Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 140(1995)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 365] [p. 365] Stefaan van den Bremt Verbeelde boedel Van de tuin 1 Begin en benoem de zurkel, de distel, paardebloem, bepiste stokroos en pioen - omdat honden doen en niet kunnen laten wat ze doen en later nog eens overdoen. Opdat de bloemen weer bloeien in mei en wij ze benoemen gonzen de bijen - op hoop van gewin Nu jij: begin. [pagina 366] [p. 366] 2 Zeg op en ruk uit al wat je ergert, en koester het kruid dat zo uitgemergeld en bijna verstikt is waar tiert en ontspruit het corpus delicti of kortweg onkruid. Dit hier heet weegbree, dat daar is winde. Roer je, beweeg mee met alle winden, kruidje-noem-me-niet dichtersverdriet. [pagina 367] [p. 367] Vragen naar een verdwenen reisgenoot Ik vroeg Athena waar hij was gebleven. Ginder boven, dacht ze. In mijn hoofd. Ik vroeg het aan Apollo. Van zijn leven had geen god, wist hij, het vuur geroofd. ‘Laat hem toch gaan!’ vroeg ik de Aarde die het aan Hades vroeg; hij hield zich stom. Ik vroeg het Orpheus, die rondwaarde waar schimmen smeken: ‘Wend je om!’ Ik vroeg het aan Kind en Moeder, icoon uit mijn Verbeelde Boedel. Ik vroeg Christus Pantocrator het te vragen aan de Vader. Ik werd sprakeloos. De woorden reisden naar andere oorden. [pagina 368] [p. 368] Boedelafstand Dat was het, deze frauduleuze weelde: de suite die een compositie is van stukjes wereld, de mij toebedeelde elementaire deeltjes van gemis. Dit is de coda. Proef van het venijn: het roerend kwaad, het onroerende goed, het schilderij, de reis, de ogenschijn, de schuld betaald met eigen vlees en bloed. Het vlees is woord geworden op de schaal van waarde die alleen bestaat uit taal. Het bloed is zwart geworden, het is inkt tot elke letter in het wit verzinkt. Lees en verdeel de boedel, de verbeelde brokstukjes van een wereld die niet heelde. Vorige Volgende