Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 150

Sven Vitse

Zes mededelingen aan de toekomst

1. We liggen op de rug van een vlinder en wachten op een vleugelslag. Verspreid als laconieke zoutkorrels liggen Praag schrijven van Daniël Robberechts en Gnomon van Willy Roggeman. Uit een tijd toen beweging tastbaar leek en schrijven hoogdringend.

2. Op 21 november 2005 schreef ik in mijn dagboek: ‘Een andere urgentie die een illusie is gebleken, dat ben ik zelf. Ik ben, zo besef ik nu, allesbehalve dringend.’

3. Dompel het lindeblad met de luitsuite in la klein in heet water onder. Wentel je hoofd als een bloemkop langs je hals omhoog. Kinderen van de toekomst: beter dan dit is het vroeger nooit geweest. Revolutionair zijn was geen dagvullende bezigheid.

[p. 747]

4. Het hart heeft twee kamers. Jacq Vogelaar schreef ooit: ‘De auteur werkt niet alleen aan produkten, maar aan middelen tot produksie, nl. van andere gedachten.’ M. Februari zag dat even anders: ‘Wie vermoedt dat de eenzaamheid eeuwig is schrijft een boek.’ De mens is een handdoek waarop een leven lang dagelijks thee wordt gemorst.

5. Beste mensen van de toekomst, op een dag stroomt de Zenne weer door Brussel.

6. Ondertussen is alle hoop gevestigd op sint-janskruid en valeriaan - verlaat je land en ga in het Noorden tussen zeven bergen wonen.