| |
| |
| |
Elma van Haren
Holle woorden
I
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik - deels - boven de daken
de takken van de kale populieren, die heen en weer waaien
tegen de dreigende lucht; het is Pasen,
dan sneeuwt het altijd. Dan is het ijzig kil na een winter,
waarin de koude nauwelijks onder nul heeft gebivakkeerd.
‘Die bomen zijn hol van ouderdom en moeten worden omgehakt,
want ze dreigen om te vallen!’
Van wie zijn die woorden?
Van het hoofd van de afdeling potten bakken van de kunstacademie; nu vraag ik u!
Sinds wanneer heeft het hoofd van de afdeling potten bakken er verstand van
of bomen wel of niet moeten worden omgehakt?
Steeds meer begin ik me hierover op te winden:
hoe het buurtcomité het hoofd naar haar toeboog in een nadenkend ja ja
en aandachtig naar deze woorden luisterde. Woorden, die waarschijnlijk goed
bedoeld zijn met aandacht voor het gevaar voor mensen en huizen,
die welwillend zijn en betrokken, moederlijk zelfs -
wat allemaal in deze vrouw ligt opgeslagen. In dikke slaperige oogleden,
gewelfde goudvislippen, in de plooi rond haar kin en ook in de borsten,
verstopt onder een ruim gebreid vest met rits.
Ik ga onder de douche staan om hierover na te denken, de plek
waar het water me met werkelijkheid overstroomt.
- altijd met de strenge regels van de douchemeester in mijn hoofd
steeds het raam open te laten staan, omdat er anders schimmels in de douche kruipen.
Regels die zover ik weet door alle gebruikers netjes worden nageleefd, maar tevergeefs,
want onlangs is er zo'n schimmel toch in mijn rechtervoet gekropen,
een schimmel die te boek staat als zwemmerseczeem,
en ja, zwemmen doen mijn gedachten wel, ze woekeren door,
ze happen naar adem als het water me overspoelt
met plenzende vlekkerig rode werkelijkheid -
| |
| |
Chagrijnig en met jeuk onder de voet loop ik naar mijn ruimte
om verder te denken wat het hoofd van de afdeling potten bakken
gemeen kan hebben met de holte in bomen en hier en daar
beginnen kleine delen op hun plaats te vallen.
Als ik haar voor me zie, al potten bakkend,
dan is het haar natuurlijk te doen om de holte in de potten.
Is dat eigenlijk niet het belangrijkste van een pot?
en de bast, de dunne klei, de andere kant van die medaille.
Ik stel het me voor; hoe ze met haar duim en vingers in de klei wroet
en draait en keert en er onder haar handen een holte ontstaat,
overal vastgehouden door een even dunne wand en
zodat er een zekere symmetrie geschapen wordt,
die zij afsluit door daar een dunne hals op te zetten.
De hals moet de holte binnenhouden en deze
kan zich alleen bevrijden door woedend
zoals het een geest in de fles betaamt.
Eruit breken om aan de holte ruimte te geven,
om op te kunnen gaan in de lucht,
waarvan ze zelf gemaakt is.
Een dust to dust, ashes to ashes,
de onvermijdelijke opkomst en ondergang
(want of je nu over het Romeinse Rijk of aardewerk praat,
dit kan in een onverbiddelijke mum - HUP -
met één armzwaai van tafel worden geveegd).
Zo is dat natuurlijk ook met bomen.
Alleen als er turbulentie kan ontstaan binnen in een boom,
vanwege leegte; vanwege een holte ontstaan
door gemis, onvervuld verlangen, wegstervende hoop,
en als deze binnenwind bekrachtigd wordt
door een wind erbuiten, pas dan
En is het feit dat de populieren er nog steeds staan
na de laatste novemberstormen niet het bewijs,
dat er geen sprake is van caviteiten,
maar dat ze stevig verankerd wortelen,
dat zij in hun kern hun eigen solide houten hart bezitten?
maar allebei hebben ze van doen met aarde,
| |
| |
iets van het vrouwelijke en in die zin komen ze overeen
met het hoofd van de afdeling potten bakken van de kunstacademie,
die ik onder mijn raam zag passeren,
strak gesnoerd in een leren jack,
zodat de ruimte binnen in haar samen werd gedrukt?
Ik hou even een slag om de arm.
Je weet nooit hoever je kunt doorduwen,
als je over holtes praat.
Zoals het bovenstaande bewijst,
kun je ‘hol’ dus heel goed zien als een positief begrip,
bevonden haar bijlbijtende woorden
en alhoewel ik nu de link gelegd had tussen pot en boom en holte,
kon ik niet voorkomen dat ik me toch ontzettend druk stond te maken
over dat vermeende hol zijn van de drie grote
enorme heen en weer waaiende populieren,
die hun takken met grote stelligheid de lucht indreven.
| |
| |
| |
II
Prettig u te mogen melden, dat de rust is weergekeerd.
Al een hele tijd heeft het niet meer populiergevaarlijk gewaaid.
Er zijn geen winden langs gedraaid die zich in of onder bomen hebben gewrongen
om los te kunnen breken door van binnenuit de bast te verpulveren
uit verlangen naar open lucht, om zo
weg te kunnen wervelen als stof en as op een buitenwind.
En op de laatste buurtvergadering is er niet meer
over het omhakken van bomen gesproken,
het hoofd van de afdeling potten bakken van de kunstacademie.
Wel zette zij een zelfgebakken appeltaart op tafel,
wat overeenkomt met haar bezorgde moederlijke instelling
en haar Gaia-achtige bezigheden, namelijk
met natte vinger langs kleinaden wrijven
om ze aan elkaar te plakken,
zoals je ook kan doen met het deeg van taarten en
dat bewees ze maar weer eventjes hier en
niemand repte nog een woord over hol zijn,
want woorden blijven binnensmonds als je kauwt en
de tong was bezig de pitten te zoeken,
die het afdelingshoofd potten bakken van de kunstacademie
er om een of andere reden in had laten zitten en
|
|