Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146
(2001)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 708]
| |
H.H. ter Balkt
| |
[pagina 709]
| |
HondsdrafDe roem en de faam, schaapskoppen
vroeg of laat op reis naar 't abattoir,
bonden aan hondsdraf glorie, noemden hem
pijler onder de regenboog, stootten later
de grote zee van vergeten over hem leeg.
Die in het oude, tandenknarsende Noorden
eertijds bitterheid aandroeg voor bier
- eeuwen voordat hop aan de staken woei -
en als heelkruid de hutten omringde
van de armen in dichte drommen, tot
in de voorsteden sluipt hij de hutten na,
bij trottoirtegels aankloppend om onderdak,
hij, de Blauwe Hardloper over de velden.
1973 | |
[pagina 710]
| |
De oudheidEr is niets nieuws onder de zon.
Onder de zon verwijlt altijd oudheid;
de dichter met zijn oude stap en toorts
in het landschap bleker en bleker.
Laten wij wegreizen van de ruïnes;
van de oude Icarus, van de valplaats.
Van de tomben en de gebeenten
want de aarde is 't einde niet.
O blauwe dag van vaarwel! Als de zon
een vuren hanenpoot achter je schouder
en een wijnvlek Salomo's te geurig graf.
Wij, eens dansend op de gelukkige treden!
Uier van t oosten, 1970 | |
[pagina 711]
| |
Anti-canto 6,66In Vršač
voor Milan
‘De doornappel bloeit geel, is heel giftig,
maakt zwart zaad langs de weg naar Vršač.
Maïs klaagt als doorgeknipte telefoondraden
en de hemel antwoordt met regens; gegroet,
boeren in t zwart! Onveranderlijk het land
en de druiven van wijnmaand; paardjes en
wagens
brengen de vruchten van de herfst naar Vršač.
Een bok en een varken zwart als de regens
rusten langs de weg op de kegelvormige
mesthoop.
Maïsgeel Vršač, ik loop door je straten,
de lucht druppelt; doornappelzaad op zak
kijk ik naar de doorboorde klok. Plaveisel
en klokken wijzen de doornappeltijd aan,
opslag van het jaar in stenen en vruchten.
Door de zacht stampende witte machines
In “Vršački
Vinogradi” wordt het bloed van de bergen
beroemd.
Met de spraak van doornappel, druif en
maïs
fluistert Vršač, aan de Romeinse wijngaard
gehangen.’
| |
Anti-canto 6,66У Вршцу
Милану
‘Татула цвета жуто, мучно је отровна,
сипа црно семење дуж пута за Вршац.
Кукуруз јадикује као пресечене
телефонске жице
а небо одговара кишом; поздрављам, вас
сељаци у црном! Непроменљива је земља
и гроздови октобра; коњићи и кола
возе плодове јесени у Вршац.
Јарац и свињче, црни као кише,
мирују уз пут на купастој хрпи ѣубрива.
Вршцу, као кукуруз жути, идем твојим
улицама,
небо капље; са семењем татуле у цепу
огледам се за пробушеним часовником.
Плочници
и часовници казују време татуле,
смештај године у камење и плодове.
Кроз тихо затоптале машине у подруму
Вршачкц бцноѕрабц прославља се крв
брегова.
Језиком татуле, грозда и кукуруза
шапуће Вршац, о римске винограде
овешен.’
| |
[pagina 712]
| |
Esaias van de Velde, Landschap in de buurt van Haarlem, ca. 1615.
Omslag Jaarboek Coöperatieve Uitgeverij Vršač (KOB), 1977.
‘In Vršač’ werd geschreven in 1975. | |
[pagina 713]
| |
Anti-canto 19Aan de sorteersters en sorteerders in Lompenhandel Jac Vromen En aan de lompensorteerders
in de kloosters zonder geloof
en de loodsen van Jac Vromen:
laat het sorteren achterwege.
Röntgenend kwam nieuw licht langs,
altijd lauw; grauw als ijzervijlsel...
Elfenbankjes; verraad patrouilleerden.
(Oude kracht breekt hun ijzeren wil.)
Alles op aarde blijft zwaarte
zolang de geest wordt uitgeblazen.
Door aardgoden en aardemakers.
Brandend licht en geest, die zijn eer.
Ga liever weg daar en blijf weg.
Verwar zink - niet met vuurglans.
De loodsen van Jac Vromen vlogen
ook zònder jullie elk jaar in brand.
Maar wie zouden daar dan wel
en in zulk licht willen sorteren.
Bovendien, wat waren waarheid
en trouw bij de gebroken lompen.
Op ‘Fábula’ van El Greco
lachen bij datzelfde loodslicht
de aap en de tandenrijke naast
het geloken oog dat het duister
aanblaast. Die drie zijn de weg
niet, noch bij de lorrenloodsen
noch bij het bittere, ongewisse,
noch bij ons ver van huis.
Aangeboden ter herplaatsing wegens misplaatsing in de Poëziekrant van juli/augustus 2001. | |
[pagina 714]
| |
Anti-canto 20Als bewaker van de strijdwagens blafte hij nooit zonder reden. Nu zwijgt
hij. Zijn schim eigent zich zijn as toe.Ga naar eind1
(Zuil opgericht op het graf van een waakhond, Ricina, Picenum.)
De DOOFPOT De TANGGa naar eind2
Verduiftert, door omfluiting. Niet onbedachtzaam.
