een geboorte gedwongen was te verblijven. Die wereld had al een paar maal geprobeerd zich van hem te ontdoen. Een alternatief was er niet. Hij kon geen ticket kopen voor ergens anders, er was geen vertrekstation gebouwd. Ergens naartoe gaan bleef gelijk met ter plaatse trappelen. Overal kwam hij zijn vrouw tegen die steeds weer ‘idioot’ tegen hem zei, en mensen met kaartjes, met overtuigingen, met reglementen.
Martine had ongevraagd haar handen over zijn hele natte lijf laten gaan. Ze hadden gekust, hij had haar warme hoofd met kort bruin haar tegen zijn borst gedrukt, en gezegd dat hij haar mee zou nemen op een tocht in de zomeravond. Met liefde zoals anderen die kennen had dit niets te maken. Het was die liefde voor zichzelf die ze hem moest laten voelen. Met de ballon zouden zij een kunstwerk zijn.
Had hij dan een ballon? Jawel. Dat wil zeggen: hij had een warme-luchtballon aangekocht voor het bedrijf waar hij werkte, als promotie-instrument. Een prachtige marineblauwe montgolfièrre.
Zijn appartement was een werkplaats. Er stonden gasflessen, dozen vol ballonnetjes, een kopieerapparaat, een computer. Hij schreef verzen, verdeelde ze over lichte kaartjes die hij plastificeerde, aan ballonnetjes hing en, bij voorkeur 's avonds, door het raam de lucht in liet. Hij was speciaal hiervoor heel hoog gaan wonen en schreef verzen zoals Hans Faverey in Lichtval, zwevende verzen.
Wie wou hij ermee bereiken? Niemand. Het moment dat hij ze liet ontsnappen, voelde hij rust zoals de yogi in meditatie. De chaos van de dag was vanaf dat moment onbestaande en werd pas weer zichtbaar als iemand weer het magische woord ‘idioot’ uitsprak. Maar het gebeurde nog zelden omdat hij het grootste deel van de tijd niemand bij zich toeliet.
Wie was dan Martine? Martine was de weergave-apparatuur van zijn gefilmde wensen, een kaartje aan een ballon.
Ze had met genot gekeken naar de achterkant van zijn blote mannenlijf in de geur van vocht en mannenzweet. Hij had zich omgedraaid en was verder gegaan met zeep en water. Hij had haar maar eerst zien staan toen hij van onder de douche stapte. Ze zag tevreden dat hij een erectie kreeg. Ze stapte naar hem toe, deed haar jas uit en drukte zich helemaal tegen hem, probeerde zoveel mogelijk raakpunten met zijn lichaam te hebben.
Ze had mannen gehad, hield van mannen. Met de eerste had ze willen trouwen maar op een nacht, toen ze van een kermisbal kwamen, reden ze te pletter tegen een paal. Hij was dood. Zij lag weken in het ziekenhuis met gewonde rugwervels en kreeg nu, jaren later, nog regelmatig massage van de kinesitherapeut. Het deed hen goed.
Mannen speelden met haar. Ze had het graag. Van hem wist ze niet zoveel. Hij maakte graag grappen met de meisjes maar gaf nooit de indruk dat hij ook ernstig wou zijn. In de kleedkamer kreeg ze een ander beeld van hem, dat haar beviel.
Ze wist dat hij alleen woonde en wachtte geduldig op een uitnodiging. Die kwam er en hij leidde haar rond in zijn appartement. Van zijn ballonnen begreep ze niet veel, van zijn lichaam des te meer en hij nam twintig direct-klaar foto's van haar, naakt, rechtopstaand, de handen boven het hoofd, of ze ergens aan vasthing.
Hij legde de foto's naast elkaar op tafel. Hij had de juiste dag afgewacht. Over twintig dagen was er een vlucht met de ballon.
Hij blies de ballon op, een mooie oranje. Hij nam de eerste foto, maakte er een mooi rond gaatje in en hing hem aan het touwtje van de oranje ballon. Ze glimlachte op de foto. Hij had ook echt zijn best voor haar gedaan. De zon stond nog een meter boven de horizon. Er was geen wind of geen regen. Het was zacht. Hij liet de ballon door het open raam in