Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 147(2002)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 361] [p. 361] Erik Spinoy Gedichten This timid life of Evidence Keeps pleading - ‘I dont know’. Emily Dickinson Wat die witte dan wel zeggen wou? Wat zegt vuurwerk hoogtevrees een hartaanval? Als zaaier zaait ze maanzaad in u uit. Als beker lest ze dorst met ongewone wijn. Als brandglas steekt ze kaarsen aan die onvoorzien in anderen gaan ontbranden. [pagina 362] [p. 362] Soms danst de ziel zoals een bom en vliegt bijna als hommel zwierend op een schommel vol met rozen. Soms loopt de ziel als in verband door dokters beulen ingepakt aan elke voet een ketting en een loden bol en zucht of nooit meer een bevrijder kwam. Eenzelfde lip verwelkomt nu de liefste dan weer de verkrachter. [pagina 363] [p. 363] Naast hoge witte wetten staan paleizen waar geweld regeert en zwartste misdaad, naast geweld plezier dat in de spiegel kijkt en daar een pijnbank ziet. Reizend naar de verre stad van ether, schitterend door afwezigheid van koepels, spitsen en frontons haar dwalend kadaster van morgens en hectaren haar finale overwoekering van kloostertuinen rozenperken loggia's vanachter mijn vitrage gezien. [pagina 364] [p. 364] Als jij en ik hier op een plaats gaan staan dan enkel om die gauw met neergeslagen ogen weer aan anderen af te staan. Wij kunnen van zijn leven toch nooit echte maatjes zijn. Daarom verkiezen wij alleen te wonen in dit delinquent paleis waar geen vorstin gezag voert over nar of kamerjuf of palfrenier. [pagina 365] [p. 365] Hoe saai dit iemand zijn. Ik sta voor u omdat ik niet met zekerheid besta. Huishoudster die de kasten boent en vloeren veegt en dan haar rijk aan spin en vlieg en huismijt overgeeft. De sneeuw van stoepen ruimt en zo aan verse vlokken ruimte geeft. [pagina 366] [p. 366] Ze gingen dood ze viel alleen een raar wit wijf dat gemberbrood en koek met esdoornstroop in manden neerliet uit haar kamerraam. Geen leugen hield haar staande dan de leugen dat de leugen moet gesloopt uit alle macht. Een kracht gaf het die sneeuwblind maakte voor de rest. Of het dit waard was ook? [pagina 367] [p. 367] Het was een geloof als een ander. Het was niet slecht het was niet goed in Gods volstrekte termen. Het hield me recht het liet me doen het hield me vast een spook op jaren dat me vallen liet in zoiets als de Dode Zee waarin ik ook bij zinnen toch al dreef alleen nu weerloos uitgestrekt kruipdierlijk en koudbloedig week van vlees en alles zo onmenselijk stromen latende. Vorige Volgende