Medewerkers
ARNOUD VAN ADRICHEM (1978) is dichter, hoofdredacteur van literair tijdschrift Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. Zijn poëziedebuut zal eind 2007 bij uitgeverij Contact verschijnen. Voorts schrijft hij samen met Jan Lauwereyns aan de essaybundel Stemvork (werktitel).
ERIK BINDERVOET & ROBBERT-JAN HENKES (april 1962 en in maart 1982 nog een keer als redacteur van Platforum, filosofisch-maritiem tijdschrift voor persoonlijke essayistiek en Vandersteen-Forschung) vertaalden onder meer Finnegans Wake, Hamlet, Nabokov, The Beatles en Bob Dylan. Schreven onder andere Bloemsdag, Finnegancyclopedie, Waar wij voor zijn en tegen en Wat leuk is en wat niet. Evangeliseerden door middel van De intocht van Christus in Amsterdam (eerste en tweede evangelie). Berichten wekelijks uit Vertalië in NRC Handelsblad middels briefkaarten en nieuwe ansichten. In voorbereiding: de vertaling van De laatste dagen der mensheid van Kraus en een autobiografictieve roman over Gruppo Sportivo-frontman Hans Vandenburg, Van hier tot Tokio. Henkes vertaalde solo (met Jelena Pereverzeva) o.a. Tarkovski, Mariengof en Charms. Bindervoet dichtte solo o.a. De saaiste jongen ter wereld en Aap. In 2008 verschijnt Voor altijd voor het eerst, de 20ste eeuw in 101 gedichten over uitvindingen en andere dingen die voor het eerst gebeurden.
MARIJS BOULOGNE (1978) studeerde aan het Rits te Brussel. Haar afstudeerproject Endless Medication dat ze samen met Manah Depauw realiseerde, werd in 2003 getoond op het KunstenFESTIVALdesARTS en datzelfde jaar ook geselecteerd voor Het Theaterfestival. Verder schreef ze onder meer Voulez-vous poeper avec môa, Herzschmerz en Picknick!, drie stukken over soorten van liefde en leven in oorlogstijd. Samen met Manah Depauw maakte ze ook nog Love Zero Control over God, vrouw-zijn, en extase. Excavations, waartoe ook Pas behoort, is een project in verschillende fasen. Vormelijk meandert het geheel tussen informele informatiesessies, wetenschappelijke presentaties, videoprojecties en theater.
STEFAAN VAN DEN BREMT (1941) debuteerde als dichter in 1968 (bekroond met de prijs voor het beste literaire debuut). Een bundeling van zijn poëtisch werk vanaf 1968 tot 2002 verscheen bij Lannoo onder de titel In een mum van taal. In 2005 verscheen bij dezelfde uitgever zijn jongste bundel, getiteld A. Uit het Frans vertaalde hij o.m. Verhaeren en Maeterlinck. Uit het Spaans o.a. Nicolás Guillén, Octavio Paz, José Lezama Lima, Jaime Sabines, Pablo Neruda, Ramón López Velarde, Marco Antonio Campos en Juan Gelman.
SASKIA DE COSTER (1976) is auteur van Vrije val (2002), Jeuk (2004) en Eeuwige roem (2006). Naast romanschrijver is ze ook theaterschrijver (‘U_razende stilstand’ - CREW), oratoriumschrijver, columnschrijver (in De Standaard en De Morgen), videomaker, kernredacteur van DW B en beeldmachine. Ze werkt in het grootste geheim aan Het Boek dat geen Boek zal zijn. Voor fABULEUS zal ze een stuk schrijven en regisseren. Ze schrijft nu de voice-over voor de film met werktitel Edimmu, en maakt met Ief Spincemaille een bibliofiele uitgave, een rubberen boek dat men moet slaan vooraleer het zijn woorden oraal loslaat.
KEES ENGELHART (Beverwijk, 1957-1974; Den Helder, 1974-...) schreef het Brumming-gedicht als onderdeel van een werk dat zich over twaalf jaar uitstrekt. Het werk zal achtenveertig seizoenen beslaan, en zal nauwgezet de paden van vier protagonisten, te weten Doppertje Kid, Brumming, Van Putten en mevrouw Leenschat van Bodegraven, volgen. Twaalfhonderd bladzijden, uit te geven in vier delen, met eventueel een appendix toe.
GASTON FRANSSEN (1977) is als promovendus verbonden aan de Universiteit Utrecht en bereidt een proefschrift voor over de poëzie van Gerrit Kouwenaar. Daarnaast publiceert hij in diverse tijdschriften over moderne poëzie.
SOFIE GIELIS (1979) recenseert voor De Standaard der Letteren en zit in de kernredactie van DW B. Ze is diensthoofd cultuur van de stad Hasselt en werkt aan een proefschrift over de grens tussen verhaal en beschouwing in de postmoderne Nederlandstalige roman.
HANS GROENEWEGEN (1956) schrijft essays over hedendaagse poëzie. Een aantal van die o.a. in DW B verschenen essays bewerkte hij voor twee boeken: Schuimen langs de vloedlijn (2002) en Overvloed (2005). Uit de recente poëzie stelde hij een thematische bloemlezing samen: Vrede is eten met muziek. Als redacteur is hij verantwoordelijk voor essaybundels over het werk van Hans Faverey, Lucebert en Kees Ouwens. Hij publiceerde de dichtbundels grondzee (2000), lichaamswater (2002), en gingen uit sterven (2005). Nadere informatie en een gedichtenlabyrint: www.hansgroenewegen.nl.