Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 126(1981)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 339] [p. 339] Mark Kinet / Gedichten cynisme vanmiddag lagen we in jouw koren, vincent, in jouw gras, maar het gekras van de kraai- en was in de voren verdwenen, ik kon alleen de stilte horen en, zachter dan hààr adem nog, de mijne. de lucht was blauw als in mijn kinderdromen en toen ze plots mijn oorlel kuste, vroeg ik me af of dat en wat dan nog. [pagina 340] [p. 340] de avond op zijn stille stappen vliegt een vogel op van de tak die als een litteken zijn schaduw op het afdak achterlaat. het is een warme avond, die terugwijkt eerst en dan stilaan vervaagt en een vlek lijkt: een wat roestige dofheid op de okeren muur. en de stilte bestaat bij gratie van de moeder, die haar kind niet naar binnen roept: het stoort noch de stilte, noch haar. er is een auto alleen en een ver getoeter en de bomen, zij het zachter en zoeter. alles ademt dezelfde zwoelte, waarin ik niets vermoed. hij wel en zijn zweet weeft een netwerk van koelte in zijn gezicht, als een web dat bijna alles vangt: het tikken van de eerste nachtvlinders tegen de lampen of hoe de dofheid donker wordt, zoals zilver zwart. enkel het krassen van de uil die hij kent, doet hem even stilstaan. onderbreekt zijn geschuifel onhoorbaar: want het geritsel, dat blijft. en het blijkt geen avond als anders te zijn, want de bomen zijn groter en de landloper, die hem normaal vergezelt, is verdwenen. [pagina 341] [p. 341] drie engelen - a conversation piece - a[regelnummer] we moeten de wolken boven de horizon als grijze guirlandes draperen, want hitchcock heeft bewezen dat zulks de mensen onrustig stemt. b[regelnummer] jij gelooft in de onrust. wel ik betwijfel ze. zoals ik voor de vrede ook het wapen betwijfel. als wij dan toch iets moeten doen, laat ons langs gouden draden naar beneden glijden en hier en daar gepast op het toneel verschijnen. c[regelnummer] we kunnen ook wat meer op afstand blijven en russen, brood en icarussen uit de hemel laten vallen. wellicht zou daar van opgekeken worden. b[regelnummer] niet iedereen kijkt zomaar op: de boer, hij ploegde voort. of neem die man: hij heeft zopas zijn vrouw verloren, zijn veelvuldig beminde [pagina 342] [p. 342] a[regelnummer] en men heeft me verteld dat zijn zoon is gaan lopen zonder zijn vader te groeten c[regelnummer] daar loopt hij heen en weer op het veld. in de mist een verbeten gedaante. met een luide stem van karton. b[regelnummer] stil, ik voel dat hij ziet nu en weet: dit is het: mist omringt me zoals de duisternis een zoeklicht. een zilte stilte draag ik in mijn mond en met gulle gebaren gooi ik ellebogen vol zaadjes in het rond. Vorige Volgende