Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 134

[p. 172]

Leander Hanssen
Mieren

Sommige dagen
voel ik de haren op mijn hoofd
zeldzaam worden,
net als mijn vrienden.

Ik hoor de uren razen in de schoorsteen,
als plunderende soldaten in
de straten van de stad.

Gaandeweg vergeet ik de gebouwen die ik
wilde schilderen in vlagen wit en rood.
Ik vergeet al hun gezichten.

Ik denk aan vrouwen als aan
gewonde dieren, weerloos
voor de zwarte mieren die marcheren
en marcheren
en alles op hun weg verteren.

[p. 173]

Goudvis

Het is wat kaal in mijn bokaal
maar buiten het water
heb ik geen verhaal.

Men is hier zuinig met geluiden.
Het glas verbuigt de beelden
die van buiten komen.

Ik leef als in een
ingekaderd landschap.

Schimmen wuiven soms voorbij.

[p. 174]

Raf de Smedt, Stilleven 4.