Wat er niet was: ijsberen, kruisbeelden. Dat was zo afgesproken.
‘Kwestie van geloofwaardigheid.’
Wat er wel was: alles.
‘Kwestie van accolade, exhaustiviteit, overkoepeling, volledigheid, overzicht, vogelvlucht.’
De gebruinde tentenbouwers keken hun ogen uit.
Rozzemussche ijsbeerde tijdens de aansleepwerkzaamheden zenuwachtig heen en weer.
Takkenaas sloeg in gedachten tientallen kruistekens bij de optrekking van diverse assemblages en installaties.
De catering was de laatste fase. Er kwam een uitstulping aan de circustent Circulus Vitae met bar en aanhorigheden, zoals daar waren: de borden met de sponsors op. De huur van de tent bedroeg vele duizenden euro's. De eigenaar vertrok weer met zijn horde buitenlandse werkkrachten, na inning van de cheque. Hij zou volgende maandag het ding weer komen afbreken.
‘Moeten die wimpels daar echt boven op de nok van de tent?’
‘Waar anders?’
‘Nergens anders, begot, 't lijkt wel een circus.’
‘Maar 't is een circustent!’
‘Pff... straks komen hier busladingen schoolkinderen toe.’
‘Die kunnen dan wat aan hun cultuur doen.’
Op vrijdag omstreeks het tweede uur na middernacht was Circulus Vitae een feit. Rozzemussche en Takkenaas waren nog maar de schaduwen van zichzelf. Hun handlangers zaten of lagen verspreid over het parkeerasfalt, lurkend aan flessen lauw bier. Voor kunst moet je kunnen afzien. Tijd is van geen tel.
Circulus Vitae.
Podium, theater, tijdsbalk, begraafplaats, altaar, uitkijkpost, licht, donker, verleden, heden, toekomst, leven, dood, tijd, cirkel, circus, scène, arena, uurkringen, tijdzones, windstreken, jaartallen, teksten.
Het leven op aarde.
Die vrijdagnacht, of wat ervan restte, deden Takkenaas en Rozzemussche bijna geen oog dicht. Rozzemussche verdwaalde in een dichte sneeuwstorm doorspekt met zwarte vogels. Takkenaas ging tot bekentenissen over nadat een duistere droomfiguur met houtsplinters onder al zijn vingernagels priemde: ‘Ja, ik leef!’