| |
| |
| |
Erik Spinoy
Wolfman Frank
Ik ben onsterfelijk. Niet op het jong zijn
Sprak Frank Lloyd Wright, haast 80 maar
kaarsrecht gelijk een schooljufbeen, onder
de cape en wit profetisch golvend
decreten schijtend en orakels:
1.[regelnummer]
De vorm omhelst het lenige gevoel.
2.[regelnummer]
Geen kroonlijst zonder zin. Het ornament zij frase in een
3.[regelnummer]
Belommerd worden huisgenoten door uw dakrand. De muren
krommen zich om hun bewegen heen.
4.[regelnummer]
Kunst zij de theekrans & de oorlog van genieën.
5.[regelnummer]
Glas tot natuur geblazen, staal tot weefsel omgeturnd. Machines
met de grond vergroeid en bomen vanzelfsprekend in beton
6.[regelnummer]
Kuur voor de stad? Een uitvaart in het akkerland!
7.[regelnummer]
Rood = het branden van victorie, geel = creatie, goud
8.[regelnummer]
Vriesdroog het eeuwige dat in het rijpend, rottend leven woont
- de diepste ziel van het ding: haal groen uit het olijvenblad,
plet elke stokroos tot zijn meest abstract patroon, scheid
honingloze raten af, spreid vleugels van geen vlinder.
9.[regelnummer]
Laaf je, gulzige rups, met kleuren van de kamperfoelie,
wolfsklauw. Dring in zwarte walnoot, lotus, spar, laurier en
varens door. Bespied het blauw dooraderd marmer,
trompetbloemen, tatami's, dorre bladeren van de rododendron,
rotsrichels, sahuara en cipres, mahonie, translucide ruiten,
10.[regelnummer]
Fuck off Athene en je mottige sleep.
| |
| |
Gelijk gigantische ontregelde kristallen in braakland
neergestort, maar ook als mosterdzaad ontkiemd en met hun plek
als wingerd, eekhoornbrood vergroeid geraakt -
het Weilandhuis in Eikenpark, het Janssens Was Bestuursgebouw,
La Miniatura, Eenheidstempel, het Keizerlijk Hotel, weids Vleugelspan,
het Stokroos- en het Honingratenhuis, de Synagoog en de Kapel,
Waterstort, de Meerlandcampus en Boetiek Cadeau,
de Midwegtuinen en het Auditorium en
de op zijn kop gezette Witte Huisjesslak
of Zeven Trappen-Ziggurat.
Unbuilt, gedroomd - een beeld voor visionaire ogen:
zijn koekoeksei dat in de toekomst
zwellen, openbarsten moest en toont
wat nu al heerlijk oprijst uit een
vlakte, heuvel of woestijn van teer
calqueerpapier of doodsbleek gips:
de stalen Wereldkathedraal, de Vlinderbrug,
het Keienhuis voor vrede in een rijk gezin,
het Super Gordon Autodoel, Breedakkerstad,
(Haar Drive Ins, Stijlcentra, Haar Eeuwiglijk
Vervroren Aerotoren, Haar Nucleaire Aken)
het uittrekbaar Natuurhuis van Usonia,
het Wolvenmeer Verstrooiingspark,
Daglichtbank, het Neuroseum en
de één mijl hoge Breipriem,
prefabmarkten en aquaria,
| |
| |
Nooit houdt het dromen op.
