Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 138



[pagina 25]
Erik Spinoy Gedichten JVHV Neem en eet dit woord als at je voor het eerst van rauwe vis. Wie praat en praat wordt zonder twijfel blind. Sta stil, tel alle stenen in de muur en denk (in hemelsnaam) niet na. Zing als met stenen in de mond van Auschwitz, God, Treblinka.
[pagina 26]
Come on, baby, light my fire Weeg deze koude hand, leg vingers op een steen. Druk zwijgend beide ogen toe. Haal adem oeverloos en sla, versplinter het gebit. Verzink in mij. Drink van dit bloed. Eet van dit vlees.
[pagina 27]
Het gastmaal Terwijl het sterfelijk vlees beweegt beweegt het einde zich. Lang hangt het stil, diep in de grot waar druipsteen druipt en het zoals een afgrond zwijgt. Draait het zich om, dan spreidt het harde, zwarte vlerken uit.
[pagina 28]
Licht van de hoogtezon Een pop die, draden in de rug, een leven leidt in vreemde hand. Zo ligt, vlak bij de kloof, het kleine hoofd. Zoekt naar een verre ademtocht en vindt. Traag echter glijdt het lijf verleiding in.