Binnen Herman's oeuvre treden voortdurend personages op die symbolische betekenis gaan hechten aan bepaalde objecten of situaties (b.v. Alfreds meteoriet in Nooit meer slapen, Sebastiaans auto in Een veelbelovende jongeman, in Een landingspoging op Newfoundland, Guibals lantaarn, in De blinde fotograaf, in Een landingspoging, etc.). In bijna alle gevallen betekent deze symboliek een nastreven van onafhankelijkheid of een zelfrealisatie. Gezien Hermans' interesse voor Freuds psychologisch model, is het dan ook niet verwonderlijk dat het symbolische (zelfstandigheids)-object (hier: een sportwagen), de dood van de moeder tot gevolg heeft (p. 30). Later blijkt zelfs dat Filip de totaal verhakkelde wagen helemaal zelf weer heeft opgelapt (p. 48).
De fataliteitsidee die in de mond van Dr. Dr. Panzer een metafysisch tintje aanneemt-
‘Wij dienen de mens misschien wel te vergelijken met een muziekstuk (...) Hetzelfde muziekstuk, onophoudelijk gespeeld, da capo, da capo. Maar men weet niet door wie het gespeeld wordt en de grote Geheimzinnige speelt het in de loop der jaren telkens een beetje anders (...) En naar onze klachten luistert men niet...’ (p. 31)-
komt op het einde van het verhaal ook sterk tot uiting wanneer blijkt dat de ‘sonatine’ waarrond alles gedraaid had, niets méér was geweest dan een mislukte compositie van Gerrits rivaal, Wouter Klim. Of m.a.w. het door Gerrit nagestreefde ideaal betekent in feite zijn ondergang, wanneer hij met de werkelijke situatie wordt geconfronteerd.
Wat voor een vakkundig pianist Gerrit ook was geweest, toch had hij steeds zijn bekendheid te danken gehad aan andere factoren dan zijn pianospel. Zo werd hij ‘de begenadigde accompagnateur van dit uitzonderlijke vocale talent’, dat Aletta was, genoemd (p. 5), een ster was hij niet en zou hij nooit worden (p. 8), Filip, het wonderkind, ging door voor het kind uit een ‘vroeger’ huwelijk van Aletta Stroll (p. 9), zijn ambitie bestond enkel uit het naspelen van andermans meesterwerken (p. 35) en ook in zijn privé-leven nam hij een soort ersatz-positie in, nl. de vaderlijke vriend en leidsman van de beroemde Aletta, en voor Filip was hij niet ‘pappa’, maar ‘daddy’, een leuk naampje waarvan de betekenis Filip eigenlijk ontging (p. 6). Bovendien verzamelt hij in zijn oude dag geen echte vlinders of insekten, maar legt hij een collectie kunstvliegen aan (p. 20, cfr. zijn ersatz-positie!) en de scherven(!) van een gebarsten plaat met daarop een opname van hem en Aletta bewaart hij eigenlijk zonder reden (p. 39).
Toch is dit alles best draaglijk zolang zijn blind geloof aan zijn ideaal behouden blijft. Nadat deze geïdealiseerde illusie vernietigd is, blijft er voor