Tijdschriften
Etcetera...
februari 2005
De redactie van het theatertijdschrift Etcetera... werd de afgelopen maanden integraal vervangen, en nieuw bloed stroomt in het polderland der tijdschriften altijd net een tikkeltje sneller. In de intentieverklaring van de nieuwe redactie en de inleidende statements van drie van de redacteurs storten de ambities zich als licht geklede wielrenners de vallei in - snel en luchtverplaatsend. Etcetera... verwelkomt de criticus die zonder vangnet schrijft, ‘zichzelf op het spel zet’ en ernaar streeft de maatschappelijke en politieke relevantie in de performance te registreren. Het perspectief is nadrukkelijk centrifugaal en met besef van hoogdringendheid. Er wordt immers gezocht naar ‘de noodzaak die de criticus verbindt met de kunstenaars, en met de samenleving waarin zij functioneren’.
In haar programmatische bijdrage ‘De critica als cloaca’ boetseert Elke van Campenhout met deze noodzaak een zeer fysiek beeld van de criticus. De schrijver laat de voorstelling niet louter flirten met de hersenen, maar omarmt haar als een potentieel monster met het volledige lichaam. Bedoeling is de (eventueel) subversieve impact van de performance op de ervaringswereld te maximaliseren, ‘in een voortdurend gevecht tegen wat voor de hand ligt’. De critica als cloaca fietst dan ook bij voorkeur in de richting van een voorstelling die de heersende doxa opblaast en aan haar de verantwoordelijkheid laat de impact van deze explosie in te schatten en uit te dragen.
Ook Bojana Cvejic lijkt wel brood te zien in de positie van de kritiek in de voorhoede van het artistieke gebeuren. ‘Wat moet er gedaan worden?’, poneert ze, met een veelbetekenende knipoog naar Lenin, als de gemeenschappelijke vraag waarrond kunstenaar en criticus zich verenigen. Veeleer dan zichzelf weg te cijferen als een makke waterdrager van de kunstenaar dient de criticus of theoreticus actief bij te dragen aan het per-