Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138

[p. 618]

Peter Ghyssaert
Gedichten

In Breughels paradijs staan bloemen en kalkoenen
op de voorgrond naast een pauw.
Er is een mythisch paard verstard
dat met een opgeheven been
een heiligdom van leegte raakt.

De leeuwen zijn bejaard, maar in een hoek geschoven
twisten zij nog met elkaar.

In de verte leeft het vederachtig delicaat
geboomte van een eeuwigdurend daglicht.
Nergens schaduw; op een heuvel
is het vrijen net voorbij
of net nog niet begonnen voor altijd.

[p. 619]

Gabriël Fauré

 

Vuur is vanavond uitgebroken

 

als een nest van jonge, rode spinnen

 

uit een schuur

 

 

 

en duisternis is zonder reden

 

in de vlam gedanst

 

en weggeschroeid.

 

 

 

Alles heeft gezongen

 

 

 

- kom vanavond in het veld;

 

wij vatten samen vuur

 

nog vóór de morgen.

[p. 620]

Jachttafereel

 

Toen de fazanten aangeschoten werden

 

juichten zij en vielen

 

 

 

en de hemel

 

erfde van hun bloed de schijn

 

en de plassen waar zij spartelden

 

kregen rimpels van de pijn.