[2001/2]
Beste lezers,
Luk Lambrecht heeft een eerste katern uit de ‘nomadische collectie’ van Cera Foundation samengesteld. Hij kiest voor beeld en woord van een zeer beloftevol kunstenaar, Hans op de Beeck, die er in zijn maquettes, video's en foto's in slaagt om herkenbare, figuratieve beelden te doen kantelen tot vervreemdende objecten. Zijn werk ademt een Hopper-achtige sfeer, maar uit de ruimtes van Op de Beeck zijn ook de mensen in stille paniek weggeslopen.
Agna Smisdom bekeert zich tot de ‘Cult of Claude’. Claude Wampler is een veelzijdig kunstenaar uit New York. Ze organiseert onthutsende performances en installaties, waarin ze allerlei gedaantes aanneemt (‘de verdwijntruc die zichtbaar maakt’) en voortdurend experimenteert met het publiek: wie is meester, wie slaaf? Wayne Koestenbaum (City University of New York) schrijft fabels bij foto's van Wamplers werk, en gedraagt zich als een fictief lid van de ‘Cult of Claude’, waartoe dertig kunstenaars behoren.
Wampler koos de foto's speciaal voor DWB en Agna Smisdom en Els Opsomer maakten van beeld en tekst een scrapbook. Claude Wamplers nieuwste performance, ‘Present Absence’, gaat in première in de Kaaitheater-Studio's op 21 mei. Daar zal ze op 19 april zelf dit DWB-nummer presenteren.
Maar deze aflevering gaat natuurlijk ook over literaire kwesties. Marc Reugebrink en Arjen Duinker kruisen de degens in een e-mailgesprek. Bij Reugebrink is alles vloeiend, en wij vloeien mee; Duinker wil alsmaar dingen bevriezen, ervaringen doen stollen. Voor de eerste bestaat een gedicht niet zonder lezer, andere teksten; de tweede heeft het over poëzie die aan zichzelf bestaan toekent. Bij Reugebrink primeert wrijving en verlangen, bij Duinker iets als een gepolijst stuk marmer.