Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 150(2005)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 791] [p. 791] David Van Reybrouck Hittegolf 2 1. ben je bereid te bloeden met je huid van berkenhout en je wervels aan de muur? kan je nog splijten tot houtskool en nacht nu haar bed als een netel een lucifer wacht? hoe je stapels laat staan en pakhuizen ontziet hoe je met één veeg niet het nachtkastje wreekt wij verstaan dit niet windstil is de zomer en slapeloos het gloren was de winter dan een ander gewas? een hotelkamer een plein vol plassen spijt, even onmisbaar als het ontbijt [pagina 792] [p. 792] 2. met een hemd dat men aansnoert achter het hoofd met een vuistslag die er geen was met de hengsels van je haar de gifbeker van je mond met je blinde lippen die dronken met je tong die sloop uit de holtes van je wang met kersen van zout met mijn almacht en mijn onvermogen zien wou ik hoe je kroop krijsen in je doofstomme keel een prop ben ik gekauwd papier lawinegevaar een vel dat scheurt [pagina 793] [p. 793] 3. of je gehaakte huid over je marmeren lijf je branding je kiezelstrand je schuimkoppen mijn relingdwang geen roeispaan die ons tegenhoudt ik stap naar je toe met zakken vol stenen en dichtgestikte mouwen ik bevrijd je van je touwen bijt doorheen je vlees ik fluister in röntgen en klauw mijn tongpunt hees hoor hoe ik je aarde pel hoe je knarst als selder hoe de stenen bellen blazen wanneer ik bodemwaarts - [pagina 794] [p. 794] 4. en kastanjes en erfgoed en schandalen en druppels en perziken, muskaatnoot en seconden of brons bres na bres slaat gij in mijn vel uw ogen bedekt met mijn lijf in vogelvlucht zie ik uw lippen glimmen klatert het zaad uw buik wordt een veld gij schreeuwt een naam ik wend de blik en strooi pamfletten over uw borst [pagina 795] [p. 795] 5. wij boorden een melkweg in een eierschaal en slepen de schelp tot een barst deze huid werd gegalvaniseerd het meeste leek kleurvast [pagina 796] [p. 796] 6. wat voor mes vilt nu jouw duim? in welke taal hou jij mijn mond? in welke zaal vergeet jij ons? in wat voor duisternis? ik voer niets nog in mijn schil niets dan klei en veenlijken ik ben alleen maar repen waarlangs de vliegen kruipen [pagina 797] [p. 797] 7. wek me weer voordat ik kom woel zachtjes in mijn slaap wees weer water, schelp en lamp doe net alsof je wel bestaat (buiten stort de dag zich uit en hoort men bezems vegen buiten wachten witte laarzen om dode vissen weg te dragen) Vorige Volgende