mekaar getimmerde podium en geachte dames, geachte heren’ (53). Daarnaast heeft de stijl veel maniëristische trekken, niet enkel in de monologue intérieur en de illogische dromen, maar in het hele verhaal. De geschiedenis zoekt veel omwegen, de volzinnen zijn vaak lang, ingewikkeld, gewrongen met zeer lange tussenzinnen tussen streepjes of haakjes, de formuleringen zijn omslachtig. Ik begrijp dat Greta Seghers, van uit haar poging tot artistieke benadering van de taal, een afkeer heeft voor een normale, evenwichtige, traditionele zinsbouw (zoals tien- en tientallen modellen, niet enkel Joyce en Faulkner, vóór haar), doch men moet ook, dunkt ons, in het maniërisme maat kunnen houden.
De zwakke zijde van haar maniërisme is niet zozeer de omslachtigheid, maar wel de gechargeerde overdrijving. Soms is deze wel op haar plaats, bv. in een sissend, gesurvolteerd scheldproza, maar elders is zij wat mateloos. In een boek met een extreme en overspannen gevoelswereld en met gechargeerde typeringen, is het gevaar voor onmatige pathos groot: te veel en opgeschroefde epitheta, plechtige perifrasen, gezochte beelden en vergelijkingen.
Overdreven lijkt ons ook het voortdurend gebruik van hoofdletters en zelfs van kapitalen. Waarom? Ten slotte stip ik nog aan dat de schrijfster om de haverklap grote schrijversfiguren vermeldt, als was het om nog duidelijker te laten merken hoe fel haar boek door een zekere literatuur geverfd is. Onder die auteurs zijn er veel onevenwichtigen of beschrijvers van een geestesziek leven: Flaubert, Joyce, Kafka, Poesjkin e.a., met als kampioenen, natuurlijk, de twee grote zieken: Dostojevski en Strindberg. Ik hoop dat deze voorkeur bij de heldin van het verhaal geen masochistische ziektecultus is, maar enkel een soort (overdreven) literatuurliefhebberij, zoals zij zich ook vergelijkt met vrouwelijke romanfiguren (Anna Karenina e.a.), alsof dit licht of geluk kon geven!
Greta Seghers is met haar derde boek een groot talent geworden. Vanuit deze waardering hebben wij haar verhaal wat grondiger besproken, met zijn licht- en schaduwzijden. Wij hopen en verwachten van haar nog een hoogstaand literair oeuvre.