Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 155(2010)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Piet Gerbrandy Gedichten Uw stap vervuilt woudmos en stoeptegel en badmat omdat uw voet verkeerd is. Uw rit beraamt aanslag op adem van hijgers en hoesters omdat uw uitlaat ziek is. Uw bord ligt vol gif en de wijn in uw beker brandt weke gaten in uw ingewanden. Uw zaad zadelt wijfjes op met kiemen van blauwe gezwellen want ook liefde - ‘Vannacht heb ik behangen mijn muren met ritselsluiers. De billen die mij op valreep gediend kregen tienen voor vlijt en accuratesse. Ik tilde mijn laatste tafels in eenden bestel voor kringloop (tafels van zeven en feestmaal) en wuifde ze uit. Nu goed ik maak alles kapot maar waag eens te stellen dat alles nog heel was voor ik de set aandeed. Ik hield bederf in stand om waardigheid.’ Uw pleitzang is een vloek voor elke schandpaal. Wij laten u niet nog meer verbalemonden uw blik staat ons niet aan uw dictie uw krater verraadt ons hitte die stenen zacht en aardig maakt omdat uw uitlaat ziek is en niet bitter. KIEM [pagina 102] [p. 102] Hier zijn beuken geplant voor inhalige fietsen van fietsers. Valkuilen spreiden voetangelgepantserd hun schoot voor te vlotten of luiden. Twee reeën pootte de stichting links in het landschap. Blijkbaar mocht het wat kosten. Er is niet beknibbeld op rot. Indisch doof is de uil voor zijn suffe souffleur. De boswachter hangt in zijn kortelings opgeknapt schuurtje. De maan eveneens. En de zon. En de andere elementen. In hinderlaag knielen beenverslaafde jagers. De vrijen hebben wat over voor hun vervoering. Zij leggen wetten op om te ontduiken. Zij voeren straffen in voor in wanhoop verzonnen verlangens. Hun beemden moeten ingeperkt met geluidswallen stroom en puien van blinkende haat. Borden geven aan waar het gebeurt. KNIE [pagina 103] [p. 103] In het windpark duizend masten maaiend elk zijn drietal armen zwemmen zij niet van hun plaats hun wortels in golvend gras hun hemelvaart gestremd in zoevend waaien. Hoe groen is de stroom van je ijlpost? Hoe duurzaam de kus van je purperbeschilderde steenblik? Welk is het uur van je eventuele komst? In het land staat een werk formidabel ik heb het geschapen. Ik vormde het niet naar een beeld maar je zult het herkennen. Het zij voor mos en wind een onderkomen. Ik bid je vlecht je hangplek onder mijn dakrand. Bevestig het bed van je veerkracht aan mijn gebinte. Mijn opvlucht zij een wenteling van driemaal duizend voeten in je aarde. VEER Vorige Volgende