Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 125(1980)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 741] [p. 741] José de Poortere / Instrumenten 1. Metalen mondtrom De hooglepel de dieplepel ze schuiven door de stronken ze graven een kanaal. Een boom wordt doorgezaagd tot ribbe voor een boot, de geerder gergelt klaphout met botnul veegt de bouwer het nieuwe scheepsmodel. Ik werk met ibm metalen mondtrom van de dichter gekwetste letters worden doorge-x't ik bik ze aan vel elke dode letter. O rit en knut gebies, geboer, geblaar geknuf, gesop, geknutter met alle spanen kassen, o groeizaam water van mijn bewogen taal. [pagina 742] [p. 742] 2. Mijn taal tandt in het rad ze heft de dood naar boven gaat als een guillotine open. Ze daalt, onthalst, snijdt tussen hoofd en hart de bloedbaan open. 3. Tussen de regels is een dichter moeder met een blind kind in ondoorzichtig water dat schopt tegen de wand. Maar in de winter van de lakens neem ik een naald en nader ik dwars door de navel het eigene, mijn ingewand, bind af ovaria trompetten van Fallopius, ontbindbaar achteraf als iemand mij iets fluistert tussen de regels het blinde kind verwacht. Vorige Volgende