Tijdschriften
Parmentier - ‘Documentaire poëzie’
2010, nummer 1 - www.literairtijdschriftparmentier.nl
Met het dossier ‘Documentaire poëzie’ toont Parmentier zich opnieuw - na het aan language poetry gewijde dossier uit 2008 - als wegbereider voor de hedendaagse Amerikaanse poëzie-experimenten. Arnoud van Adrichem, Frank Keizer en Samuel Vriezen presenteren dichters die zich richten op de politieke en sociaaleconomische werkelijkheid én op de manier waarop diverse media deze werkelijkheid representeren. Met dit dossier kiezen de samenstellers bovendien stelling in het debat over literair engagement. De documentaire poëzie die zij verdedigen, tracht aan de valkuilen van een schijnbaar onproblematische mimesis te ontsnappen door haar verhouding tot de media te thematiseren. Ze ‘neemt de journalistieke representaties nooit klakkeloos over, maar onderzoekt ze, transformeert ze, bekritiseert onze omgang ermee of vult ze aan’.
Veel van de hier besproken technieken en poëticale opvattingen doen erg denken aan het politiek gemotiveerde montageproza uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Zo typeert Frank Keizer de gedichten van Mark Nowak als ‘assemblages van een veelvoud van andere teksten’ die zich precies door hun montagekarakter ‘stevig in de materiële wereld [plaatsen]’. Samuel Vriezen pleit in een stevig gedocumenteerd betoog voor ‘experimenteel realisme’: literatuur die de taal zelf als een brok werkelijkheid presenteert en tezelfdertijd toont dat de werkelijkheid altijd ontsnapt aan talige representatie (wat hij het werkelijkheidstekort noemt). Ook de poëtica van Viktor Sjklovski lijkt nog springlevend te zijn, want met haar ‘buitengewone taal’ maakt Leslie Scalapino ‘een ander zien’ mogelijk, een waarneming die beter afgestemd is op de werkelijkheid dan ‘de journalistieke representaties’.
De vertaalde teksten voldoen in hun grilligheid en verbrokkelde zelfreflectie alvast aan de gewekte verwachtingen. De fragmenten uit ‘Kapitali-