Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 137(1992)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] [1992/4] Aleidis Dierick Curriculum Vitae I Wie te lang in de zon heeft gestaard zij loopt als op bloedvlekken huiswaarts. Hooi overjaars in de wei. Honger heeft schapen verzameld. De dag als een foto verbleekt geschroeid al verbrand aan de randen. Geliefden niet langer herkenbaar. De geur verwaaid uit hun haren. Achtergrond. Ergens een spoorbaan. Warmte van vroeger van vrouwen met een schort voor het huis uitgelopen aan een slagboom elkander omarmend. [pagina 418] [p. 418] II Wol wordt aan doornen gekaard verhaspeld in tijden van typhus. Trein braakt soldaten uit. Een schim kust de oorlogsbruid. Een vrouw werpt haar brood op het water. Gesnater van eenden verstuift. Hitte stolt over papavers. Doodstil staat een kind bij een struik. In een tuin. Klampt zich vast. Holten van zwart in de haag. Vergeefs wordt uit halmdunne kolf fixeer op de glasplaat geblazen. [pagina 419] [p. 419] III Een fiets aan een hek. En de verte wazig met hooioppers hutten doden sneeuw die een deel van de vlakte bedekt of zonlicht. Misschien is het zomer. Niemand bevroedt hoe het was. Het verleden is altijd gelogen (de toekomst wordt straks onmeedogend in kleur op de korrel genomen) met handenvol gras voor de schapen met de korf om de eieren te rapen met katten hun sepia lijven. Wie oud is mag eindelijk zwijgen. Vorige Volgende