Onkwetsbaar glanzende pompoen -
zo zwelt het in de broeikas van
zijn fantasie. Ontijdig, rank
en tijdeloos ontplooit zich
uit het ei gekropen, pikkend
naar het waterig licht uit
Nieuwste Aladdin in zijn Vergulde Kooi
hoog op de transen van het Maanschijf
Aartsengelman onder de pijnboom
eksterman die jat bij het leven
ontijdige man die dwars zijn eigen mode maakt
(de cape, het overhemd van Keats of Errol Flynn,
de Baskenmuts, het wijnrood oriëntaals gewaad)
en slakkenman die zich trefzeker
huisjes draait en botkalk maakt
| |
| |
Het beste bouwwerk brengt ons
Honger woont in het vezelen
van wie ongehoord zijn 1001 Nacht vertelt,
verslaafd zijn spinsels breit zoals de spin die
zich in het eigen web verstrikt en meikevers
en larven in zijn bunker lokt
door influistering, schandaal, gewenning, redenaarskunst,
herhaling, aandrang en verleiding, lef en propaganda,
geloof en hoop en liefde, macht en moed
totdat dit walgelijkst individuele,
het onvertoondste van de wolf, zijn
heimelijkste beerput opgedrongen is,
herkend jaja, gekend gewaand opeens
en zo het slikkend, winderig, schijtend beest
vlijmscherp en bikkelhard, wolfwaardig
Geharnast en gewerveld richt de slak zich op
die niet autistisch aan zijn slijmspoor plakt
tot hij geplet wordt, onder zout verschrompelt
maar taai zijn jeugd bevecht en zo
de weekste dromen tanden geeft.
| |
| |
In huis de horizontale zwaai van stalen boekenplanken, de niet
te wrikken zwerfkei in de livingvloer, het Cherokeerood van de
dubbele poefs bekleed met Dunlopillo. Kimono's passen bij het
interieur, en gietijzeren radiatoren stoven achter kostbaar
Daarbuiten glanst de gouden kiezel op de asfalten deklaag,
beton gelakt in het ijle oker van Super Beton Emulsies. En
brokkelige zandsteen tongkust strakke rechten van terrassen,
Zoals de vaalwitte Machine groot en licht en roerloos oprijst
op het ruisen van de waterval en pal staat op het eindeloze
stromen en tot ijzige schuimende verspatting overgaat
zoals de Idee tot vleesbeton bevroor in het waaiend
groeiend stervend woud met duizelige bladerval
(Maar ach. Eén ijzige Pennsylvaniawinterdag
verklaart de geometrische libel
al onbewoonbaar. Terrassen zijn
| |
| |
Chaplin, Lindbergh, Einstein, Ford, Walt Disney,
Gespiegeld in een dichterheld en visionaire Kelt
met donker glanzend voorhoofd doolde hij
de mythe in van buitenman en refusé,
rebel in het stenen voorhoofd van
de ingeslapen heuveltop in
las er dictaten in een wijnrood kleed
en wist met zekerheid dat eens
gerechtigheid geschieden zou.
De kindse dwaalweg (schreef hij achteraf)
kriskras door een blank sneeuwveld,
het spel met Fröbelblokken,
Papa met zijn Bachmuziek,
dit alles was vol zin geweest
en maakte hem tot wie hij
wezenlijk al was geweest:
de roos die lid na lid de ogen opendoet,
de vlinder uit zijn mummie opgestaan,
| |
| |
Zijn komst was, als van Jezus,
Een grap: de witharige profeet
door sheriffs, deurwaarders vervolgd
tot in het overspelige bed.
En eeuwig drukt het smoezelig geld
waarzonder alles in de geest besterft
In al zijn Whitmaniaanse trots beschaamd houdt hij,
de oude uitgeslapen vos, a practical survivor
met de brutale achteloosheid van wie
de lege hand op bij bankiers en
grootmogols en warenhuismagnaten
en melkt hij gratis arbeid
Hard raast zijn train de vie.
Het groeiend, aldoor uit zijn as verrijzend huis.
Het tweede huis, voor warme, droge winters.
De Bentleys, Cords en Jags, Mercedessen en Lincolns.
| |
| |
Zijn vlees plooit (op een enkele pneumonie
of indigestie na) als plasticine naar zijn wil.
In zijn 60-jarig maar hypnotisch oog
verdrinkt de jonge meermin Olgivanna.
Met 90 gaat het nog naar Wales, Bagdad, Caïro.
Alsof de bron nooit opgeraken kon:
van zichzelf steeds weer bedacht
tot ook zijn hard meetkundig vlees,
de jonge, vuur dragende wolf in FLW
werd aangetast en elke spier melaats
aan het rieken, doorhangen, besterven ging
en zo per slot de slak zijn kindse
kop opstak en tandeloos lachte
|
|