[Tijdschriften, vervolg]
om ‘iets buitentaligs’ ervaarbaar te maken, een waarheid ‘buiten de algemeen gehanteerde maatschappelijke taal’. Een andere, veel bekendere (en in het Nederlands vertaalde) aanrader is de wrange Holocaustroman Jossel Wassermanns Heimkehr (2008) van Edgar Hilsenrath. Hilsenrath beschrijft op een terughoudende en onsentimentele manier ‘de incubatietijd van het moordzuchtige nazi-antisemitisme’.
Hoewel hij kwistig met superlatieven strooit en focust op enkele intrigerende scènes, slaagt Peter Veldhuisen er niet echt in een helder beeld van zijn favoriete roman te schetsen.
De analytische scherpte van de stukken wisselt te sterk om van een consistent nummer te kunnen spreken. Barbara Mariacher weet in haar bijdrage over het proza van Walter Kappacher de belangstelling te wekken voor dat werk, zonder echter in haar biografische en literaire overzicht cruciale inzichten te verschaffen. Van een totaal andere orde is het artikel van Jeroen Bartels en Henk Harbers over het proza van Pascal Mercier en de filosofie van de man achter dat pseudoniem, Peter Bieri. Deze grondige beschouwing weerhoudt de auteurs er overigens niet van de roman Nachttrein naar Lissabon kritisch te evalueren: het proza lijdt onder uitleggerigheid en effectbejag. Zo kan een artikel op twee manieren leesvervangend zijn. Al nodigt deze aflevering van Armada toch in de eerste plaats uit tot lezen.