Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 136(1991)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 540] [p. 540] Antoine A.R. de Kom Sneeuw en zand I Zodra het zacht begon te sneeuwen heb ik mijn winterjas gespreid over het zand. Op dorre grond tussen amandelboom en flamboyant. Loom in de schaduw van het lover hoor ik nu hoe een ara krijst, terwijl de wind de bladeren doet ruisen: ik vang de vlokken op met open mond. De hitte doet mijn leden rillen en alle bruingevlekte bladeren verstillen. De papegaai krast als een raaf, vliegt op, en laat mij achter - bezweet kneed ik een sneeuwpop uit het wit savannezand. [pagina 541] [p. 541] II Terwijl ik aanvriezende woorden wasem is stil de sneeuw gevallen. Mijn bevroren woorden klinken dof. Ik ga en druk mijn voetstap af in witte grond. Dan stuit ik op mijn winterjas tussen amandelboom en flamboyant: gekras. Er rest droog zand als ik mijn jas wegtrek - de dooi valt in. In zilverkleurig maanlicht glinstert witte plek na witte plek. Verblindend gapen witte gaten tussen stug groen gras: een ara ziet mijn woorden smelten in 't heet savannezand. Vorige Volgende