Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 140(1995)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 360] [p. 360] Frank Pollet Visbeen De taal als een kabelgat beschouwen. Ik trek Ononderbroken samen om mijzelf en weet: Stukwerk. Kleur ik blauw of violet? Aders vol eczeem? Poëzie is een jeukende plek Die met het schrijven erger wordt. Een rouwkleed Past mij niet, wel halve twist. Maar heeft wie gered Wordt heldendom verdiend? Mijn hoofd bevlekt Bevangen keer ik terug naar de keet Waar ik begon. Een tafeltje in Nazareth. [pagina 361] [p. 361] Een pen die zich verplaatst - ik ga verbintenissen aan. Bouw bruggen. Voor de reling stapel ik van Libanon De ceders. In spiegels vol secure lucht kus ik de rode Grond - bloed van Bileams ezel druipt uit het cellofaan Dat ik beschrijf. Geen eigen woord in authentiek carbon Te lezen, diefstal door een onbekende verheven tot methode. Met één haal streep ik de pijn uit eigen bloedbaan Door. Vuil water wast men niet. Want ook op bruggen van beton Komt achteraan steevast de hinkende bode. [pagina 362] [p. 362] Boven de horizon, vlakbij de gekte Licht een duistere pendule op. Hoe ik mijn ogen Sluit. Of ik afwezig in een spiegel staar, De wereld zie verschuiven, mijn voorhoofd lekt en Krijgt betekenis. Op kleingeld bepalen theologen Mijn afwezigheid: in de dagen van olim toen haar Vormen en bewegingen mij wekten. Nu - achter tralies - in de wed - bevlogen - Schrijven - een gedicht - de zonde waard. [pagina 363] [p. 363] Sla van een eend? Aan mijn littekens Voel ik: poëzie op komst. Ik heb kaarsschoon de weg Gezocht in het huishouden van Kea: een strot Met een strop errond. De hartelijke tekens Van mijn woord verloochend, onthoofd en belegd. Boelijn over de nok, heb ik te vaak de inktpot Koud gesloten. De zwaartekracht van hersenen als dekens Aangewend. Aan mijn littekens getwijfeld. Nooit gezegd Waar ik op sloeg. Valt op Jonas dan altijd het lot? [pagina 364] [p. 364] Geduld: het gras wordt melk. Ik blijf In dit zwarte landschap. Met gebroken benen. Zoeken. Tot ik je heb geassembleerd. In deze woestijn, hoe ik haar ook omschrijf, Loopt steeds iets van Sint-Anna onder. Zeggen hersenen Die verstenen. Ook al is mijn timbre gebaseerd Op zoveel zand en glas. Dat elkeen erin overblijft. Het bericht Hij loopt in de rosmolen! Werp stenen Naar zijn hoofd! werd door Pilatus gesigneerd. Vorige Volgende