Res Publica
2010, nummer 2 - www.acco.be
Het politiek-wetenschappelijke tijdschrift Res Publica trekt de aandacht van taal- en letterkundig geïnteresseerden met een artikel over ‘politici en hun taalstijlen’. Christ'l de Landtsheer en Dieter Vertessen hebben (samen met hun studenten) de beeldspraak in uitspraken van Vlaamse politici onderzocht. Het uitgangspunt is dat politici in de huidige ‘soundbitecultuur’ steeds vaker hun toevlucht zoeken tot herkenbare of emotioneel geladen beelden. De lezer die een gedegen en genuanceerde analyse verwacht van politiek taalgebruik komt echter bedrogen uit. Aan de basis van dit onderzoek ligt een enigszins dubieuze methode die moet toelaten om de metaforiek te kwantificeren en van elk corpus uitspraken een ‘metafoorindex’ te berekenen.
De methode veronderstelt in de eerste plaats dat men in alle gevallen onderscheid kan maken tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Dat dit niet zo vanzelfsprekend is, blijkt uit de ‘intensiteitsvariabele’, die aangeeft in welke mate de metafoor nog als een talige deviatie wordt ervaren. Hoe de coderende onderzoeker dit met enige precisie kan bepalen, vermelden de auteurs niet. De derde variabele geeft het ‘emotioneel potentieel’ van de metafoor aan, waarbij men er bijvoorbeeld van uitgaat dat sportmetaforen per definitie sterker emotioneel geladen zijn dan rampenmetaforen of natuurmetaforen. Mijns inziens zit de onnauwkeurigheid ingebakken