[2005/5-6 verso]
Beste lezers,
Het ‘verso’-gedeelte van dit dubbelnummer heeft de structuur die je gewend bent.
De invalshoek is eenvoudig: we hebben enkele jonge Vlaamse auteurs verzameld van wie DWB gelooft dat ze een literaire toekomst hebben, en in die zin heeft het ‘verso’-gedeelte toch te maken met DWB 150, ook al door de katern van Walter Swennen, die aan de festiviteiten deelneemt met een vernissage. David Van Reybrouck debuteert met poëzie, en voorts hebben we Yves Petry, Saskia de Coster, Jeroen Theunissen, Peter Terrin en Eva Cox geselecteerd. Natuurlijk ontbreken sommige namen, zoals Paul Verhaeghen, die beweert nooit meer te zullen schrijven.
‘Jonge uit het Zuiden’ wordt aangevuld met twee auteurs die nog niet in boekvorm hebben gepubliceerd: Bjarne Donderdag en Nargilah V.H.
De gebruikelijke rubrieken zijn feestelijk ingevuld: de openingsteksten van Anneke Brassinga en Eric de Kuyper, de heldere kamer van Herman Brusselmans, de digitale foto met legende van Erik Bindervoet en het cahier de brouillon van Paul Bogaert.
In de rubriek ‘Boeken’ gaat eindelijk iemand dieper in op de veelbesproken en veelgeprezen romans van Tom Naegels en Bart Koubaa, en op de bijzondere poëzie van Piet Gerbrandy.
Hugo Bousset