ning te verwerven als filosoof en schrijver. In tegenstelling met Fr. Nietzsche of Kierkegaard, bijvoorbeeld, die lang moesten wachten op universele belangstelling, werd Sartre onmiddellijk enthousiast ontvangen of fel bestreden als werd hij door de intelligentsia van zijn tijd verwacht. Ontstaan en receptie van zijn werk corresponderen perfect: hij drukt de geest, het levensgevoel van zijn tijd uit. Slechts weinigen lezen zijn - moeilijke - filosofische werken, maar zijn ideeën, levensgevoelens en voornaamste thema's dringen diep door in de tijd door de toenmalige (corresponderende) tijdgeest, zijn literaire werken en de vulgariserende pers. In een chaotische tijd van oorlog, revolutie en geweld heeft hij stem gegeven aan het bewustzijn van de absurditeit van het bestaan en de behoefte aan absolute vrijheid. Later onderstreepte hij ook fel de drang naar sociale solidariteit. Heel zijn werk is atheïstisch. Om vrij te worden en authentiek te leven moet men God buiten spel zetten. Met God leven is gemakkelijker, zegt hij, maar het frustreert de mens: ‘Dieu, c'est la solitude de l'homme’ (Le Diable et le bon Dieu). Van jongsaf leefde in Sartre een geest van opstandigheid, die geen gezag boven zich verdroeg. Er is een anarchistische kern in zijn psyche.
Het succes van het Sartriaanse existentialisme was van korte duur. In het moderne Europa volgen de filosofische stelsels elkaar snel op. Dit wijst op onrust en instabiliteit in onze beschaving. In de jaren '60 wordt de leer van Sartre verdrongen door het marxisme, dat groot intellectueel succes kent bij de jongeren. Uit de linguïstiek komt de notie ‘structuur’ naar voren en is uitgangspunt van het wijsgerig structuralisme. Ook de psychoanalyse verspreidt haar invloed (Freud, Lacan). Sartre probeert zich te meten met de ideologieën van Althuser, Foucault, Lacan, en vat, in bepaalde opzichten, het tegenoffensief aan. Zo pleit hij, als tegenstander van psychoanalyse en psychiatrie, voor de antipsychiatrie van Laing en Cooper.
Velen onder de hedendaagse jongeren hebben de filosoof Sartre vergeten. Hij zelf besefte dit in zijn laatste levensjaren. Doch ieder weet dat zijn invloed niet zozeer werd bewerkt door zijn filosofisch werk als wel door zijn literaire geschriften. Het toneel heeft het best zijn ideeën toegelicht in eenvoudige, menselijke situaties. Drama's konden ook uitstekend zijn conflictueuze existentiefilosofie incarneren met ‘le moment du choix, de la libre décision qui engage une morale et toute une vie’. Deze toneelstukken, met hun thematiek van de absurditeit, hebben er ook toe bijgedragen om het geestesklimaat te scheppen waarin het ‘absurde theater’ bloeide (Beckett, Genet, Vian, enz.).
Van zijn verhalend proza zijn La Nausée en de novellenbundel Le Mur even