Tijdschriften
Armada - ‘Twintig jaar Duitse literatuur, 1990-2010’
april 2010, nummer 58 - www.armada-wereldliteratuur.nl
De redactie van Armada, het tijdschrift voor wereldliteratuur, vroeg aan zestien auteurs om een essay te schrijven over ‘het in hun ogen belangrijkste boek uit de Duitstalige literatuur van de afgelopen twintig jaar’. Het resultaat is een veelzijdig beeld, in capita selecta, van de Duitse literatuur sinds de val van de Berlijnse Muur. Zoals samensteller Ton Naaijkens opmerkt, is het niet de bedoeling van de medewerkers ‘om literatuurgeschiedenis te bedrijven’. Dit nummer biedt in de vorm van zestien toegankelijke essays een goed onderbouwde leeswijzer voor wie wil grasduinen in recent Duitstalig proza.
De bijdragen hebben een erg uiteenlopend karakter, afhankelijk van de insteek van de auteur. Jan Gielkens' stuk over de dagboeken van Victor Klemperer is een rudimentaire historische en biografische schets, terwijl Thomas Ernst een met veel secundaire literatuur onderbouwde commentaar én kritiek formuleert op Reinhard Jirgls experimentele roman Die atlantische Mauer (2008). (nY wijdde vorig jaar een ijzersterk themadossier aan deze fascinerende Duitse auteur.) Els Snick spaart de loftuitingen dan weer niet in haar inleiding tot het proza van Katja Lange-Müller (dat ze zelf ook heeft vertaald). Ze bespreekt te veel romans en verhalen in één essay om echte diepgang te realiseren, maar ze prikkelt de nieuwsgierigheid naar dit proza ‘over het leven in de DDR, de socialisering van jonge mensen in de machtsstaat en hun pogingen om aan de druk te ontsnappen’.
Dit nummer lijkt alvast enkele parels boven te halen, zoals de roman Wäldchestag (2002) van Andreas Maier, geïntroduceerd door Henk Harbers. Maiers werk kan net als dat van Juli Zeh worden beschouwd als een kritische reactie op de ‘postmoderne schrijf- en denkwijzen’ uit de laatste decennia van de vorige eeuw. De nihilistische thematiek gaat bij Maier gepaard met een (idealistische) zoektocht naar een literaire vorm