Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138(1993)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 621] [p. 621] Marieke Jonkman Gedichten Praktijk Tot gehoorzaamheid gereduceerd. Zoeken, strelen, snijden. Ik sloot de ogen. Hij was kernfysicus, hijgde als een Romein. Ik wou geen fusie voelen, praktijken van zijn golventheorie vermijden. Ik liet met mij gebeuren. Kamde mijn haar, floot er zelfs bij. Begon te zingen om hem op te beuren. Macht rijmde op nacht. Insekt op intellect. Het stak diep maar kwam niet vrij. Hij toonde zijn geboortegrond. Huilde om wat verworden was. Zag mij niet staan. Ik ontdekte wie hij was, draaide me om. Besloot niet verder dood te gaan: sloeg toen hij zijn hand uitstrekte. [pagina 622] [p. 622] Weerstand Hij drukte zijn vingers. Waar haalde ik woede vandaan? Offervlees. Met gesloten ogen liet ik begaan. Nog nooit ben ik zo slap geweest. Ik haat de vrouw die toen geen weerstand bood hoewel zij elke god vlijmscherp met hand en tand verjagen kon. Zijn zijtak kussen dient zich aan. Ik hak die vinger af. Jarenlang duurt deze droom. Als straf voor het moordplan dat ik blijf verwerpen. [pagina 623] [p. 623] Verzet Mij nam hij tussen duim en wijsvinger, ontrafelde, psychisch te verstaan, dat was geen strelen meer hoewel mijn lichaam kronkelde. Geen wonder dat ik van me afbeet, krabde. Hij sleep het mes langdurig bij elk snijfestijn. En ik maar zwijgen. Instemming was doorgereden, toestemming verborg zich in een vals gezegde. [pagina 624] [p. 624] Immuniteit Streelde zijn hand, wanneer die streelde? Ik wist het niet, ik voelde niets. In tasten, snijden heb ik me flink vergist. Vertelde onderworpen, antwoordde, lachte, deed. Hij balanceerde op het randje van vertrouwen, voelde nooit stroefheid. Was doof voor droefheid. Ik schuurde glad. Intimiteiten vingen op. Vorige Volgende