afkooksels van het face-to-facecontact, het pratend elkaar diep in de ogen kijken, het spiegelend nabootsen van elkaars lichaamshouding en gebarentaal.
Leen Huet en Els van de Perre houden hartstochtelijk van het beschaafde en verfijnde gesprek in kleine kring, maar verruimen die mogelijkheid in alle richtingen, en dat maakt hun aanpak juist interessant.
Leen Huet zelf houdt niet alleen van de gesprekstalenten van Oscar Wilde, maar ook van het flaneren tussen blogs, een volgens haar ‘vrouwelijke’ vorm van communicatie. Samuel Vriezen voelt zich thuis in alle vormen van elektronische creatie. Zo heeft hij een muzikale compositie gemaakt die voortgekomen is uit een onlinediscussie, en ook een gesamplede tekst met een schrijversgroep die ontstond via Facebook.
Dan zijn er al die andere mogelijkheden voor het taaldier mens. Koen Peeters houdt Rwandese conversaties met Witte Paters, vermoedelijk ter voorbereiding van een roman, die superieure vorm van literaire conver-