‘recht is jaerlanc dat der hare
wenke den vele suten winde’Ga naar eind3
(weer eens kapot gehageld en aan lager wal)
Wir sind überall in ihrer Nähe (Shell)
toen Shell nog hielp
nabij harb U lich kaart 14
tanken & rasten
Dichtbij de grens met Lowland:
(You who have lived in a stage set.) (LI)Ga naar eind4
De tseetseevliegGa naar eind5 zei: Lou land heeft alleen schrijvers
geproduceerd
‘Komedianten waren 's konings ogen
maar onstandvastig’ (LV)
*De landman trekt geen profijt van zijn schaapskudde
Blauwe kunstvlieg; nummer 2 in de meeste rivieren* (LI)
Ave Armada Ave & Vale
De TwaalfGa naar eind6: dichte ogen in de olieachtige wind (LI)
Vlakbij Dillenburg heb je Dollenberg
Maar ik denk dat je je vergist, Pound
daar in je Orangerie in je Pauwenhof in je Fasanerie
dichtbij Fulda in de waterige traanogende
wind
Laagland produceert voornamelijk paling
chaos en fierilonfonfaGa naar eind7
voorloper en voorkind
van de opium op De Tafel van Smaragd
Regentesk
uit de volvette zaten klonk hun syrinx
(die der wandelende piramidale treden
tot aan de beelden in het vijfde HerakleionGa naar eind8
uit zee opgestaan O versleten films
van vergane Ångstdoordrenkte visioenen
| |
[pagina 715]
| |
die draaien op het net vliesdun knappend
en ruisend
... Ik ben negen en lig op m'n zij voor het gat...Ga naar eind9
‘Recht is dat ik dare wike’
(Hendrik van 't TrapveldjeGa naar eind10 weer)
Het spreekt vanzelf dat ik daar recht op afga
(koortsachtig werd toen behandeld
op congressen en de werkvloer
de werkkring en loonschaal van het hart)
... in de krengenput, ruik, zo lang,...
Ze namen dus het kindje mee
naar de Ratelaarsbrug; naar
het afgevallen blad op de weg uit Grünhorn
of Grünberg, naar het spoorloze vlek LIEBLOS
... misschien bij het Meer De Tocht der TienduizendGa naar eind11
Ver Meer
en keerden
Grote Genade daar daalde wat af in 44
En over de Ratelaarsbrug, de Rupsbandenbrug
ging de tocht door de Nacht Vrachten
fierilonfonfa
daalden neer
Ga heen roestige wand der Onwagenmakers
Vrachtvaarders, Roller-coasters
naar de steppen heen van Centraal-Azië
Hij schrok zó verschrikkelijk
toen ze wéér kwamen, niet de Zonen der Mimbrenjo'sGa naar eind12
op hun rolwagens in hun ratelslangwagens
naar Praag
Jan PalachGa naar eind13
(1948-1969)
Hij verdroeg niet dat de wet van Hand, Oog en Tand
(maar was die de sterkste) zijn wil oplegde aan 't gelijk.
Hij verdroeg niet dat de wezel bloed dronk uit zijn volk,
daarom, wolk in de hemel! stak hij de brand in zichzelf.
Niet de zonen der mimbrenjo's of van de donder
(het was XipeeGa naar eind14 weer, de aardgod pleedeur
die met zijn eenden)
Ja; de capsulekeizers van de eiwitrijken
nee; niet de Zoons van de Twaalf
| |
[pagina 716]
| |
en die andere AlexanderGa naar eind15,
de onversaagdere; want hij stond alleen
... Maar de legertros van de bloedpinguïns,
de ijscaligula'sGa naar eind16 en bespugers van alle zielen
de hakbijlen van fierilonfonfa (fff)
... In de nadagen van Melkmuil werd
een ijscanto bereid,
Groot Bal voor de geknepenen
voor de doden en de levenden
door zwarte mijnlampen zwarte zonnewijzers
(Laten wij het maanlicht doden - MarinettiGa naar eind17)
een
dodemans-canto
... sprekend lijkvocht...
voor de wereld
Heel het aardrijk is mijn
zeiden zij
en wij graven en grazen
zeiden zij
maar sommigen sprongen
sommigen filmden zich
heel erg dunnetjes en
smalletjes, hoera
tot zij geleken
op de slierten uit de crematoria
zzz, floot de slaap; fff, zuchtte de slaap
en de Doofpot van Luiken: (=blinden)
Want stinkende en verrotte dingen,
Die in haar eigen vuil vergingen,
Behooren op de hoop der Mest.Ga naar eind18
‘Den bruten Nar vóór streelschen Minnestral...’
Johannes van 't LindenhoutGa naar eind19 aan
de dichter { Dood Water
{Alwater
Kling-klongGa naar eind20
(The Lunatics Have Taken Over the Asylum)
American Song
A rod beneath breeze and moonlight;
A grass-coat beneath mist and rain;
My home is on the west of the anglers' stage.Ga naar eind21
| |
[pagina 717]
| |
Bij de wegkruising
kletsten twee kruiken:
Grote Genade daar daalde wat af in 44
uit Disneyland zij het niet uitsluitend
zwart water
maar eigenlijk die hele eeuw al, toen de mensheid bijna
uitstierf en fff het overnam
(grootjes oog in de val aan 't roggebrood geklonken
geklonken)
... dat ik van geluk moet overgeven...
In 1940 stapte AstatiumGa naar eind23 op het plankier
Astatium de laatste Hamlet en King Lear
... ben niet meer hier...
Onder de cloud of unknowing
de Rolwagenbrug achter zich
trekken de twaalf voort
|
|