[Tijdschriften, vervolg]
satie' van Mark Nowak staan als opwarmertje vooraan in het nummer. Passages uit drie verschillende teksten wisselen elkaar af, typografisch netjes onderscheiden. Zoals de titel aangeeft, gaan alle teksten over kapitaal: zowel over hoofdletters als over het neoliberale beleid van Ronald Reagan.
In het korte proza van Barrett Watten, ‘Slechte geschiedenis’, leidt de montagetechniek tot veel minder transparante resultaten. De datum genoemd in fragment XVI, ‘19 april 1993’, lijkt te verwijzen naar de bestorming van de Branch Davidian Ranch in Waco, Texas, maar een verslag van de feiten biedt de tekst niet. Hoewel elke zin uit een andere tekst lijkt te komen, ontstaat een onmiskenbaar motievencluster georganiseerd rond het (ouderlijke) huis, onroerend goed, de wand tussen binnen en buiten, het raam, brand, as, rook. Ondertussen reflecteert het gedicht op taal, poëzie en media. ‘Ik wijs die media-informatie af’, klinkt het zelfzeker, en toch lijkt de werkelijkheid zich vooral aan te dienen als ‘een moment op tv’. De dichter is er zich van bewust ‘dingen onvermijdelijk weer te geven in een zekere vertekening’; zijn gedicht expliciteert die vertekening door haar uit te vergroten en teksten te schrijven die dartelen met ‘de focus van de gedachten van het publiek’. Veeleisende maar allerminst arbitraire montages.
Leslie Scalapino's ‘Het voorwerk, dode zielen’ is explicieter referentieel maar niet minder ontregelend dan de fragmenten van Watten. Het gedicht thematiseert de eerste Golfoorlog en de rol van het Amerikaanse bedrijf Bechtel daarin. ‘Daarom vond de oorlog plaats. Bechtel gaat met het koninklijk huis van Koeweit naar bed.’ Andere passages wijzen op de verstrengeling van politiek, economie en media. Een motief in het gedicht is de confrontatie van ‘zuigelingen’ die sterven aan oorlog en ziekte met een ‘herverkiezingscampagne’ waarin geschreeuwd wordt ‘dat kinderen moeten worden geboren’. Ook deze tekst staat bol van mediakritiek en zelfreflectie. Aangezien de media de werkelijkheid onzichtbaar maken, moet men ‘zijn zien [...] veranderen om realistisch te zijn’. Niet dat deze dichter