denis van W.O. II op na, om weer tot het besluit te komen dat er een onoverbrugbare afstand gaapt tussen de afstandelijke, officiële geschiedschrijving en de persoonlijke, individuele tragedies. Maar ondertussen is Martine ook iets meer te weten gekomen (via haar eigen zuster en via de concierge van het flatgebouw) over Rose zelf. Deze blijkt immers niet zo'n goede reputatie te hebben in haar omgeving; ze heeft namelijk een salon voor sauna en massage, met een bijna uitsluitend mannelijke cliënteel (p. 69). Bovendien komt Martine uit een kranteknipsel (uit het archief) te weten dat ook de architect en zijn vrouw tijdens W.O. II tot het verzet hebben behoord (p. 72). Martine krijgt het idee om voor haar tijdschrift een reportage te maken over het verzet, op basis van getuigenissen (zo zoekt ze o.a. het adres op van de dochter van het dode echtpaar). Ze belt Rose op en vraagt haar eens langs te komen.
Weer is het Rose die haar erop attent maakt dat ervaringen in feite geen vorm van communicatie zijn. ‘(...) je kan je teksten nooit laten “boodschappen” wat oorlog is. Wij zouden dat wel willen, mijn generatie die uit de oorlog gekomen is. Maar hoe kunnen jullie dat leren uit onze ervaring? (...) Je moet zélf door de oorlog gekwetst zijn, geestelijk, fysiek, in wat je mist en meedraagt, om te weten wat oorlog betekent. Als je als kind ooit gevoeld hebt wat vuur is, vergeet je het nooit meer.’ (p. 74)
Meteen blijkt hoe Smeyers erg pessimistisch is met betrekking tot de menselijke evolutie in het algemeen; de ene generatie leert pas dan, wanneer ze de fouten van de vorige nog eens heeft overgedaan. Ook steekt het solipsisme weer de kop op wanneer hij Rose in verband met de getuigenissen van verzetsleden laat zeggen: ‘Over de beweegredenen, de achtergronden zul je weinig vernemen. Plichtsgevoel, frustratie, vaderland, eigenbelang, geweten, vrijheid, liefde, haat. Wie zal het bepalen?’ (p. 77)
En: ‘Ik bedoel dat onze daden, motiveringen, beslissingen net zo weinig één-duidig, helder, enkelvoudig zijn als onze woorden. De dingen van het leven zijn zelden het een of het ander, ze zijn meestal het een én het ander, ze dragen zo vaak hun tegenpool in zich.’ (p. 99)
Naast het thema van de onkenbaarheid van de mens, komt nu ook nog dit van de onkenbaarheid van de realiteit.
Tijdens en na een bezoek aan het massagesalon van Rose, komt Martine wat meer te weten over het ontstaan daarvan (in het verhaal ‘De andere kant’), en daarmee wordt er weer een tipje van de sluier opgelicht die over het leven van Rose ligt. Na de Bevrijding werd Rose niet alleen bedreigd door de ‘witten’, maar ze werd ook verkracht door haar ‘beschermer’ oom Jules (p. 89). Sindsdien heeft ze naar middelen gezocht om zich op het mannelijke ras te wreken; in haar massagesalon heeft ze voor het